Bregje Bleeker

Toon alleen recensies op Leestafel van Bregje Bleeker in de categorie:
Bregje Bleeker op internet:
 

Eva Eva


Wanneer doe je het ooit goed als ouders?
Schrijfster dezes is opgegroeid in een gezin waarin de persoonlijke ontwikkeling de hoogste standaard was. Een vrijgevochten ouderpaar dat zich aan liet spreken met de voornaam, en dat hun kinderen zeer zelfstandig opvoedde. Als je het echt wilt, dan kun je het, was het devies. Zeker was het Eva, de moeder, gelukt: zij ontworstelde zich aan het katholieke kleinsteedse milieu, zoals dat heerste in Princenhage, een dorp, dat nu ingelijfd is bij Breda. Haar ouders hadden niet bepaald een gelukkig huwelijk, de hersenbloedingen die haar vader tenslotte velden, waren een opluchting voor haar moeder. Zuster Redempta van de lagere school gaf Eva het opzetje: zij zorgde er voor dat het meisje naar het gymnasium ging, in de jaren zestig nog zeker niet gebruikelijk voor een dorpsmeisje. Na de verhuizing naar Amsterdam, hetgeen gepaard ging met de confrontatie met haar Brabantse achtergrond, werd de middelbare school gevolgd door de medicijnenstudie. Daar ontmoette zij Jacob, eveneens studerend voor dokter. Allebei werden zij arts, maar de ambitie van Eva was nog niet over: tenslotte werd zij hoogleraar, in de tijd dat een vrouwelijke dokter veelal aangezien werd voor verpleegster.
Maar later bleek dat de eerste verschijnselen van wat een vreselijke ziekte bleek te zijn, al begonnen waren nog voor ze op haar 48e hoogleraar werd.

‘Maar hadden we in die tijd maar één keer werkelijk met elkaar gepraat. Was er toen op de een of andere manier maar een ‘nulpunt’ geweest, een moment waarop we al het ongemak en on begrip uit de voorgaande jaren hadden afgesloten. Was er maar een duidelijk begin geweest. Van een periode die hoe dan ook zwaar en moeilijk zou zijn.’

Bregje, dochter van Eva en Jacob, vertelt over haar moeder, waarbij vanzelf ook haar jeugd aan de orde komt. En dan wordt pijnlijk duidelijk dat terwijl de ouders voor zelfstandigheid kozen en daar goed aan dachten te doen in de ogen van hun kinderen meer aan zichzelf dachten dan aan hun nazaten. Tussen neus en lippen door vertelt Bregje haar ouders dat ze aan boulimia leed, en dan volgt deze scène:

‘Het is niet zo,’ zei Jacob, met een verkrampt gezicht. ‘En als het zo is, dan ligt het niet aan ons.’ En hij bestudeerde nadrukkelijk zijn theemok.
We bliezen toen alle drie voorzichtig de wolkjes weg. We keken alle drie naar de thee die in brede cirkels naar de randen van onze mok kringelden. En vervolgens hadden we het maar weer over de waterlelies, die wel hadden geschitterd, omdat ze dicht bij een raam hingen. Jacob vertelde dat er een groep Japanners was geweest die het nog had gecompliceerd, onder die Japanners met hun neuzen bijna tegen de schilderijen aan hadden gestaan. Ik knikte mee. Ik focuste ook op de Japanners.
‘Alsof je dan nog wat kan zien, als je er zo dicht op staat!’ zei hij. En: ‘tja, wat doe je dan? Dan probeer je dus om over hun hoofden heen te kijken.’
En ik begreep dat de Japanners zo dicht bij de schilderijen hadden gestaan dat je dan nog steeds niets kon zien.’

Dit boek vormt zeker geen aanklacht tegen liefdeloze ouders, want liefde was er wel, alleen werd het op een zakelijke manier getoond. Aan affectieve aanrakingen werd niet gedaan, financieel kwamen ze niets tekort. Toegegeven: Eva zelf heeft het ook niet over haar problemen, tot ze er niet meer om heen kan. Dan moet Eva erkennen: ze is ziek. Ze stopt met werken, en wordt steeds afhankelijker van anderen. Van Bregje en haar zus dus. Want Jacob komt hier niet zo best van af: hij kan het niet aan. Hij verwacht dan ook dat zijn dochters voor hun moeder zorgen, dan voor het gemak vergetend dat hij en Eva hen juist hebben gestimuleerd te studeren en hard te werken, zodat de situatie nu zodanig is dat ze eigenlijk geen tijd hebben voor die verzorging. Bregje zal het toch op zich nemen. Naarmate Eva aftakelt, kan Bregje steeds meer zichzelf zijn. Alsof er geen druk van bovenaf meer is. Nu kan ze de dochter zijn zoals ze dat altijd gewild had: samen met haar moeder winkelen en geurtjes uitproberen.

Maar de aftakeling is natuurlijk wel begonnen, en het verpleeghuis komt naderbij. De beschrijving van dat proces vormt de tweede helft van het boek.
Het eerste deel geeft een tijdsbeeld van drie generaties, en periode waarin ontzettend veel veranderde in de verhouding tussen ouders en kinderen, tussen mannen en vrouwen, een tijd waarin de onderlinge verhoudingen binnen de politiek en de geestelijkheid net zo hard mee veranderde. Maar het boek heet niet voor niets Eva. Het tijdsbeeld is nodig, omdat Eva daardoor werd wie ze was, voordat een akelige ziekte haar opnieuw veranderde. In wie ze niet wilde zijn.
‘Eva’ is het verhaal van een moeder-dochter verhouding, die helaas niet goed afloopt, maar anders waarschijnlijk niet verteld zou zijn.
Gelukkig doet Bleeker niet melodramatisch, de toon is precies die je zou verwachten bij een opvoeding die gericht is op presteren en minder op gezelligheid en liefdevol samenzijn. Waarmee de impact misschien wel groter is.

Bregje Bleeker (1970) is auteur en organisatieadviseur bij de gemeente Amsterdam. Ze studeerde geschiedenis en politicologie in Amsterdam. De Walrus was haar literaire debuut.


ISBN 9789048819997 | Paperback | 192 pagina's | The House of Books | januari 2017

© Marjo, 24 februari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: