Alex Boogers

Toon alleen recensies op Leestafel van Alex Boogers in de categorie:
Alex Boogers op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

Alleen met de goden Alleen met de goden


‘Je kan het. Je kan het. Geloof er in en je kan het.’
En nee, dit is geen citaat. Het zijn de woorden die in mijn hoofd blijven hangen, sinds ik het boek uit heb. Een overweldigend verhaal, dat je vanaf de eerste pagina pakt en niet meer los laat. Ook niet als je het uit hebt.

Het verhaal is dat van de jongen Aaron, die, elf jaar oud, geschreeuw hoort aan de deur, en als hij gaat kijken een man op de drempel ziet liggen. Onbeweeglijk, terwijl zijn vader vloekend schreeuwt dat hij wakker moet worden. ’Neem dat jong mee..’ riep hij. Maar de jongen is er vanachter de deur van zijn kamer getuige van hoe zijn vader meegenomen wordt door de politie en een buurman blijft roepen dat ze asocialen zijn. Zijn leven, toch al niet zo rooskleurig, ligt vanaf dat moment aan gruzelementen.

Het gezin - vader, moeder en zoon - woont in een volksbuurt onder de rook van Rotterdam. Vader is havenarbeider, nogal grof in de mond, drinkt graag, maar is voor de jongen een gouden vader. Ook als hij ontdekt dat hij niet zijn biologische vader is. Want Leen was goed voor hem. Niet als zijn moeder, die niet eens een koperen moeder is: ze gaat te keer tegen de jongen, roept steeds dat hij er beter niet had kunnen zijn, en ze slaat hem. Niets is goed. Ze boort hem de grond in.
Vader Leen wordt door Aaron ‘papa Leeuw’ genoemd. En Aaron is voor zijn vader ‘Tijgerwelp’. Het leven is hard, leert de jongen, thuis en op straat. Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje.

Eén ding is er waardoor Aaron zich staande weet te houden: hij schrijft. Schriften vol schrijft hij, en als hij ’s avonds uitgeschreven is, kan hij eindelijk slapen. Want de beelden die hem storen moeten weggeschreven worden. Hij verstopt zijn schriften en zwijgt er over. Pas op de middelbare school, als een leraar in hem de woede herkent die hij zelf ook had, geeft hij het toe: hij schrijft. Is het goed, wil de leraar weten. Dat weet Aaron niet. Niemand leest het, ook hij zelf niet.

Hij schrijft: over de toestand thuis, over zijn vader in de gevangenis, over de straat waar hij met zijn veelal allochtone vriendjes rondhangt. Over Olivia, zijn buurmeisje met wie hij ‘doktertje speelt’; over diens broer, die zo duidelijk homoseksueel is, en dat in een wereld die niets van homo’s hebben moet. Over Ronald, de zwarte jongen, die zijn beste vriend is, maar die steeds maar zegt dat hij dat niet kan zijn, omdat hij niet kan begrijpen wat het is om zwart te zijn. Over school, waar hij vanwege zijn armoedige kleding in het hokje van de kanslozen gestopt wordt. Over de nachtmerrie die hem maar niet met rust laat. En over nog veel meer.

Even lijkt het er op dat de jongen die nadat zijn vader verdwenen is, liefde moet ontberen, een maatje vindt in de pitbull Otis. Een droom die in duigen valt. Dan ontdekt hij het kickboksen. Zijn leraar Art ziet een kampioen in hem, en inderdaad weet hij de woede van zijn leerling zo te kanaliseren dat hij een kampioen wordt.Maar is dit het dan? Vechten? Waar vecht hij tegen? Het zijn niet de tegenstanders. Nee, hij vecht tegen zijn angst. Tegen zijn achtergrond. Tegen zijn moeder. En tegen de vader die hij nooit kende. ‘Ze zien het beest, maar niet de angst’. Hij durft niet te schrijven. Hij durft niet van iemand te houden. Hij durft niet te leven.

Het boek is geschreven in het ritme van de klappen die een bokser in een training uitdeelt aan de bokszak. Het verhaal is een roman, maar er zitten veel autobiografische elementen is. Zo is Alex Boogers opgegroeid in een buurt als die hij beschrijft. Zijn moeder was ook bijna ongeletterd – ze zal het boek dat hij schreef niet lezen.
Het is een coming of ageroman. Over een milieu dat je alleen maar zo overtuigend kunt beschrijven als je het zelf kent. En dat is dan ook het geval. Alle elementen uit zijn biografie komen terug in deze lijvige ontroerende roman.

Alex Boogers is een Nederlandse schrijver. Hij woont en werkt in Vlaardingen, dat hij zelf steevast ‘het Naamloze Gat’ noemt. Ondanks een rommelige en turbulente jeugd waarin hij veel tijd op straat doorbracht en vocht, volgde Boogers het mavo, havo en vwo. Boogers was een begenadigd vechtsporter en beoefende taekwondo, jiu-jitsu en thaiboksen tot hij een ernstig ongeluk kreeg en verschillende ruggenwervels brak en verschoof. Later begeleidde hij jonge aanstormende vechttalenten. Boogers studeerde uiteindelijk Nederlands recht en filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In Leiden studeerde hij voor een zeer korte periode Nederlandse taal.


ISBN 9789057597114 | Paperback | 576 pagina's | Uitgeverij Podium | februari 2015

© Marjo, 04 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Wanneer de mieren schreeuwen Wanneer de mieren schreeuwen


In deze novelle vertelt taxichauffeur Gabriel het verhaal over z'n neefje Socrates, een talentvol voetballertje, dat bij het sneeuwballen gooien wordt doodgeschoten. Het verhaal is gebaseerd op de tragische dood van de Rotterdamse jongen Sedar Soares. Het verhaal wordt verteld als een soort raamvertelling.

Aan het begin van het boek zit de schrijver bij Gabriel in de taxi. Hij is op weg naar de universiteit om een lezing te geven en Gabriel vertelt het verhaal over z'n neefje. Op de universiteit besluit de schrijver niet de lezing te geven die hij had voorbereid, maar in plaats daarvan vertelt hij het verhaal over het korte leven van Socrates, een Kaapverdiaanse jongen, die een talentvol voetballer was.
Hij woont met z'n moeder, z'n zus en z'n broertje in Rotterdam. Z'n vader heeft de jongen nooit gekend en Gabriel fungeert misschien een beetje als een vaderfiguur.

In het begin van het verhaal gaat het over Gabriel, die inmiddels getrouwd is met Rina en een zoontje heeft dat Socrates heet, naar z'n overleden neef. Dit maakt het even verwarrend, maar als je eenmaal in het verhaal zit, valt het wel mee. Het is een ontroerend verhaal over een jongen met talent. Aan het eind van het boek zijn we weer terug in de collegezaal, waar de schrijver z'n verhaal afrondt.


ISBN 9789057595981 | Paperback | 135 pagina's | Uitgeverij Podium | november 2013

© Renate, 21 maart 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: