Hannah van Wieringen
Prijs de dag voor de avond valt
‘De razendmakende gewoontes van jonge meisjes. Waar moest hij beginnen? De tergende muzieksmaak, mechanisch gejengel en geboemklats dat onophoudelijk het smalle trappenhuis in schetterde. De grauwe bh’tjes die ze vast lieten draaien in de centrifuge beneden, en – nog erger – het vergeten van de was in de trommel en het laten schimmelen totdat een van de andere meisjes jammerend een stinkende natte kluwen op de kleine binnenplaats neerkwakte. Als hij eenmaal in hun kamers was, speelde hij er zijn eigen memory. Om verklaarbare redenen trof hij in elke studio plastic badeendjes aan; hij had nooit baden geplaatst, kennelijk was de badeend an sich in de mode, wie dat begreep mag het zeggen.’
En dan komt Esther een studio huren. Zij is anders. Ze groet hem altijd, ze is niet stiekem, ze zwaait als ze de deur uit gaat. Ze houdt zich gewoon aan alle regels! Ze intrigeert hem. Ze moet een geheim hebben. Dat moet. En zo komt het dat hij in haar kamer een geheimzinnig groenig ei ontdekt, in een broedkist. Wat betekent dat? Wat moet die meid met dat ei?
Eddy gaat op speurtocht. Door heel Amsterdam sjouwt hij, met het ei in een rugzak vol piepschuimen wokkels en een warme kruik, die hij voorzichtig op zijn buik draagt. En voor de eenzame huisbaas gaat een wereld open.
‘Hij zou even tegen de deuren kunnen leunen om op adem te komen? Zitten stond toch vrij. Hij zakte nog net niet in elkaar op de kerktrap. Rugtas tussen de benen. Gewoon blijven proberen één iemand te zijn. Lucifer er een beetje onder houden. Schuin achter hem stonden van die ouderwetse postzakken tegen de linker kerkdeur, onbeheerd achtergelaten. Eddy hijgde. Niet vergeten straks thuis de offerte voor die kozijnen nog eens na te lopen. En het brandalarm opnieuw afstellen. Rechts klokte wat iepensneeuw in z’n windhoekje. Door de gracht tufte een rondvaartboot. Hij voelde de lamheid in zijn linkerbovenarm toch zeker. Dorst als twintig kamelen. Met een schok realiseerde hij zich dat hij wel om zijn hart moest denken. Daar had hij zeker de hele middag niet aan gedacht. Misschien straks een koud biertje in café Centrum? Dat zou hem verlichten, gewoon als afsluiting van de dag. Rust. Krantje erbij. Achter hem steeg een gemompel op en toen hij omkeek begonnen de stoffen zakken te bewegen.’
Het verhaal wordt door Eddy zelf verteld in een heerlijk proza, waaraan duidelijk te merken is dat de schrijfster ook poëzie schrijft. De lezer zo door de ogen Amsterdam te laten beleven is een prachtige vondst. Genieten!
Hannah van Wieringen schrijft, vertaalt en bewerkt toneel, met name voor Toneelgroep Oostpool. Ze debuteerde in 2012 bij uitgeverij De Harmonie te Amsterdam als prozaïst met 'De kermis van Gravezuid'.
ISBN 9789076174761 | Paperback | 87 pagina's | Uitgeverij De Harmonie | september 2016
© Marjo, 25 januari 2017