Boualem Sansal
Categorie: Recensies Volwassenen
2084
Het einde van de wereld
Maar Ati heeft in het sanatorium al opgemerkt dat er vreemde dingen kunnen gebeuren met groepen mensen. Heeft Abistan - het land is genoemd naar de profeet Abi – dan toch grenzen? En wat gebeurt daar dan? Op onderzoek uitgaan is onmogelijk, er is een continue controle. In naam van de Almachtige Yölah en zijn profeet Abi zijn de Abistanen gebonden aan strakke regels. De V’s, een soort djinns, controleren alles, zelfs gedachten. Iemand die er andere ideeën op na wil houden is niet veilig. Toch is Ati er niet van overtuigd dat hij gelooft in Yölah.
‘Ongelovig zijn is een geloof afwijzen waar je ambtshalve bij hoort, en dat is nou net waar de schoen wringt, de mens kan zich alleen maar bevrijden van een geloof door te steunen op een ander geloof, zoals je van drugs afhankelijk blijft, door het steeds meer plaats te geven, desnoods door het zelf te verzinnen. Maar hoe en waarom, in de ideale wereld van Abi is er immers niets wat de gelegenheid biedt het te doen, geen standpunt kan zich ermee meten, geen denkbeeld kan iets van een rebelse gedachte oproepen, welk vervolg kun je verzinnen, welk ander verhaal kun je bedenken tegenover wat als standaard geldt? Alles wat daarvan afwijkt is nader bekeken en uit de gedachten gebannen, de geesten zijn precies afgesteld op de officiële canon en worden regelmatig bijgesteld. Onder de heerschappij van het Eenheidsdenken is ongelovig zijn dus ondenkbaar.’
Maar ongelovig zijn is gevaarlijk, dus eigenlijk is Ati heel blij dat hij, eenmaal weer in de stad, begint te vergeten.
‘Godsdienstplichten, semigodsdienstige bezigheden, plechtigheden op het godsdienstige vlak, dat alles liet weinig tijd voor overpeinzing en discussie, wat iedereen domweg afwees.’
En zo leeft het volk in grote armoe, zonder enige vorm van luxe en continu gecontroleerd door de V’s. Maar zij geloven, zijn gelukkig en stellen geen vragen. Maar Ati wel en met zijn vriend Nas ontdekt hij het verleden, dat door het regime ontkend wordt.
2084 is een pittig ideeënboek, het is nauwelijks een roman. Er zijn geen dialogen, geen spanningsboog of een plot. Het is bepaald geen optimistisch boek, of gloort er toch een klein beetje hoop?
Het is wel logisch dat de titel verwijst naar het boek van Orwell, 1984. Ook in 2084 heerst er een permanente staat van verwarring en oorlog zonder duidelijke vijand. Orwells Big Brother heet hier Bigaye en ook Abistan heeft een eigen taal, het Abilang.
Sansal begint het boek met de opmerking dat het boek fictief is. ‘Alles is verzonnen, de personages, de feiten en al het andere.’ Maar er zijn veel verwijzingen naar de Islam. Een mockba is een gebedshuis, Gkaboel het wetboek en Char de Heilige Oorlog. Het boek doet evenwel vaak denken aan IS, en roept een schrikbeeld op: een leven met deze onvoorwaardelijk en volledige overgave aan een strak regime, dat heerst vanuit een almachtige god. Het is nog erger dan het leven in Oost-Europa onder de Stasi...
Boualem Sansal (1949) is een Algerijnse schrijver. Diverse Franse en Duitse prijzen ontving hij voor zijn werk, maar aangezien zijn thematiek het aan de kaak stellen is van nepotisme, corruptie, bureaucratie en godsdienstintolerantie is hij in eigen land verboden. In Frankrijk werd 2084 bekroond met de Grand Prix de l’Académie française als ook de Prix Goncourt.
ISBN 9789044538861 | Hardcover | 288 pagina's | Uitgeverij De Geus | januari 2017
Vertaling uit het Frans door Jan Versteeg
© Marjo, 28 april 2017