J. Bernlef
Categorie: Recensies Volwassenen
De pianoman
In het boek verwijst Bernlef naar de pianoman waarvan men onterecht dacht dat hij zijn geheugen kwijt was. Die zogenoemde "pianoman" is een jaar of wat terug opgedoken in Engeland, een man die niet sprak maar wel prachtig piano kon spelen. Bernlef heeft dit boek gebaseerd op die geheimzinnige man.
Hier is het een licht autistische jongeman, die opgroeit bij ouders die niet meer zeggen dan het hoognodige omdat ze elkaar ook zonder woorden wel begrijpen. Niet echt een stimulerende omgeving dus. Er is op school wel een juf die interesse in hem toont en hem het een en ander bij probeert te brengen, maar met een slecht begin is het kwaad al geschied. Maar de zwijgende jongen heeft zo zijn dromen, hij spaart zijn centen op en verdwijnt op een dag, zonder bericht achter te laten. Wat hij wil weet hij zelf niet, en zo laat hij zich leiden door de gebeurtenissen. Hij belandt via Parijs in Sheerness. Wat hij onderweg meemaakt neemt hij als het ware in zijn systeem op: het lijkt hem nauwelijks te raken. Hij accepteert het leven zoals het hem overkomt. En zo komt hij ook als vanzelf weer thuis.
Het boekje straalt een vlakheid uit, er gebeurt van alles maar de beschrijvingen van Bernlef roepen weinig emotie op. Hij kiest ook nog een autistische jongen als hoofdpersoon, en laat hem de rol spelen van een man die zwijgt, al dat zwijgen is de toon van het boek. Het is niet saai, dat is dan weer de kracht van Bernlef, maar toch... ik mis iets.
ISBN 9789059650626 | Hardcover | 89 pagina's | Stichting CPNB | maart 2008
© Marjo, maart 2008
De pianoman
Meteen opent het verhaal met een haast mystieke sfeer in een realistische zetting. Als lezer ga je meteen mee en denk je dat dit tot iets moois gaat opbloeien. Je verwacht dat Bernlef dit gegeven hier boven beschreven verder uitwerkt, maar dat doet hij dus niet; sterker nog, hij roept een sfeer op, verlaat die met een volgend hoofdstuk en de lezer belandt in een volgend sfeerbeeld. Dat was een verrassing, maar niet een aangename. Op een bepaald ogenblik in het verhaal begon me iets te dagen; ik ken dit verhaal. Waar heb ik dat eerder gehoord? Ja, natuurlijk vorig jaar leidde het verhaal van “de pianoman” in de media tot een hype. Bernlef heeft dat verhaal als uitgangspunt voor zijn novelle gekozen en daar gaat het mis. In begin denk je bij de mooie beschrijvingen nog dat hij het beeld van die stille, stugge jongen in zijn omgeving uitwerkt, maar dat breekt hij dus af en dan volgt helaas een op de hype gebaseerd nogal gemakzuchtig uitgewerkt zwerfverhaal.
De overgang van stugge in de zeeklei vastgegroeide jongen tot een zwerver die huis en haard verlaat is te abrupt. Tijdens deze zwerftocht waar hij al zijn spaargeld er doorheen jaagt, ontmoet hij het “zilveren meisje” op de dam in Amsterdam. Hier is de verstildheid van het begin vervlogen, staan we niet alleen met beide benen in de moderne tijd, maar in de meest realistische vorm daarvan, waardoor verdere verdieping uitblijft. De rest van het verhaal in Parijs en Engeland is vergelijkbaar. Alleen hier en daar flakkert een interessante wending of gedachtegang op, maar daar blijft het bij. Als Bernlef een eigen overtuigende draai aan het hype-verhaal had gegeven, had het heel goed kunnen worden. Nu voelt het aan als een gemiste kans. Mooi opgeschreven, leest vlot, maar is te divers en te krampachtig om geslaagd te noemen.
ISBN 9789059650626 | Hardcover | 89 pagina's | Stichting CPNB | maart 2008
© Roel, maart 2008
De pianoman
Zwijgen is goud"
zegt het spreekwoord.Dat het niet altijd opgaat bewijst dit verhaal.
In Engeland is een jongen gevonden, "hij kwam uit de zee gelopen" vertelt de politie. De jongen kan niet praten en niemand weet wat ze met hem aan moeten. Hij wordt ondergebracht in 'the madhouse' en de psychiater komt tot de conclusie dat de jongen een shock heeft. Het enige wat hij doet is piano spelen.
