Amélie Nothomb

Toon alleen recensies op Leestafel van Amélie Nothomb in de categorie:
 

Met angst en beven Met angst en beven


Nothomb beschrijft in dit boekje met nog geen 130 pagina's haar terugkeer in Japan. Ze is er als kind opgegroeid (zie "Gods ingewanden") en had daar een grote liefde voor het Japanse overgehouden. Of die liefde na het jaar dat ze in dit boek beschreef verdwenen was, weet ik niet.

Ik heb genoten van dit boek, zelfs hardop grinnikend, en dat doe ik niet snel. Nothomb geeft een hilarische beschrijving van haar werk op een Japans kantoor, waar ze als westerse aangenomen is vanwege haar kennis van het Japans. Dat staat tenminste op de flap, maar het blijkt niet uit de activiteiten die ze op het kantoor ontplooit. Haar wordt zelfs verboden om Japans te spreken en te verstaan!
Ze weet niet precies wat haar werkzaamheden zijn, niemand vertelt het haar, dus ze gaat maar koffie en thee rondbrengen, leert nutteloze feiten en probeert intussen nederig te zijn. Want dat is, ontdekt ze, heel belangrijk...

Als meneer Tenshi haar vraagt om een rapport te maken over vetvrije boter die in België gemaakt wordt, doet ze dat op voortreffelijke wijze..maar zowel zij als Tenshi worden op het matje geroepen bij de baas: (verklaart meteen de Nederlandse titel)

"Ik dacht te weten wat een donderpreek was. Uit wat ik te verduren kreeg, bleek mijn volstrekte onwetendheid. Meneer Tenshi en ik kregen een oorverdovend gebulder te horen. Ik vraag me nog steeds af wat het ergste was, de vorm of de inhoud.
De inhoud was buitengewoon beledigend. Mijn lotgenoot en ik werden uitgemaakt voor rotte vis: we waren verraders, nulliteiten, onderkruipers, gluiperds en individualisten- de ultieme belediging. De vorm verklaarde een heleboel aspecten van de Japanse geschiedenis. Om een einde te maken aan dat afschuwelijke gebrul was ik tot de gruwelijkste dingen in staat geweest. Manstjoerije binnenvallen, duizenden Chinezen over de kling jagen, zelfmoord plegen in naam van de keizer, me met mijn vliegtuig op een Amerikaans pantserschip storten en misschien zelfs voor twee Yumimoto-bedrijven werken."


Verderop in het boek probeert Amélie haar directe baas, de beeldschone Fubuki, te troosten nadat deze een zelfde soort donderpreek heeft moeten ondergaan. Maar dat ze Fubuki heeft zien huilen blijkt de ultieme vernedering, en Fubuki neemt wraak: Amélie wordt te werk gesteld op de toiletten. Zonder dat ze Fubuki iets kwalijk neemt, zit ze de rest van de tijd van haar jaarcontract uit als wc-juffrouw...

Over de Japanse vrouw schrijft Nothomb onder andere:

"Als Japanse vrouwen bewondering verdienen - en dat verdienen ze- is het omdat ze geen zelfmoord plegen. Van hun prilste jeugd af spant alles samen om hun dromen kapot te maken. Ze gieten het hen met de paplepel in. Als je op je 25e nog niet getrouwd bent, heb je een goede reden om je te schamen. Als je lacht, ben je ongemanierd. Als je gezicht enige emotie verraadt, ben je ordinair, als je durft te suggereren dat je ook maar één haartje op je lichaam hebt, dan ben je obsceen, als een jongen je in het openbaar zoent, ben je een snol, als je geniet van je eten, ben je een varken, als je graag slaapt ben je een luie koe en ga zo maar door. Die vermaningen zouden louter anekdotisch moeten zijn, als ze de geest niet ondermijnden."


"sabotage is voor een Japanner een bijzonder ernstig vergrijp, dat zo verfoeilijk is dat ze er het Franse woord voor gebruiken, want je moet al een buitenlander zijn om zo'n gemene rotstreek te bedenken."


Amélie is vrouw, en ze is een buitenlandse, geen wonder dat ze haar contract bij die Japanse firma niet verlengd heeft, en teruggekeerd is naar België. Om haar fantastische boeken te schrijven...


ISBN 9076682313 | Paperback | 130 pagina's | De Bezige Bij | februari 2005

© Marjo, april 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: