Elle Eggels

Toon alleen recensies op Leestafel van Elle Eggels in de categorie:
Elle Eggels op internet:

 

Het huis van de zeven zusters Het huis van de zeven zusters


Op haar vijftigste vertrok auteur Elle Eggels naar Midden Amerika. Twee jaar later, in 1998, was haar debuut Het huis van de zeven zusters een feit. Het boek is gebaseerd op verhalen van haar moeder en haar tantes en verscheen ook in het buitenland. Ter gelegenheid van alweer de 17e druk heeft Uitgeverij Tic het boek in een nieuw jasje gestoken. Tevens luidt het boek een nieuwe mijlpaal in want met Het huis van de zeven zuster verschijnt ook het allereerste ebook van deze uitgever.

Het verhaal wordt verteld door Emma. Zij groeide op met haar moeder en zes tantes. Haar moeder Martha was de oudste en was nog piepjong toen haar vader zijn gezin in de steek liet. De twee jongste kinderen, een tweeling, waren nog baby’s. Martha stond er helemaal alleen voor want hun moeder was twee weken na de geboorte van de tweeling overleden aan kraamvrouwenkoorts. Vanaf dat moment drukte een enorme verantwoordelijkheid op de schouders van Martha. Ze nam de rol van moeder op zich en was hard voor haar zusjes. Van het gezin waren alleen de zussen nog over en Martha wilde hen bij elkaar houden, koste wat het kost. En het kostte Martha veel.

Martha nam de bakkerij van vader over en probeerde met vallen en opstaan het hoofd boven water te houden. Toen Martha zevenentwintig was kwam Sebastian in het leven van de zeven zusters. Hij werd al snel een welkome gast en bracht zoveel mogelijk tijd met de zussen door die allen op hun eigen manier van hem gecharmeerd waren.

“In de schemeruren van de realiteit vulde Sebastian de lucht met zorgeloosheid tot het stof danste op de vrolijke tonen die de zwaarmoedigheid overstemden die tussen de naden van de kasseien kroelde.”

Uiteindelijk was het de moederlijke Martha met wie Sebastian het bed deelde. Een zwangerschap volgde en het stel trouwde. Hun huwelijk was echter geen lang leven beschoren. Vijf maanden na de geboorte van Emma vertrok Sebastian om pas dertien jaar later en dood terug te keren. Hij had geen adres en iemand wist zich nog te herinneren dat hij bij de zusters over de vloer kwam. Zijn levenloze lichaam werd op de tafel in de huiskamer gelegd en Emma moest van haar moeder een nacht bij hem waken. Vanaf dat moment zat ze vol met vragen over haar vader maar niemand was genegen ze te beantwoorden.

Het leven van de zeven zusters ging niet over rozen. Sommigen vlogen uit, trouwden of gingen buiten de deur werken. Stuk voor stuk keerden ze terug en namen als vanouds hun plek aan tafel weer in. Het leven draaide om de bakkerij. Om brood en vlaaien. Om zwoegen en ploegen, dag in, dag uit. De levens van alle zeven vrouwen komen aan bod in het boek evenals dat van Emma zelf. Auteur Elle Eggels bedient zichzelf van een indrukwekkend mooi taalgebruik. Zo verzucht de inmiddels vijftienjarige Emma die met tegenzin de vloer dweilt:

“Ik had intussen wel begrepen dat dromen voor de nacht zijn, en dat die zich ’s ochtends terugtrekken in de verborgen nissen van je gedachten die  overdag wel iets anders aan hun hoofd hebben.”

Het verhaal over de zeven zussen is een verhaal dat je omarmt. Tijdens het lezen waan je je voor even een van hen. Ook jij bent ergens in het volle huis gepropt en eet een hapje mee. De zussen hebben het misschien niet makkelijk gehad in het leven maar ze hadden wel elkaar en hun doorzettingsvermogen. Hun band was zo hecht dat er niemand tussen kon komen. Het huis van de zeven zusters is een prachtig verhaal dat iedereen gelezen zou moeten hebben.


ISBN 9789491561153 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij TIC | april 2013

© Annemarie, 24 april 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Het huis van de zeven zusters Het huis van de zeven zusters


Het verhaal speelt zich af in een Limburgs dorp in de jaren veertig, vijftig en zestig van de vorige eeuw.
Na de dood van de moeder - ze sterft in het kraambed door de nalatigheid van een zuipende vroedvrouw - verlaat de vader uit wanhoop zijn zeven dochters en zijn bakkerij. Martha, de oudste, probeert zo goed en zo kwaad als het gaat haar jongere zusters op te voeden en de bakkerij draaiende te houden. Ze bestiert zaak en huishouden met harde doch rechtvaardige hand.
Geen van de zusters lukt het om een blijvende relatie op te bouwen: thuis is en blijft het huis, de bakkerij en de zusters. Als ze al vertrekken, komen ze na langere, maar meestal na kortere tijd weer terug.
Het verhaal wordt verteld door de ogen van Emma, de dochter van Martha die kort getrouwd is met Sebastiaan. Sebastiaan is de knuffelman van alle zusters en eigenlijk kan hij niet kiezen. Dat het uiteindelijk Martha wordt, is min of meer toevallig. Vrij snel na de geboorte van zijn kind neemt hij de benen. Zoveel zusterliefde, dat kan niemand aan. Zo vergaat het de zusters steeds: als de man niet vertrekt of sterft, verlaten ze hem zelf wel.

