Bert Natter

Toon alleen recensies op Leestafel van Bert Natter in de categorie:
Bert Natter op internet:
 

Begeerte heeft ons aangeraakt Begeerte heeft ons aangeraakt


Het motto van het boek is:
Hoortgheseniet? Od beguicheltme een soete razerny?
Letterlijk betekent het: “Hoort u haar niet of word ik begoocheld door een lieve zotheid.”?
(Horatius, uit Carmina III, 4 vertaald door Joost van den Vondel)
Het boek zelf opent met de zin "Als je ophoudt met zingen zal ik je alles vertellen." en bijna op het eind staat "Eerst moet je stoppen met zingen, want ik word er knettergek van."  Alleen het hoofdpersonage hoort het gezang. Wie is degene die zingt? vraag je je na die openingszin af. Dat wordt in de loop van het verhaal duidelijk...

De hoofdpersoon, Lucas Hunthgburth, werkte zes jaar als conservator Oude Muziekinstrumenten maar is ontslagen, met een gouden handdruk, omdat hij bij de opening van het nieuwe paviljoen van het Residentieel museum (Re-muse) het waagde om iets tegen koningin Beatrix te zeggen. Iets wat uitdrukkelijk verboden was. Natuurlijk was er een achterliggende reden voor dit ontslag. Krystel Buwalda, de directrice, beschouwde de collectie die hij beheerde 'als een kerkhof waarbij je beter niet te dicht in de buurt kon komen.' Ze had gehoopt dat Lucas bijzondere vondsten of wereldschokkende ontdekking zou doen, wat dus niet gebeurde. Lucas kent Krystel al vijftien jaar, zij is een van de weinigen die weet dat zijn beste vriend, Ernst Zwier, omgekomen is bij de vuurwerkramp in Enschede. Het is Krystel die Zwier het advies gaf de borsten van bekende Nederlandse vrouwen te schilderen, wat hij ook deed en daar bekend door werd.
De dood van Ernst grijpt Lucas enorm aan. Het is Krystel die hem dan een baan aanbiedt als Hoofd Oude Muziekinstrumenten in 'haar' museum.

Nu is hij dus ontslagen maar op diezelfde dag krijgt hij een telefoontje van ene Diederik Dembeck. Deze heeft een bijzondere klavecimbel staan die hij, nu zijn vader overleden is, wil verkopen... Heeft Lucas interesse?
Aldus vertrekt Lucas naar Bethlehem in Groningen om de eerstkomende tien dagen op het landgoed door te brengen... Deze dagen zullen de meeste bizarre dagen worden die hij tot dan gekend heeft.

De 'lieve zotheid' blijkt ook een goede beschrijving voor het boek. Bert Natter voert ons mee naar situaties die op zijn zachts gezegd 'zot' zijn.
Het begint al met de beschrijving van het nieuwe paviljoen en de publiekstrekker, het kunstwerk van E. Kracht, door Hunthgburth nothing/inside genoemd. Duidelijk is dat hij niet veel opheeft met de moderne kunst en de heisa rond het bezoek van de koningin. Ook de borstenschilderijen worden eerder als een lachertje weergegeven, hoe leeg de moderne kunstwereld kan zijn.
De tien dagen op het landgoed zijn bizar, maar toch... Hoe idioot de situaties ook zijn, Bert Natter gebruikt nergens flauwe humor. De begrafenis van vader Dembeck bijvoorbeeld ontaardt in een orgie en toch past het in het verhaal. De personages worden nergens belachelijk of ongeloofwaardig. (Het 'lieve' in de zotheid)

Het is een verhaal van illusies én begeerte, dit laatste zowel in de vorm van materiële als seksuele begeerte.
Ontroerend is het verhaal van de ouders van Lucas, zelfs na de ramp blijven zij hun winkeltje runnen wat nog nauwelijks iets opbrengt maar zij hebben de illusie 'dat de mensen hun nodig hebben'.
Een bijzonder, tragi-komisch, mooi boek. Voor mij een kanshebber voor de debutantenprijs.


ISBN 9789060057155 | Paperback | 271 pagina's | Uitgeverij Thomas Rap | 2008

© Dettie, september 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Begeerte heeft ons aangeraakt Begeerte heeft ons aangeraakt


Twee dolende zielen, twee beschadigde mensen ontmoeten elkaar en krijgen een band die in een onmogelijke liefde zal uitgroeien.
Hij, de ik-figuur, schrijft aan haar zijn verhaal, een verhaal dat een tijdsspanne van tien dagen beslaat maar waarin hij ook uitweidt over het verleden.

Hij, Lucas, heeft zes jaar eerder de vuurwerkramp in Enschede meegemaakt. Als hij gedaan had wat hij moest doen, had hij midden in het centrum er van gezeten, maar hij haastte zich niet voor de afspraak die hij had met zijn vriend Zwier. Toen tot Lucas doordrong wat er gebeurd was, zocht hij eerst zijn ouders -die bleken in orde- en toen zijn vriend. Zwier lag dood, verpletterd door een blok beton, dat verder gestuiterd was. Zo enorm was de kracht van de ontploffing. Zo enorm is ook de impact die het verlies, en het schuldgevoel op Lucas heeft. Hij voelt zich ontheemd, hij leeft zijn leven, maar niet van harte.

Hij is werkzaam in een museum, als conservator van de afdeling Oude Muziekinstrumenten, als hij op een dag de regels overtreedt en de koningin aanspreekt. Voor zijn baas en minnares hem kan ontslaan, vertrekt hij zelf. Net voor hij de deur uitgaat is er een telefoontje van iemand uit Groningen die een klavecimbel heeft staan waarvan hij denkt dat het een waardevol instrument is. Lucas heeft niets te verliezen, waarom zou hij niet even gaan kijken wat het is? Misschien wel de ontdekking van zijn leven?

Dembeck, de beller ontvangt hem in zijn huis, een voormalig klooster, waar een week eerder zijn vader omgekomen is bij een brand. Een ander zou uit kiesheid zo snel mogelijk weggegaan zijn, maar Lucas blijft zelfs logeren als Dembeck dat voorstelt. Hij verschuilt zich achter het moeten herstellen en stemmen van eerst het klavecimbel en later het kerkorgel, maar eigenlijk weet hij niet wat hij met zijn leven aan moet. Zijn ouders wonen nog in Enschede, net als Zwiers ouders. Hij bezoekt hen plichtmatig, maar liefst zou hij alles vergeten wat met de ramp te maken heeft.

Dan komt de vrouw aan wie hij schrijft in zijn leven. Dido, de zus van Dembeck, die net als de rest van de familie overkomt voor de begrafenis. Dido heeft ook zo haar problemen. Zij is een talentvol muzikant, een claveciniste. Ooit zeer succesvol in Japan, maar nadat ze op het podium volledig ingestort is, nooit meer uit de inrichting gekomen waar ze opgenomen werd. De begeerte raakt hen aan... maar door wat ze zijn kan hun liefde nooit tot ontwikkeling komen. En ze weten het.
Het is een tragisch verhaal, een liefdesroman, maar met zulke aparte vondsten, dat je net zo vaak tot tranen geroerd bent als tot lachen geneigd.
Een fantastisch mooi debuut.


ISBN 9789060057155 | Paperback | 271 pagina's | Uitgeverij Thomas Rap | 2008

© Marjo, november 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer: