Siobhan Dowd
Categorie: Recensies 15jr+
Een helle kreet
De 15-jarige Shell, afkorting van Michelle, zit met haar zusje en broertje in de kerk, waar haar vader achter het preekgestoelte staat en vol vuur voorleest uit de Heilige Schrift. De vrome gemeente, die het arme gezin op straat negeert, luistert en siddert, terwijl de misdienaar duidelijk met zijn gedachten ergens anders is. De toon is gezet: we bevinden ons bij traditionele katholieke Ieren waar schijnheiligheid geen vreemd iets is.
Shell is sinds haar moeder stierf, een jaar eerder, steun en toeverlaat van Trix en Jimmy. Hun vader laat hen aan hun lot over, hij loopt de hele dag door de stad, rammelend met de collectebus voor steeds weer een ander goed doel, of hij drinkt zijn verdriet weg in een of andere kroeg. Shell zorgt er zo goed en kwaad als ze kan voor dat het huishouden gedaan wordt, dat Trix en Jimmy - en zijzelf- naar school gaan, en probeert haar vader tevreden te houden. Shell verdenkt hem er van geld van de collecte achter te houden. Het restant brengt zij iedere vrijdag naar de pastoor.
Aan de ene kant verantwoordelijk voor dingen waar haar vader voor zou moeten zorgen; aan de andere kant een kind, naïef en onwetend, zich er nauwelijks van bewust dat ze een vrouw aan het worden is. Haar gevoelens voor de nieuwe pastoor herkent ze niet als verliefdheid, en de toespelingen van Declan (de misdienaar) begrijpt ze niet.
Dat dit alles uitloopt op een drama is duidelijk. Maar wat en hoe, en vooral, hoe Shell er mee omgaat, dat vertel ik niet. Het is een meeslepend, en spannend verhaal, tegen de achtergrond van een hypocrisie, zoals die in die tijd in Ierland nog heerste.
Het is een debuut van een Engelse schrijfster die een duidelijke affectie heeft voor Ierland, maar de kritische noot niet vergeet.
ISBN 9789055158355 | Other Formats | 287 pagina's | Uitgeverij Van Gennep | 2007
Leeftijd: 15+
© Marjo, mei 2008
Het moerasmeisje
Tegen deze achtergrond speelt zich het verhaal van Fergus af. Hij is 18 jaar oud, en staat voor zijn laatste examens. Als hij die goed maakt wil hij vertrekken, weg uit dat naargeestige land. Naar Engeland, om te studeren.
Als hij op een vroege ochtend, terwijl hij met zijn oom illegaal turf steekt, het lijk van een meisje vindt, in het moerasveen, leidt dat hem erg af van zijn examens. Bovendien is er de zorg om zijn broer Joe, die in Long Kesh zit. Gelukkig hoort hij niet bij de hongerstakers. Nog niet.
Als de politie bij het lijk gehaald wordt, blijkt het geen recente overledene te zijn. Het meisje is waarschijnlijk al eeuwen dood. Dus worden er specialisten bijgehaald in de persoon van de archeologe Felicity. Zij neemt haar dochter Cora mee, en Fergus biedt hen een slaapplaats in zijn eigen huis. Toevallig heeft zijn moeder, die met een B&B een extra centje bijverdient, een kamer vrij. Cora is nog een extra afleiding, Fergus wordt verliefd.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, droomt hij van het dode meisje dat hij Mel heeft genoemd. Hij verzint een heel leven rondom haar persoon. Of is het de waarheid? Is haar leven werkelijk zo geweest?
Er loopt een parallel tussen het meisje dat zich offerde voor haar volk, en broer Joe, als die zich toch aansluit bij de hongerstakers. Misschien is er een uitweg voor Joe? Als hij nu die pakjes over de grens smokkelt zoals die kennis van Joe hem vraagt in ruil voor bemiddeling?
Maar het illegale en gevaarlijke karwei zit hem dwars. Zo erg dat hij zelfs vergeet dat de uitslag van zijn examen nadert.
Hij wil van het koerierswerk af. Maar hij wordt bedreigd.
En intussen komt en gaat Cora. Of dat nog wat zal worden tussen die twee?
Het leven van een Ierse jongen valt niet mee. Naast de gewone puberale bezigheden, zijn school en het gezin, is er ook nog de achtergrond van een verscheurd land, waar geregeld bomaanslagen plaatsvinden. Dat beeld wordt heel overtuigend geschetst. Het is dan ook een mooi verhaal.
Het is een coming-of-ageroman, waarin muziek een rol speelt.
‘Dag Joe,’ riep hij nog eens toen hij de kamer uit liep. Hij volgde de bordjes naar de uitgang, zoals hij met pa en ma was gekomen. Terwijl hij verdoofd door de grauwe gangen liep, wist hij zeker dat hij zijn broer nooit meer levend terug zou zien. De woorden uit de song van John Lennon maalden door zijn hoofd:
’In the middle of the cloud
in the middle of the cloud I call your name
Hij haalde zijn knokkels over de bladderende verf. Er was zijn hele leven tot dit moment en dat was het verleden. En er was zijn leven na dit moment en dat was de toekomst. Hij hoorde de mondharmonica die vrolijk het wijsje speelde, en de piano die springerig meedeed. Oh Yoko! Oh Yoko! Het heden was het draaipunt dat de hele tijd droeg. Oude oorlogsvliegtuigen stegen op van het vliegveld, mannen sloegen met blikken tegen de tralies van hun cal, onkruid uit de toekomst groeide door de barsten in het beton. De piano stierf weg. Alleen de mondharmonica was er nog. Maar ook die vervaagde en werd stil toen Fergus het H-blok uit liep, in het verblindend witte licht van de zon.'
ISBN 9789047509226 | Paperback | 233 pagina's | Uitgeverij Van Goor | 2010
Vertaald uit het Engels door Tjalling Bos, Leeftijd 15+
© Marjo, 13 maart 2012