De kranten staan bol met berichten over de geheimzinnige, niet sprekende pianoman. Foto's gaan de wereld over en volgens de een is het een Zweed, volgens de ander een Tsjech enz. maar één iemand herkent hem echt en zij gaat hem halen...
Het leven van de pianoman, voorafgaande aan de aankomst in Engeland, wordt in dit boekje uit de doeken gedaan. Degene die hem op komt halen speelt een belangrijke rol in zijn zwijgzame leven.
Het is een verhaal over de onmacht om gevoelens te uiten en wat voor gevolgen dat kan hebben.
De pianoman worstelt met zijn innerlijke gedachten, hij weet dat er iets moet veranderen, hij moet een beslissing nemen...
"Maar ergens van binnen gebeurde iets met hem. Alsof hij zich langzamerhand bewust werd dat er een uitweg moest zijn
In het begin was het niet meer geweest dan een nauwe spleet waar een aarzelend licht doorheen sijpelde, maar toen op een dag, zag hij een werkelijke doorgang. Het was alsof het land om hem heen langzaam week, plaats voor hem maakte. Hij voelde zich niet langer ondergeschikt; niet aan het land, niet aan de mensen."
Opvallend is dat Bernlef het 'zilvermeisje' opvoert. Het sprékende zilvermeisje dat echter beweginloos haar geld verdient. De pianoman is de goudblonde niet sprekende man die juist wel in beweging komt.
Het begin van het verhaal is fascinerend, nadat de pianoman 'uit zee is komen lopen' zakt het een beetje in. Je leest dan meer wat al in de kranten heeft gestaan. Gelukkig maakt het eind weer alles goed.
Een prettig leesbaar boekenweekgeschenk.
ISBN 9789059650626 | Hardcover | 89 pagina's | Stichting CPNB | maart 2008
© Dettie, maart 2008
Verloren zoon
Rob weet dat natuurlijk allemaal niet, en hij heeft ook zijn handen vol aan zijn eigen verleden. Hij is regisseur, en heeft daarom de opdracht gekregen om een stukje in elkaar te zetten dat opgevoerd zou worden op het vijftigjarig huwelijksfeest van zijn ouders. Hij gaat op zoek naar informatie, want hij ontdekt dat hij zijn ouders helemaal niet kent. En doet dan een schokkende ontdekking. Dat is een van de redenen geweest waarom hij alleen op dat cruiseschip zat.
Als hij een oud reclamebord vindt waarop tot zijn grote verbazing een meisje staat afgebeeld dat hij kent, begint hij haar brieven te schrijven.
In een van die brieven verhaalt hij over een mislukte expeditie die in 1887 naar Spitsbergen voerde. Toen men de aantekeningen vond, was duidelijk dat de leden verkeerde berekeningen had gemaakt. Maar daar hielden ze aan vast, want anders hadden ze helemaal geen houvast. Dat is ook wat Rob Noordhoek doet. Hij onderzoekt de omgeving, probeert het nut van alle troep die de vroegere bewoners hebben achtergelaten te ontdekken. En dan breekt de moesson aan...
Wat gebeurt er als je leven drastisch verandert? Is de mens in staat zich aan te passen? En wat doet het met zijn geest? In dit boek maakt Bernlef duidelijk dat de moderne mens al te zeer verwend is geraakt door de uitvindingen die gedaan zijn. Rob Noordhoek is totaal onthand, nu er geen elektriciteit is, geen apparaten die hem het werk uit handen nemen.
Ik heb me eigenlijk gestoord aan de informatie die we kregen over het eiland, al of niet via de papegaai en de hond. Hadden we niet zonder gekund?
Bernlef schrijft over het toneel: waar iemand die zijn neus snuit niet zomaar zijn neus snuit, want de regisseur heeft dat expres gedaan: er zit een betekenis achter.
Zo zal het ook zijn met een schrijver, dus de informatie die we krijgen over het verleden van het eiland, moet een betekenis hebben... Welke dan?
Veel interessanter vond ik de link tussen Rob die zijn verleden noodgedwongen moet herschrijven en het meisje dat in een inrichting is beland. Hoewel we niet precies te weten komen waarom dat is, voelt Rob wel een verwantschap: beiden zijn ze 'niets'.
Maar dit werkt Bernlef niet verder uit. Jammer.
