J. Bernlef

Toon alleen recensies op Leestafel van J. Bernlef in de categorie:
 

De onzichtbare jongen De onzichtbare jongen


Wouter van Bakel zit al in de zesde klas als plots Max Veldman opduikt, die bij hem in de klas komt te zitten. Er groeit een moeizame, maar steeds hechtere vriendschap tussen de twee jongens. Moeizaam, omdat Max anders is dan de andere kinderen. Max is gefascineerd door berekenen, door wetenschap, door proefjes, door het onzichtbare. Hij woont alleen bij zijn papa, want zijn mama heeft het gezin al lang geleden verlaten, iets wat Max niet onder ogen wil zien. Hij vindt dat zijn papa maar moet wachten tot ze weer terug komt.
Voor Wouter is Max een ontzettend vreemde jongen, maar de cijfers waar Max zo door geïntrigeerd is, zullen ook voor Wouter ontzettend belangrijk worden.
Wouter, die geen geweldige voetballer is, heeft toch zijn plaatsje in het team: hij kan ontzettend goed lopen. Gelukkig is het de tijd waarin Fanny Blankers-Koen het ontzettend goed doet op atletiekgebied en het nieuws haalt. Wouter mag van zijn ouders overschakelen naar atletiek en hij wordt er steengoed in: hij haalt ongelooflijke tijden. In het begin betrekt hij Max ook nog bij zijn nieuwe leven, maar al snel blijkt dat de elk in een ander aspect van het lopen geïnteresseerd zijn. De jongens groeien uiteen.
Het geluk van Wouter, die zo goed is dat hij ondanks zijn jonge leeftijd al mee mag doen aan de Olympische Spelen, blijft echter niet duren: op die Spelen knakt er iets in hem. Een typisch geval van hyperconcentratie, hij komt simpelweg niet uit de startblokken. Het betekent het einde van zijn carrière en hij breekt radicaal met lopen.
Vele jaren later blijkt dat lopen nog een andere weerslag op hem te hebben: van de ene dag op de andere is hij niet in staat om zich voort te bewegen. De dokters zoeken en zoeken, maar vinden niets. Hij wordt opgenomen en ondergaat geduldig de behandeling die niet onmiddellijk lijkt te helpen. Het moment dat het gevoel in zijn benen terugkeert, is de start voor een lange revalidatie. Bij een van zijn voorzichtige wandelingen buiten herkent hij opeens Max, die in een naburig instituut zit. Max blijkt zware psychologische problemen te hebben, maar omdat Max een blijk van herkenning geeft en ook daadwerkelijk tegen Wouter spreekt (met de naam Beaufort weliswaar), stelt zijn behandelende arts voor dat hij nog eens langskomt.
Met enige pijn in het hart stelt Wouter vast hoe zijn jeugdvriend zichzelf kwijt is geraakt in een wereld vol details, hoe hij het onmeetbare probeert te weten en daarbij zichzelf verliest. De dokter stuurt hem een stapel brieven toe, in de hoop dat Wouter er wijs uit geraakt. Bij het lezen ervan beseft Wouter dat hij de Max die hij kende eigenlijk voor altijd kwijt is…

Bernlef hanteert in dit boek een erg observerende stijl, die heel goed bij het karakter van het verhaal past. Mijn sympathie gaat heel hard uit naar Max, die vreemde Max die kenmerken vertoont van autisme en van hypersensitiviteit. Als op het einde duidelijk wordt hoe moeilijk Max het heeft zich te handhaven in een wereld waarin alles indrukken nalaat, indrukken die bij hem zonder onderscheid onuitwisbaar zijn en die zich opstapelen in zijn arme, overvolle hersenen, breekt je hart als lezer. Het mijne toch in elk geval. Het is ook heel mooi hoe realistisch het verhaal blijft. Wouter wordt niet opeens de reddende engel die alles weer goed maakt, er is geen plotse deus ex machina. Een warmmenselijk verhaal, waarin alledaagsheid en wonderlijkheid elkaar afwisselen…


ISBN 9021453029 | Paperback | 188 pagina's | Querido | 2005

© Elvira, september 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: