David Mitchell
Categorie: Recensies Volwassenen
De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet
Door in het boek het fictieve figuur Jacob de Zoet op te voeren kon hij over het leven op het eilandje vertellen.
Jacob de Zoet is een rechtschapen man die samen met Opperhoofd Vorstenbosch de corruptie van de VOC zal aantonen. Daarvoor komt hij eind 1799, zijnde boekhouder, naar Doshima. Hij laat Anna achter, met haar zal hij trouwen als hij als rijk man terugkeert naar Domburg, zijn woonplaats.
Op het eiland ontmoet hij dokter Marinus een aanhanger van De verlichting. Hij raakt bevriend met deze aanvankelijk stugge, norse man. Dokter Marinus geeft les aan o.a. Orito een Japanse vroedvrouw die zijn lessen mag volgen omdat zij het leven van een kind van een invloedrijke Japanner heeft gered. Jacob de Zoet wordt verliefd op haar. Zij spreekt een beetje Hollands en af en toe praten ze af met elkaar wat eigenlijk niet mag en kan volgens de Japanse regels. Jacob is zo verliefd op Orito en is zo in bezig met manieren te vinden om met haar in contact te komen dat hij niet merkt dat Vorstenbosch en zijn 'aanhangers' Jacob langzaam in de val lokken. Vorstenbosch blijkt niet zo correct als hij zich voordoet. De enige echt eerlijke man blijkt De Zoet te zijn, die het dan ook zeer zwaar te verduren krijgt. De liefde voor Orito blijft bestaan hoewel het ondenkbaar is dat zij een paar kunnen vormen.
Aanvankelijk denk je wat een ongelofelijk saaie man is die De Zoet. Hij sukkelt maar wat voort, doet zeer nauwgezet zijn werk en veel humor of avontuur zit er niet bij. Maar langzamerhand ontwikkelt hij zich tot een man met karakter die zich staande weet te houden in de bizarre wereld van het eilandje met de ingewikkelde regels van de Japanners. De tolken vormen ook een belangrijke spil in het verhaal. Zij proberen woorden te verzachten of vertalen onhebbelijkheden niet waardoor er toch ook weer onduidelijkheden ontstaan. Jacob leert langzamerhand redelijk Japans te verstaan en spreken, maar eigenlijk is dit ook niet wenselijk. Uiteindelijk blijft De Zoet door allerlei oorzaken langer in Deshima dan hij gedacht had.
Het verhaal is opgedeeld in drie delen. Het eerste deel is voornamelijk het verhaal van Jacob de Zoet, hoe hij arriveert in Deshima en daar zijn weg moet zien te vinden. Het tweede deel is het verhaal van Orito en het laatste deel weer over De Zoet en de ondergang van de VOC. Wat zo knap van Mitchell is dat hij bijna nergens een beschrijving geeft van de omgeving en toch weet je hoe het er daar uitgezien moet hebben. Ook de sfeer is ongekend boeiend weergeven. Je hebt het gevoel dat je zelf op Deshima geweest bent en gesproken hebt met De Zoet. Mitchell laat je kennis maken met de personages door hun innerlijke gedachten tijdens dialogen weer te geven. Dat zorgt voor extra spanning in het verhaal. Alles moest zeer diplomatiek gebeuren, één misstap en het kon je letterlijk de kop kosten. De Zoet zegt heel andere dingen dan hij denkt, dat moet hij wel wil hij iets bereiken. Maar zijn grootste kracht is zijn eerlijkheid. De Japanners waarderen dat en het zorgt er voor dat De Zoet met steeds meer respect behandeld wordt. Naast De Zoet is dokter Marinus een onvergetelijk personage. Zijn humeurigheid maar ook zijn grote kunde dwingt ook respect af.
In het interview vertelde David Mitchell ook dat de Nederlandse uitgever tijdens de vertaling naar het Nederlands, vijf specialisten naar de historische juistheid van het verhaal hebben gekeken. Niets is volgens Mitchel erger dan een buitenlandse schrijver die de verkeerde informatie geeft over jouw land. Ook de dialecten zoals Zeeuws, Fries, West-Fries werden door de vertalers nauwkeurig nagegaan. Klopte de uitspraken wel met het dialect dat gesproken werd. Mitchell stelde dat je wel weet dat je een roman leest maar het moet wel zo zijn dat je verder wil lezen. De lezer moet het gevoel hebben dat het klopt en hij is ook erg blij met de grondige aanpak van uitgeevrij Ailantus en de vertalers Harm Damsma en Niek Miedema.