ISBN 9021452340 | Paperback | 175 pagina's | Querido | 1997
© Marjo, februari 2008
Buiten is het maandag
In "Buiten is het maandag" is Stijn Bekkering na een auto-ongeluk zijn vrouw Geesje verloren, en omdat hij zelf tien dagen in coma heeft gelegen is zij al begraven ook. Daardoor heeft hij voor zijn gevoel geen goed afscheid kunnen nemen, zijn werkelijkheidsbeeld is omvergeschud. Dan verdwijnt ook nog zijn zoon Harry spoorloos, met achterlating van vrouw en kind. Als hij hoort dat Harry in Canada zit, gaat hij erheen, en wisselt van plek met zijn zoon, want die vertrekt onmiddellijk naar Nederland. (beetje vreemd hoor, maar moest zeker voor het boek).
Stijn is in allerlei vormen met herinneringen bezig, smaen met Canadees-Maorische vriend Bruce. Bruce is animist: alle dingen hebben een ziel, en zo verzinnen ze verhalen voor de inboedelspullen die ze ophalen en verkopen. Dan komt de nacht dat Stijn dronken achter het stuur kruipt, en bijna een ongeluk krijgt als er ineens een eland op de weg staat: bij deze gebeurtenis krijgt zijn verdriet om Geesje vorm...
Een boek dat je met een gevoel van gemis laat zitten als je het dichtslaat. Je voelt dat er meer in zit dan je in eerste instantie meekrijgt.
ISBN 9789021452777 | Hardcover | 214 pagina's | Querido | oktober 2003
© Marjo, november 2004
Een jongensoorlog
Het gaat over een jongen van 12, afkomstig uit Amsterdam, die op het platteland de laatste maanden van de tweede wereldoorlog meemaakt. Omdat er in de grote stad zo'n honger heerst. Wordt hij ondergebracht bij het boerengezin Tulp: vader, moeder, Jan, de oudere zoon, Alie en Gerie de jongere zusjes.
Hij is een naïef jochie, begrijpt eigenlijk niet goed wat er allemaal om hem heen gebeurt. Als Alie hem in zijn kamer opzoekt en wil dat hij zich uitkleedt, doet hij braaf wat ze wil, maar eigenlijk begrijpt hij er niets van. Ook wat er in het dorp gebeurt..niemand legt hem iets uit, hij neemt waar, maar begrijpt niet goed. De dokter wordt beschouwd als een NSB-er, maar hoe kan het dan dat die Amerikaanse piloot bij hem in huis zit?
Wat de jongen evenwel niet snapt, weet de oudere lezer wel... de vraag is of een jongere lezer het ook allemaal begrijpt. Als op het laatst een meisje geschopt, geslagen en kaalgeschoren wordt, wordt er niets uitgelegd. Een jongere lezer zal net als Michiel niet eens begrijpen dat het 'normaal' was dat een moffenhoer zo behandeld werd. Niet eens wat een moffenhoer is overigens...
Michiel heeft heimwee, hij voelt zich verraden door zijn ouders. Net als Hagar en Ismael, zoals verteld wordt in het boek dat hij van thuis heeft meegenomen. Niet wat er in de buitenwereld gebeurt raakt hem, maar wel de pesterijen van de zusjes, als die zijn boek afpakken.
Het is het verhaal van een klein jochie dat langzaam meer gaat begrijpen van de Grote Wereld. Mooi, dat wel, maar er zijn schrijvers die eenzelfde verhaal beter vertellen. (Erwin Mortier bijvoorbeeld) Nog maar een keer herzien misschien?
ISBN 9021452928 | Paperback | 132 pagina's | Querido | 2005
© Marjo, november 2006
De onzichtbare jongen
Voor Wouter is Max een ontzettend vreemde jongen, maar de cijfers waar Max zo door geïntrigeerd is, zullen ook voor Wouter ontzettend belangrijk worden.
Wouter, die geen geweldige voetballer is, heeft toch zijn plaatsje in het team: hij kan ontzettend goed lopen. Gelukkig is het de tijd waarin Fanny Blankers-Koen het ontzettend goed doet op atletiekgebied en het nieuws haalt. Wouter mag van zijn ouders overschakelen naar atletiek en hij wordt er steengoed in: hij haalt ongelooflijke tijden. In het begin betrekt hij Max ook nog bij zijn nieuwe leven, maar al snel blijkt dat de elk in een ander aspect van het lopen geïnteresseerd zijn. De jongens groeien uiteen.
Het geluk van Wouter, die zo goed is dat hij ondanks zijn jonge leeftijd al mee mag doen aan de Olympische Spelen, blijft echter niet duren: op die Spelen knakt er iets in hem. Een typisch geval van hyperconcentratie, hij komt simpelweg niet uit de startblokken. Het betekent het einde van zijn carrière en hij breekt radicaal met lopen.
