Friedrich Schlegel
Categorie: Recensies Volwassenen
Lucinde
Ik zei al dat romantici dichters en filosofen zijn. De korte gedachte is hen daarom op het lijf geschreven, in tegenstelling tot de roman, een product van lange adem, dat hun meestal meer problemen gaf. Vandaar dat de romans van de romantici (niet alleen de Duitse) een duidelijke dichterlijke inslag hebben, poëtisch proza dus. Aan de andere kant leiden de grillige en complexe gedachten tot veel materiaal, dat door het chaotische brein van een romanticus moelijker te ordenen blijkt dan bij een klassiek ingestelde literator. In romans van romantici leidt dit dan ook al gauw tot essayisme, is structuur van minder belang en dringt een weelderige, indringende atmosfeer zich naar voren, die, zou ik willen zeggen, even diepgaand is als de structuur en plot van een klassieke roman. De romantische schrijver dringt daardoor door in werelden waar de klassieke schrijver niet geraakt.
Friedrich Schlegel heeft ook een poging tot een roman gewaagd en dat is Lucinde geworden. Een werk (1799) dat, naar ik begreep, hem flink wat zweetdruppeltjes heeft gekost en waarvan hij stukjes die in de eerste staat voltooid waren ter beoordeling aan trouwe vrienden heeft laten lezen. Het is een grillig boek, waarvan de structuur niet zo een- twee- drie te onderscheiden valt; het begint de lezer pas verderop in deze kleine roman te dagen.
De roman bestaat voor het merendeel uit een aubade van Julius aan Lucinde. Julius is verliefd op Lucinde, dit ontaart niet in sentimenteel geneuzel maar doet de man in kwestie in diepe gedachten en filosofische bespiegelingen ontbranden. Het verhaal van deze roman is eerder een vehikel voor het filosofische gedachtegoed van Schlegel.
Ik had het al over een grillige structuur. Julius doet zijn aubade in de vorm van brieven, maar er zijn ook dialogen tussen de twee geliefden, daarnaast wordt langzaam het verleden uit de doeken gedaan en wordt duidelijk waarom deze twee mensen voor elkaar gekozen hebben, maar waarom tevens de invulling daarvan, door de gecompliceerdheid van hun karakters en gevoelens, tot problemen leidt.
Het gaat hier om een romantische liefde, een liefde die universeel is, die gestoeld is op kunst en religie. Een van de belangrijke vragen die Schlegel hier Julius laat oproepen is, hoe je kunst kunt laten verinnerlijken, hoe dus een kunstmens ontstaat. Hiermee bedoelt Schlegel geen kunstmatige mens, juist het tegenovergestelde, een mens die onderlegd is in kunst, maar wel op fundamenten van de natuur.
Wat vond ik nou van deze grillige, complexe roman? In een woord prachtig. Nergens heb ik zulke diepgaande bespiegelingen over de liefde gelezen, zonder het bekende droge kost-gehalte, nee dit is pure poëzie. In het verleden van Julius laat Schlegel de ontwikkelingsgeschiedenis van zijn liefde voor vrouwen langs komen. Verder zijn er nog korte verhalen door het geheel verweven. Ik zei in het begin al, dat dit een poging tot het schrijven van een roman is, want dit is net als de eerder genoemde roman van Novalis, een onafgemaakte, sterker nog Schlegel had er zelfs vier delen van willen maken! Of hij er uiteindelijk zou zijn uitgekomen en een volwaardige roman zou hebben afgeleverd, dat staat in de sterren. Maar hetgeen hij ons hier heeft nagelaten is een dusdanig aantrekkelijke en rijk gevulde tafel, dat we nooit uitgegeten raken.
ISBN 3458325174 | Paperback | 171 pagina's | Insel Verlag | 1985
© Roel, januari 2007