Wim Bos

Toon alleen recensies op Leestafel van Wim Bos in de categorie:
Wim Bos op internet:
 

De bende van Lijp Kot De bende van Lijp Kot


Amsterdam, achttiende eeuw.
De elfjarige Pontus Pedersen woont, sinds zijn vader twee jaar geleden vertrok met het schip De Witte Haes naar de Noordelijke IJszee en niet meer terugkeerde, in het Aalmoezeniersweeshuis. In het voorgaande jaar heeft Pontus, tot zijn grote trots, het visdragerspeldje gekregen, een teken dat hij vanaf die dag officieel visdrager is en zijn werk uitstekend verricht.

Maar er breken andere tijden aan. Die noodlottige dag moet hij vis wegbrengen naar een huis in de Land van Beloftensteeg, gelegen in de beruchte Duvelshoek. Een knap meisje van zijn leeftijd doet open en hevelt de vis van de schaal op een bord. Pontus is helemaal onder de indruk van haar, vooral haar donkere ogen vindt hij prachtig. Als hij een beetje zweverig wil teruglopen naar de vismarkt hoort hij op het plaatsje naast het armoedige huis van het meisje een raar geluid. Hij loopt er naar toe en ziet een man liggen, zijn hemd rood van het bloed... Net als Pontus zich over de rochelende man buigt, komt er een dronken man op Pontus af. Er is dan nog maar één ding wat Pontus denkt, wegwezen!

Helaas loopt het niet goed af. Pontus wordt opgepakt en beschuldigd van moord op Karel Touhout. De dronken man wijst Pontus namelijk aan als dader en bizar genoeg gelooft de schout hem want de bloedende, inmiddels dode, man hield Pontus' visspeldje in zijn hand! Pontus begrijpt er niets van, hoe komt dat ding daar? Gelukkig weet Pontus te ontsnappen en moet vanaf die tijd uit de handen van de rakkers (hulpjes van de schout) zien te blijven. Zijn visdragersbaantje kan hij wel schudden en terug naar het weeshuis kan hij ook niet, daar pakken ze hem gelijk op. Ten einde raad vlucht hij naar het huisje waar hij de vis heeft afgeleverd, het meisje kan misschien voor hem getuigen dat hij écht vis heeft afgeleverd en niets met de moord te maken heeft. Natuurlijk kan ze dat niet, maar ze nodigt hem wel uit om binnen te komen...

En zo begint Pontus leven bij de bende van Lijp Kot. Het meisje blijkt Meintje te heten, ze is slotenkraakster en woont in het huis met Nout, de kok, De Harder een enorme man en dief, de jonge Kasper Tullenaars, meesterzakkenroller, en Lijp Kot, de baas van de bende. Pontus mag blijven maar dan moet hij wel zijn bijdrage leveren, hij moet mee met Kasper. Pontus staat in tweestrijd, hij heeft zijn vader moeten beloven dat hij nooit zal gaan stelen want 'stelen is voor lafbekken'. Maar wat moet hij anders?

Er breekt een akelige, zware, moeilijke tijd aan voor Pontus. Het leven bij Lijp Kot is niet prettig. Waar is Pontus in vredesnaam in belandt? Ondertussen probeert hij uit te vinden wie Karel Touhout omgebracht heeft zodat hij zijn naam kan zuiveren. Maar hoe verder hij zoekt, hoe vreemdere zaken hij ontdekt... Komt het ooit nog wel goed?

Een heerlijk spannend, goed geschreven, verhaal. Iedereen in de omgeving van Pontus blijkt zich anders voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn en dat maakt het verhaal heel boeiend en verrassend. Je leeft enorm mee met de ontwapenende Pontus die van de ene lastige situatie in de andere rolt.

De schrijver, Wim Bos, verzorgt historische stadswandelingen voor kinderen door Amsterdam en dat is in dit boek goed te merken. Hij weet prachtig de sfeer, de gebruiken en het leefmilieu in het achttiende-eeuwse Amsterdam weer te geven. Enkele gebruikte woorden, stammend uit die tijd, verhogen die sfeer - Achterin het boek vinden we een verklarende woordenlijst.-
Het is nauwelijks te geloven dat dit boek van Wim Bos een debuut is, dit fantastische verhaal smaakt naar meer, véél meer...


ISBN 9789047705864 | Hardcover | 208 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | mei 2015
Leeftijd 10+

© Dettie, 04 augustus 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: