Caspar Visser 't Hooft

Toon alleen recensies op Leestafel van Caspar Visser 't Hooft in de categorie:
Caspar Visser 't Hooft op internet:
 

Feniksbloem Feniksbloem


Caspar Visser ’t Hooft



Het is 1913. De Eerste Wereldoorlog, alsmede de Russische Revolutie zijn ophanden, maar Vanja en Elisabeth die op een soort verlate huwelijksreis zijn in Italië, weten nog niet hoe dat hun leven zal bepalen.
Als Vanja (=Ivan Konstantinovitch Rozanov) op het eiland San Antonio rondstruint vindt hij een heel klein plantje, dat veel lijkt op een orchidee. ‘Drie witte kelkblaadjes, drie witte kroonblaadjes, een wit lipje: een pahleanopsis, maar dan in het klein’. Hij neemt het mee in zijn botaniseertrommel, omdat dat zijn taak is: planten verzamelen voor de botanische tuin die zijn vader aan het aanleggen is in het park dat bij de Rozanov-villa hoort. Het park moet het grootste ter wereld worden, en zijn kleinzoon reist daarvoor de wereld af.
Elisabeth is Nederlands, een freule uit Bloemendaal, en zij zal haar verhaal vertellen tussen het actuele verhaal door.
Haar verhaal beleeft een vervolg in het heden, waar Ernst, net terug uit Brazilië, is gaan werken bij het Plantarium. Daar leert hij Vanja kennen, een achterkleinzoon van de eerder genoemde Rozanov, op zoek naar informatie over de botanische tuin van zijn voorvader. Ernst is geïntrigeerd en belooft hem te helpen met een speurtocht in het archief. Vanja blijkt een zus te hebben, die betrokken is bij een kind dat lijdt aan een huidziekte. En zo hangt alles met alles samen, want Ernst stuit in het archief op een aanwijzing dat de feniksbloem, het kleine witte bloempje uit Venetië,   misschien wel geneeskracht zou kunnen bezitten.
Vanuit het perspectief van Elisabeth in het verleden, en Ernst en Olga in het heden lezen we over de geschiedenis van de plantkunde; over de gevolgen van de Russische revolutie en nog veel meer. Een verhaal waarin het verleden het heden inhaalt, waaruit blijkt dat we vandaag de dag oogsten wat lang geleden gezaaid is. Niets is voor niets.
Nog een thema: de calvinistische levenshouding van ons Nederlanders.
De grootvader van Ernst, grootvader de Vreeze, predikte de stelling ‘wie niet werkt is een dief’. Een devies dat hij op Ernst had willen overbrengen. Het bezorgt zijn kleinzoon inderdaad schuldgevoelens:


‘Nu, achteraf denk ik wel eens: maar wat heb ik in die tien jaar eigenlijk gedaan? Het antwoord hierop is natuurlijk dat ik gewoon geleefd heb. Gedurende de tien jaar dat ik daar woonde, kwam de vraag – die de vraag is naar de zin van het leven – geen moment bij me op. Hier wel, vooral de laatste tijd.
En ik denk dat dat komt omdat we hier teveel van onszelf vragen. Alsof we ons voortdurend voor ons bestaan hebben te verantwoorden. Door maar druk in de weer te zijn, te regelen, dingen te veranderen, beleid te voeren, kortom te werken en nog eens te werken. Daar niet, want wat zul je druk in de weer zijn wanneer je omringd wordt door een natuur waarvan je weet dat hij een rustig moment afwacht om alles wat de mensen van  hem hebben afgepakt weer terug te veroveren en langzaam maar zeker te verteren? Is dat fatalisme? Een fatalisme dat tot een gemakzuchtig ‘laisser aller’ leidt? Wanneer wij, calvinistische Nederlanders in andere streken komen, vinden we al gauw dat de dingen er rommelig zijn, dat orde en structuur er ontbreken, dat de mensen er ondegelijk zijn, weinig serieus, lui.’


Caspar Visser ’t Hooft woont en werkt in Frankrijk…

Dit is de tweede roman van zijn hand die ik lees, maar hij lijkt nog niet echt bekend bij Nederlandse lezers. Misschien dat er daarom gekozen is voor zo’n opvallende omslag?
Het zou daar niet van af moeten hangen: zijn boeken zijn goed geschreven, met een afwisseling van gedragen proza en vlotte dialogen.  Ze bieden ook meer dan een gewoon verhaaltje. Het blijft haken in je hoofd, en maakt je nieuwsgierig naar nog meer feiten over de achtergrond.


ISBN 9789086840809 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij IJzer | mei 2012

© Marjo, 18 november 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer: