Eliette Abécassis
Mijn vader
En toch heeft die door haar zo aanbeden vader een groot geheim. Eentje waarvan ze het bestaan slechts na zijn dood begint te vermoeden. De foto van een jongen die ze in de binnenzak van zijn overjas vond, kan ze nog negeren. Een briefje van een man die alles over haar vader wil weten, al veel minder. Ze voelt de dringende behoefte met iemand over haar vader te praten, dus ze gaat op die vraag in. De man blijkt haar broer te zijn en daarmee begint een lange weg van verborgen kanten onder ogen zien. Welke reden hadden haar vader en zijn moeder om dit alles zo lang geheim te houden? Wat was er zo vreselijk dat het door niemand geweten mocht zijn?
Op zich is het geen slecht concept, maar de uitwerking kon stukken beter. De vertelster is een hoogst ergerlijk figuur, met een compleet gebrek aan karakter. Ze ligt aan haar vaders voeten als een kat die zijn territorium heeft afgebakend. Geen enkele andere man is volgens haar vader goed genoeg voor haar, maar eerlijk gezegd: ze wil ook geen enkele andere man, ze geeft alles en iedereen op om voor hem te kunnen zorgen. Terwijl hij wellicht niet zo veel zorg nodig heeft. Misschien wil ze gewoon voor iemand nodig zijn en lijkt haar vader daarvoor de meest logische keuze. En om dat allemaal uit de doeken te doen, gebruikt ze een ontzettend repetitieve stijl: hele pagina’s lang vol korte zinnen die beginnen met “mijn vader” Goddank heeft die man een geheim, anders was hij me al vanaf de eerste bladzijde gaan vervelen. Het boekje duurt welgeteld 110 bladzijden, maar de essentie van het verhaal is op één pagina samen te vatten. Het verhaal had mooi kunnen zijn, maar de verkeerde, minst boeiende aspecten werden belicht. Jammer!
ISBN 9076341656 | Gebonden | 110 pagina's | Ambo|Anthos Uitgevers | 2003
Oorspronkelijke titel: Mon père Vertaling: Joris Vermeulen
© Elvira, maart 2008