Het boek zelf is goed verzorgd. Prachtige omslag, mooi dun papier en een prettige bladspiegel. Een boek dat zowel qua omslag als inhoud een grote aanwinst voor je boekenkast is.
ISBN 9789089530097 | Paperback | 618 pagina's | Uitgeverij Ailantus | mei 2010
The Thousand Autumns Of Jacob De Zoet vertaald door Harm Damsma
© Dettie, 06 juni 2010
De geestverwantschap
De hoofpersoon in woont in de bizarre metropool Tokio, waar hij toevallig in allerlei reeksen van gebeurtenissen verzeild raakt die zo absurd zijn dat het echt knap is dat de schrijver ze geloofwaardig heeft kunnen maken.
De hoofdpersoon raakt er toevallig in verwikkelt, en is maar 1 van de krioelende mieren in de stad. Maar het stukje van de stad dat hij daarmee te zien krijgt is fascinerend.
Zijn eigenlijke doel is zijn vader te vinden, maar dat wil maar niet lukken, vaak zit je je af te vragen of verhalen over zijn zoektochten naar zijn vader nu fantasie zijn of niet... bizar boek, maar bijzonder boeiend.
Zo ook zijn debuut De geestverwantschap.
Het is eigenlijk een reeks verhalen, beginnende met die van een sektelid die net de gifgas aanval in de Tokiose metro heeft uitgevoerd. Van alle verhalen is de eerste eigenlijk het meest boeiend, naast het verhaal van het Chinese oude dametje dat communiceert met bomen, maar niet weet dat ze een geest in haar hoofd heeft die zo nu en dan tegen haar praat. Later kom je in de gedachtenwereld van de geest terecht, die als gastheer in de hersenen van mensen door Tibet reist, opzoek naar anderen zoals hij zelf om erachter te komen waar hij vandaan komt, wat voor fenomeen hij is. Als enig aanknopingspunt heeft hij (beter gezegd het) enkel een zin uit een oud Tibetaans volksverhaal.
Ieder voorgaand verhaal komt op een of andere manier terug in een van de latere verhalen. Iemand loopt toevallig over straat, een persoon waar de lezer al een band mee heeft. Er hangt een schilderij, waar wij de geschiedenis van kennen. Er belt een sektelid naar een nachtelijk praatprogramma over het einde van de wereld...
Het is een bijzonder geraffineerd verhaal, geschreven met passie voor taal en toevalligheden. De grote hoofdpersoon van het boek is toch wel zijne serendipiteit de sekteleider, het lijkt er op het einde op dat hij mede een oorlog heeft veroorzaakt en dat het net zo'n geest is die in andermans lichaam en geest kan treden...
Dit is de meest mysterieuze 'persoon', niet meer dan een naam en een aantal van zijn mogelijkheden word de lezer bekent. Enkel het vermoeden dat hij een 'oppasser' van de wereld is, die teleurgesteld raakt in de mensen en zich ten doel stelt een deel van die mensen te vernietigen, komt bovendrijven uit de vele verhalen.
De geestverwantschap bindt de verhalen aan elkaar. Soms is de geestverwantschap slechts een toevallig gemeenschappelijk opgevangen detail, soms is het daadwerkelijk de geest die op zoek is naar zijn verleden.
Wie vat op de verhaallijn wil hebben, duidelijk aan het einde wil weten wat er nou precies is gebeurd, moet het boek niet lezen. We zien immers steeds maar kleine hints van een totaalbeeld, die een individu min of meer toevallig opvangt.
Maar wie niet schuw is voor vaagheid en wie de schitterende vertelstijl en bijzondere sferen en beschrijvingen waardeert, zal dit boek niet snel vergeten. David Mitchell is geniaal, hij roept schitterende beelden op, zijn taal en onderwerpen zijn zowel meeslepend als verrassend. Bovenal is hij origineel.
ISBN 9021459183 | Paperback | 442 pagina's | Querido | juni 2002
© Hendrik, april 2005
Dertien
Het speelt ten tijde van de Falklandoorlog, begin jaren tachtig van de vorige eeuw.
Jason woont met ouders en oudere zus ergens in een klein stadje in Engeland.
