Guurtje Leguijt
De luistervogel
Dan komt haar oudere broer om bij een motorongeluk. Nog meer komen de emoties op haar af, en God lijkt niet meer aanwezig. Omdat ze in de stad op kamers woont, is ook de luistervogel niet aanwezig. Ze probeert zich te uiten door het maken van collages, soms lukt dat, maar vaak ook niet. En wat moet ze met Cas, een studiegenoot die samen met haar een presentatie moet voorbereiden? Hij blijkt niet meer uit haar leven weg te bannen, en al dringt hij zich niet echt op, ze is bang. Bang om emoties te laten zien, en bang om mensen dichtbij te hebben, in de steek gelaten door God en de luistervogel stort ze in...
Dit boek deed me denken aan "strikt" van Minke Douwsz. Introspectie, daar draait het hele boek om. Wieke vraagt zich bij alles af waarom ze doet wat ze doet. Maar het grote verschil is dat Leguyt niet zo minutieus te werk gaat, niet zo gedetailleerd (hetgeen menigeen tegenstond bij "strikt").
Ik heb het met veel plezier gelezen, zou het zelfs nog een keer doen, ik houd hier wel van. Het enige minpuntje is dat soms dingen onaf blijven. Bijvoorbeeld die presentatie die ze met Cas moet doen: hij komt bij haar op haar kamer, ze werken eraan, maar nooit wordt verteld dat ze dat ze die presentatie daadwerkelijk houden. Nu doet dat voor het verhaal niet ter zake, maar het is wat onaf. En het is niet de enige keer dat zoiets gebeurt.
De auteur:
Guurtje Leguijt (1961) schreef zeven jeugdboeken, en won met Heibel in mijn hoofd in 2000 de prijs voor het beste christelijke kinderboek. In 2003 verscheen haar eerste roman De luistervogel, die meteen een herdruk kreeg. Kantelkind is haar tweede roman.
ISBN 9043504874 | Ingenaaid | 231 pagina's | Uitgeverij KOK | februari 2003
© Marjo, juli 2005
De luistervogel
Ze is dan ook niet erg gelukkig als ze samen met een studiegnoot een presentatie moet voorbereiden. Cas stelt haar vragen die ze liever niet beantwoordt. Hij komt te dichtbij en dat roept angst bij haar op. Maar dan wordt Wieke gebeld door haar vader, er is iets gebeurd met haar broer en het is erg. Ze weet dat het ergste gebeurd is. Haar broer is dood.
Ze ondergaat de begrafenis maar toont weinig emoties. Cas probeert haar te helpen maar ze blijft afstandelijk. En toch... door de vragen van Cas moet ze wel nadenken, ze praten veel over het geloof in God. Wieke gelooft onvoorwaardelijk in Hem. Cas vertelt over zijn woede op God toen zijn moeder overleed, maar ook hoe hij God weer vond.
Wieke krijgt nachtmerries over haar broer en komt in de knoop met zichzelf. Ze weet dat ze zo niet door kan gaan, al haar emoties stopt ze in haar collages maar ze laat niemand toe in haar innerlijk leven.
Cas is er altijd maar dringt zich niet op. Hij helpt haar, inspireert haar en stelt essentiële vragen. Ze is bang dat hij té dichtbij komt en doet veel dingen af met een grapje of stapt snel over op een ander onderwerp. Maar de nachtmerries worden steeds erger, ze is doodmoe, ze weet niets meer, ook niet of God er nog wel is... er moet wat gebeuren, het kan zo niet langer.
Heel mooi wordt de onzekerheid beschreven die Wieke voelt. Ze denkt dat ze niet goed genoeg is en dat denkt ze bij alles. Haar collages zijn niet goed, zij is niet goed. Ze wil dat anderen haar accepteren zoals ze is, ze wil goedkeuring en bevestiging. Ze analyseert alles, ze kan het niet laten zich af te vragen waarom dingen zo zijn en gaan. Als kind maakte ze al tekeningen met vragen aan God. Alles moet verklaard worden, ook haar gevoelens, haar gedachten, haar reacties... Door alles te verklaren denkt ze dat ze alles in de hand kan houden. Het is een moeizaam proces om er achter te komen dat wat zij zo graag wil door haarzelf tegengehouden wordt.
Het is geen deprimerend boek, integendeel. Het verhaal is niet loodzwaar, Cas zorgt voor het (luchtige) tegenwicht. De taal in het boek is direct en eenvoudig. Mooi!
ISBN 9043504874 | Ingenaaid | 231 pagina's | Uitgeverij KOK | februari 2003
© Dettie, december 2005