Vele jaren later blijkt dat lopen nog een andere weerslag op hem te hebben: van de ene dag op de andere is hij niet in staat om zich voort te bewegen. De dokters zoeken en zoeken, maar vinden niets. Hij wordt opgenomen en ondergaat geduldig de behandeling die niet onmiddellijk lijkt te helpen. Het moment dat het gevoel in zijn benen terugkeert, is de start voor een lange revalidatie. Bij een van zijn voorzichtige wandelingen buiten herkent hij opeens Max, die in een naburig instituut zit. Max blijkt zware psychologische problemen te hebben, maar omdat Max een blijk van herkenning geeft en ook daadwerkelijk tegen Wouter spreekt (met de naam Beaufort weliswaar), stelt zijn behandelende arts voor dat hij nog eens langskomt.
Met enige pijn in het hart stelt Wouter vast hoe zijn jeugdvriend zichzelf kwijt is geraakt in een wereld vol details, hoe hij het onmeetbare probeert te weten en daarbij zichzelf verliest. De dokter stuurt hem een stapel brieven toe, in de hoop dat Wouter er wijs uit geraakt. Bij het lezen ervan beseft Wouter dat hij de Max die hij kende eigenlijk voor altijd kwijt is…
Bernlef hanteert in dit boek een erg observerende stijl, die heel goed bij het karakter van het verhaal past. Mijn sympathie gaat heel hard uit naar Max, die vreemde Max die kenmerken vertoont van autisme en van hypersensitiviteit. Als op het einde duidelijk wordt hoe moeilijk Max het heeft zich te handhaven in een wereld waarin alles indrukken nalaat, indrukken die bij hem zonder onderscheid onuitwisbaar zijn en die zich opstapelen in zijn arme, overvolle hersenen, breekt je hart als lezer. Het mijne toch in elk geval. Het is ook heel mooi hoe realistisch het verhaal blijft. Wouter wordt niet opeens de reddende engel die alles weer goed maakt, er is geen plotse deus ex machina. Een warmmenselijk verhaal, waarin alledaagsheid en wonderlijkheid elkaar afwisselen…
ISBN 9021453029 | Paperback | 188 pagina's | Querido | 2005
© Elvira, september 2006
Achterhoedegevecht
Volgens Bernlef is dit zijn meest autobiografische roman.
Michiel (12) is een jongen uit Amsterdam die door zijn ouders naar het dorpje Driewoude wordt gestuurd omdat het daar veiliger is en bovendien meer voedsel. Jan Tulp, de zoon van het pleeggezin, haalt hem op met paard en wagen en de weg naar zijn voorlopig nieuwe thuis verloopt uiterst zwijgzaam. En ook ik het pleeggezin blijft Michiel de stille jongen.
Michiel moet zijn slaapkamer delen met Jan Tulp wat hem moeilijk valt. Verder bestaat het gezin uit oom en tante en twee dochters. De oudste dochter probeert Michiel te verleiden maar Michiel raakt alleen maar verward, wat wil ze van hem? Alles verwart Michiel trouwens. Waarom mag hij de buurman niet gedag zeggen? Hoe moet hij met zijn nieuwe 'vrienden' omgaan? Waarom is de dokter slecht? Niemand vertelt hem wat, Michiel moet alles zelf uitvinden. En op zijn eigen naïeve manier trekt hij conclusies. Hij verlangt erg naar zijn moeder maar verwerkt zijn heimwee door het lezen van een boek over een heel zielig, eenzaam kind. Daar kan hij lekker bij huilen.
Langzamerhand leert Michiel wat hij wel en niet kan doen, met wie hij wel of niet kan omgaan en als de bevrijding gevierd wordt voelt Michiel zich niet bevrijd, eerder triest, hij voelt dat hij iets kwijt is, namelijk zijn dromerigheid, zijn jeugd, en de realiteit voelt niet echt prettig aan!
Het boek leest makkelijk maar is toch behoorlijk afstandelijk. Op kleine details wordt enorme nadruk gelegd zoals bijv. de korstjes op de enkels van Michiel door het lopen op klompen.
Op een of andere manier loopt het verhaal niet. De kleine details overheersen zo dat het afbreuk aan het verhaal doet. Niet dat het boek niet boeit maar je blijft met een onbestemd gevoel zitten. Ik moet toch maar eens proberen 'Een jongensoorlog' te pakken zien te krijgen. Daar moeten volgens Bernlefs eigen zeggen alle beginnersfouten uitgehaald zijn.
ISBN 902149695X | Paperback | 124 pagina's | Querido | 1989
© Dettie, september 2005