Dertien, niet de leeftijd waar je naar terug verlangt! En dan heeft Jason naast de gebruikelijke puberproblemen ook nog last van stamelen (hetgeen, zoals hij uitlegt iets anders is dan stotteren). Dat probleem noemt hij 'Hangman'. Om te voorkomen dat Hangman hem zal verhinderen een bepaald woord uit te spreken, moet Jason vooruit denken en een ander woord klaar hebben, zodat hij toch nog redelijk vlot uit zijn woorden komt. Toch maakt het hem tot een buitenbeentje op school, en hij heeft eigenlijk maar een enkel vriendje, Moran. Ook een pispaaltje.
Jason is constant bang om gepest te worden, en om maar voor vol aangezien te worden gaat hij zelfs tegen zijn eigen aard in en doet dingen die hij eigenlijk helemaal niet wil doen. Hij leest graag, maar kan dat niet toegeven. Uit den boze is er voor uitkomen dat hij gedichten schrijft, dat is 'homo'.
Toch zijn de gedichten die hij in het wijkkrantje publiceert onder een andere naam de aanzet tot de ontmoeting met een bijzondere vrouw. De ontmoetingen met Madame van Outryve de Crommelynk vormen het mooiste hoofdstuk uit het boek, maar het is ook het meest bevreemdende hoofdstuk, omdat het bepaald geen alledaagse belevenissen zijn. De andere hoofdstukken gaan grotendeels over de gewonere dingen die een jongen zoal in zijn leven mee kan maken: de problemen thuis, waar zijn vader en moeder hard op een scheiding afstevenen, wat echter grotendeels aan de jongen voorbij gaat. Over het lidmaatschap van een jongensclub, waarbij je een test moet afleggen die niet bepaald mis is. Over de eerste verliefdheid en de eerste zoen. Over hoe je er achter moet komen wat goed en wat slecht is, hoe je keuzes moet maken.
De eerste hoofdstukken spreken mij niet erg aan, maar ik ben dan ook nooit een dertienjarige jongen geweest. Ik had moeite met de gedragingen, de bochten waar de jongen zich in wringt om maar geaccepteerd te worden. Het gaat mij te ver.
Maar later als het minder over die acceptatie gaat, wordt het steeds interessanter, steeds boeiender, en wilde ik het boek niet meer wegleggen. Mitchell is een vlot verteller.
Het is deels een autobiografie, een prachtige Bildungsroman.
Het zal bovendien op de herleesplank moeten...
ISBN 902147493X | Paperback | 360 pagina's | Querido | 2006
© Marjo, april 2007
Wolkenatlas
Verhaal twee speelt in België, begin twintigste eeuw: klaploper Robert Frobisher dringt zich bij een beroemd componist binnen om hem te helpen componeren (en en passant diens vrouw te verlossen van haar verlangen naar sex). Frobisher schrijft hier zijn Cloud Atlas sextet en de brieven aan Rufus Sixsmith in Engeland. Die brieven vormen het verhaal.
Verhaal drie beschrijft hoe Sixsmith aan zijn eind komt, als hij een belastend rapport over een kerncentrale aan een onderzoeksjournaliste dreigt te overhandingen. Deze Luisa Rey wordt op haar beurt belaagd. Beetje thrillerachtig verhaal.
Verhaal vier vertelt over de uitgever Cavendish, die met een manuscript van Luisa Rey in zijn zak, per ongeluk (?) opgesloten wordt in een verpleeginrichting, en probeert te ontsnappen.
Verhaal vijf is science-fiction: een gemanipuleerde (gegende) groep mensen "fabrikaten" knappen het vuile werk op, een van hen Somni nummer zoveel vertelt in een interview hoe zij "verheven" is geraakt.
Dan verhaal zes: na de apocalyps lijkt er niet veel van de beschaving meer over te zijn.
Na verhaal zes dat in zijn geheel vertelt wordt gaan we in omgekeerde volgorde weer terug langs verhaal 5, 4, 3, 2 en 1..want die waren middenin afgebroken.
Waarom Mitchell deze ingewikkelde structuur gebruikt heeft, ik heb geen idee. Het maakt het er niet overzichtelijk op, en het is allemaal teveel. Na het zesde verhaal valt het niet mee om de draad weer op te pakken van de andere verhalen, ook al wil je graag weten hoe die verder gaan, en al zijn die stuk voor stuk de moeite waard.
En de "boodschap"? De mens is dom en slecht, en veroorzaakt zijn eigen ondergang. Niets nieuws onder de zon.
Oorspronkelijke titel: Cloud Atlas Vertaler: A. van der Mijn
ISBN 9021474840 | Paperback | 540 pagina's | Querido | november 2004
© Marjo, juni 2005