Het perspectief ligt, zoals gezegd, bij Emma. Het wordt niet consequent gehanteerd. De lezer krijgt evengoed inzicht in de gedachtenwereld van alle personages. Een perspectief kan in een roman best wisselen zonder dat het verhaal ongeloofwaardig wordt. Alleen maakt Eggels nogal eens fouten. Zo schrijft ze: "ik zei het met een van woede vertrokken gezicht...". Dat kan natuurlijk niet, want van jezelf zie je niet wat je gezicht uitstraalt.
Het meest storend is het overdadig gebruik van beeldspraak. Al op de eerste bladzijde begint het: "De hitte hing als een beschonken kerel om ons heen" en "..snikten we met haar mee tot het middenrif zich als een dweil in elkaar wrong...". Zo gaat het het hele boek door. Ik noem er nog een paar: "Zijn boerderij stond zo ver buiten het dorp dat zelfs de eenzaamheid zich verveelde" en "de oprechte gevoelens van de weduwe waren zo vals als de haren van de bovenmeester van de jongensschool"(noot: die bovenmeesterharen komen nergens anders in het boek voor). Bijna alles, gevoelens, gedachten, stoelen, tafels, de lucht, wordt gepersonificeerd. Noem het en het klopt, hijgt, lacht en huilt. Hier geldt dat overdaad schaadt. De vergelijkingen zijn bovendien gezocht, zodat ze niet natuurlijk overkomen. Ze werken niet beeldend, ze werken storend.
Eggels heeft bewust gekozen voor het vertellen in plaats van het tonen (dus het verhaal zichzelf min of meer laten vertellen). Zo krijg je gemakkelijker drie decennia in een boek, moet ze gedacht hebben. Het zorgt er echter voor dat het verhaal vluchtig is: grote gebeurtenissen worden in één alinea afgedaan en hup, we zijn alweer bij de volgende ramp die tien jaar later plaatsvindt. Dit draagt bij tot de indruk van oppervlakkigheid, die toch al meer en meer de boventoon ging voeren naarmate ik vorderde in het boek.
Het is lastig om een thema te formuleren en ik vrees dat dat er gewoon niet is. Gaat het om de kracht van de familieband? Het zou kunnen, hoewel tegelijkertijd blijkt hoe beknellend de band tussen de zusters is. Of gaat het om het belang van het maken van een eigen keuze voor de inrichting van je leven? Geen van de zusters maakt zo'n keuze, allemaal blijven ze voor eeuwig aan elkaar klitten. Het lijkt er dus op dat het om het verhaal alleen gaat, dat er geen diepere laag is. 


Het boek heeft wel een paar elementen die het aantrekkelijk maken. In het begin ligt het lijk van Sebastiaan op de tafel die alleen wordt gebruikt om met feestdagen van te eten. Dat wekt nieuwsgierigheid: hoe komt dat daar? Het verhaal over het moeilijke leven in de bakkerij is op zich boeiend genoeg om het boek met plezier te lezen. Ook de geesten van levenden en overledenen die door het huis dwalen voegen wat toe aan de vertelling, hoewel ze niet zo achteloos en vanzelfsprekend verschijnen als, bijvoorbeeld, de geesten in Honderd jaar eenzaamheid van Garcia Marquez. Zo zijn er tal van gebeurtenissen te noemen die ervoor zorgen dat het verhaal toch lekker wegleest.
Een totale misser is de epiloog: hierin vertelt Emma hoe het met haar afliep. Dat willen we als lezer helemaal niet weten, want Emma speelt slechts een aangeversrol in het hoofdverhaal. Maar nu krijgen we gezeur over een slaande man, over moeilijkheden met zwanger worden en een weglopende zoon door de strot geduwd. In een Libelle-stijl.
Mijn conclusie is dat het boek je een paar aangename leesuren kan bezorgen, maar dat het niet veel om het lijf heeft. Daarvoor is het taalgebruik te slordig ("ondanks dat" in plaats van "hoewel") en te weinig speels. De beeldspraak is onbeholpen en soms zelfs lachwekkend. De vertelde geschiedenis is te eenduidig zonder meerdere lagen, en zonder eigen stem van de schrijver.


ISBN 9050001602 | Paperback | 191 pagina's | Vassallucci | 2000

© PetraO, april 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer: