Bas van den Bosch

Toon alleen recensies op Leestafel van Bas van den Bosch in de categorie:
Bas van den Bosch op internet:

 

Klem Klem


Als Paul wegrent bij zijn terminaal zieke moeder, heeft hij geen idee dat hij haar nooit meer in leven zal zien. Hij is een jongen van elf jaar, opgroeiend in de jaren zestig, een tijd waarin kinderen nog niet overal van op de hoogte waren, maar nog echt kind konden zijn. Helaas is dat in dit geval geen voordeel: niemand heeft in de gaten dat Paul worstelt met een enorm schuldgevoel. Zijn moeder had hem gevraagd om nog een keertje naast haar te komen liggen, en hij had geweigerd. Hij was verdorie elf! Toen zijn moeder hem vastpakte, maakt hij zich met geweld los, hij was erg boos. En nu is ze dood. Hij heeft haar vermoord, hij weet het zeker.

En hij denkt dat zijn vader dat ook denkt, hij praat er immers over met ook Gerard ‘vind je dat het moord is?’ hoort hij hem zeggen. Maar zijn vader zegt niets. Niemand zegt iets. Het lijkt wel of zijn moeder er niet geweest is. Foto’s verdwijnen, zijn vader nodigt alweer een andere vrouw over de vloer. Ze bezoeken het graf niet en er wordt niet gepraat over Ria. En papa liegt ook.

Het enige waar de jongen denkt de hand in te kunnen houden is zijn stoelgang. Hij houdt dagenlang op, en eet niet goed. Thuis is hij op zijn hoede, hij verstopt zich en luistert gesprekken af. Die brokstukjes informatie interpreteert hij natuurlijk niet op de juiste manier. Op school vindt de juf dat hij niet normaal doet, en hij moet naar een psychologe. Maar die spannen allemaal samen met zijn vader, dus Paul zwijgt.

‘Nu heb ik er genoeg van. ‘U hoeft niet net te doen alsof u het niet weet,’ zeg ik. ‘Mijn moeder is dood en ik wil er niet over praten.’


Gelukkig is er iemand met wie hij een onbevangen vriendschap kan opbouwen: de brugwachter, een eenvoudige man die de jongen graag ziet komen. Juist bij deze man loopt de situatie uit de hand, en dan belandt Paul in datzelfde ziekenhuis waar hij had gezworen nooit meer een voet te zetten...

Het verhaal speelt in 1962, op de achtergrond is er de cubacrisis. Thuis bij Paul, de elfjarige verteller, is er geen televisie, dat was nog geen standaard meubel in die tijd. Er zijn problemen in Algerije, waar oom Gerard missiepater is. Wat de jongen dan hoort doet hem besluiten niet meer af te luisteren:

‘Als ik weet dat hij (= oom Gerard) komt, kijk ik tegenwoordig wel uit om onder de tafel te kruipen want een mens wil niet alles horen.’


Ook lezen we hoe de Chinees-Indische keuken zijn intrede doet, net als de Italiaanse pasta.
Het is een ontroerend verhaal over een vader en een zoon die niet met elkaar kunnen communiceren over het verdriet dat hen beheerst. Misverstanden stapelen zich op door het onbegrip. Niet alleen de jongen die niet beter weet interpreteert verkeerd; ook de vader, die al moeite heeft met de kleine praktische zorg waar hij nu alleen voor staat, begrijpt niets van zijn zoon. Ze hebben elkaar in de klem...


Het is een verhaal met veel details, die af zouden kunnen leiden van de kern van het verhaal, maar dat wonderlijk genoeg niet doen. Ondanks de zwaarte van het geheel zit er ook humor in, en zo wordt het een mooie, boeiende en herkenbare schets van de eerste periode van de jaren zestig, met als kern de vader-zoonrelatie.


ISBN 9789025444808 | Paperback | 192 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | mei 2015

© Marjo, 17 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: