Rebecca Stead

Toon alleen recensies op Leestafel van Rebecca Stead in de categorie:
  Categorie: Recensies 10-12jr

Wie je morgen bent Wie je morgen bent


Bridge Barsamian, Tabitha (Tab) en Emily (Em) zijn al jaren vriendinnen. Ze hebben afgesproken dat ze nooit ruzie zullen maken en dat blijkt maar goed ook want in de 7e klas van de Junior Highschool verandert alles.

Bridge heeft al het nodige achter de rug. Op haar achtste kreeg ze een zwaar ongeluk en pas na een jaar revalideren kon ze weer naar school.  "Er moet een reden zijn waarom jij  op de wereld bent gezet, meisje, dat je dit hebt overleefd." zei de verpleegster toen ze het ziekenhuis verliet. Naar die reden is ze sindsdien hard op zoek. Wat bedoelde de verpleegster daarmee? Ze besluit in september dat ze voortaan kattenoren zal dragen, het geeft haar een veilig gevoel, net zo'n gevoel wat ze krijgt als haar vader zijn hand op zijn hoofd legt, want ze merkt dat haar leven opnieuw uit balans raakt. De vriendinnen krijgen andere interesses en ook op school is het niet meer hetzelfde.

Em krijgt namelijk een lichaam met rondingen, ze wordt mooi vindt Bridge. Ems aandacht richt zich steeds meer op jongens en sport. Ze krijgt zelfs een sms-je van de aantrekkelijk Patrick uit groep 8. Hij wil een foto van haar. Em is diep in haar hart wel gevleid door zijn aandacht maar stuurt een foto van haar schoenen, hij stuurt een foto van zijn gympen terug.  Het begint grappig maar het gaat van kwaad tot erger, ondanks alle waarschuwingen van haar vriendinnen, totdat de poppen aan het dansen zijn en er een 'luchtige' foto in de social media verschijnt met alle vervelende gevolgen van dien.

Ook Tab richt haar blik op andere zaken, zij is heel goed in vreemde talen die ze in de 7e klas ook onderwezen krijgen. En ze adoreert de Engelse lerares, het Bermens, zoals ze genoemd wordt en brengt veel tijd met de groep rond deze lerares door. En zo veranderen toch langzaam de onderlingen verhoudingen wat de nodige spanningen met zich meebrengt. Maar zoals afgesproken, ruzie wordt er niet gemaakt.

Tussendoor lezen we ook het verhaal van iemand waarvan we de naam niet kennen. Diegene gaat die dag niet naar school en wacht tot moeder de deur uit is en kruipt daarna in bed, de poes kruipt er lekker bij. Vroeger speelde diegene altijd dat de vloer hete lava was en dan sprongen ze van de stoel op de bank. Maar op dat moment, die dag, is de hele wereld hete lava. Veel rust komt er echter niet. De telefoon gaat en diegene hoort dat het iemand van school is. Even later gaat weer de telefoon, het is moeder...

Diegene begrijpt dat in huis blijven geen optie is en vertrekt wat bij de familie de nodige schrikreacties oplevert.  Ook wij als lezers weten niet wat er aan de hand is en wie het is. Elke keer als je denkt het te weten, blijkt het toch diegene niet te zijn waardoor er een mooie spanningsboog in het verhaal komt.

De vriendelijke Scherm Russo, die op school naast Bridge zit, heeft eveneens een eigen verhaal. Hij is erg bezig met zijn opa die na vijftig jaar huwelijk opeens vertrok naar New Yersey.  Scherm begrijpt het niet, zijn opa was zijn alles.  Scherm en Bridge trekken veel met elkaar op, ze zijn inmiddels goede vrienden geworden. Zijn rust helpt echter ook Em en Tab weer verder.
Maar Adrienne is er ook nog, het nieuwe meisje dat werkt in de koffiebar van meneer Barsamian, de vader van Bridge. Zij speelt een mooie sleutelrol in het verhaal.

In het begin van het boek raak je een beetje verward vanwege de kennismaking met de vele personages waarvan de levens sterk uiteenlopen. Je vraagt je af wat het een met het ander te maken heeft. Maar langzamerhand ontvouwt zich een lijn in het verhaal en wat dan volgt is een erg prettig geschreven boek over jongerenen die op een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Jongeren die hun lichaam, de andere sekse en de daarbij horende lastige gevoelens ontdekken en moeten leren hanteren.
Daarnaast moeten ze op hun reis naar volwassenheid hun eigen weg zien te vinden, vervelende situatie het hoofd bieden en leren dat vriendschappen kunnen veranderen. Rebbeca Stead heeft dit alles met een mooie, milde, invoelende blik weten te verwoorden.


ISBN 9789045119502 | Paperback | 311 pagina's | Querido Kinderboeken | augustus 2016
Vertaald door Jenny de Jonge | Leeftijd 12+

© Dettie, 17 september 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De spionnenclub De spionnenclub


De biologieles op school is een les die de leerlingen vol belangstelling volgen. Meneer Landau legt uit dat de smaakpapillen op onze tong helemaal niet, zoals we altijd dachten, verdeeld zijn in zones, zodat we zoet aan de zijkant, zoet vooraan en achterin bitter proeven. De menselijke tong is een warboel.

De elfjarige Georges bedenkt dat hij liever de warboel zou hebben: dan is alles tenminste duidelijk.
Landau laat zijn leerlingen proefondervindelijk vaststellen wat er precies aan de hand is, en een van de dingen die er eerdere jaren ontdekt is, is dat er altijd een paar leerlingen zijn die niet proeven wat de doorsnee mens proeft. Een uitzondering zijn, anders dan de anderen, dat vindt Georges maar niets. Hij is al te veel het pispaaltje van de anderen, en hij zou niet raar staan te kijken als hij ook wat de tong betreft weer anders is dan de anderen.

Het leven van de jonge Georges loopt niet op rolletjes. Hij is met zijn ouders verhuisd naar een flatgebouw. Omdat vader werkeloos is geworden, moest hun huis verkocht worden en is mam veel meer gaan werken. Dubbele diensten draait ze nu in het ziekenhuis, en Georges ziet haar nauwelijks. Zo weinig zelfs dat de lezer zich begint af te vragen of er niet iets aan de hand is daar.
Als pap zijn zoon laat zien waar hij het vuilnis moet laten - want dat is zijn taak – zien ze een briefje hangen op de deur:  ‘Vandaag: bijeenkomst spionnenclub’ Meer staat er niet. Raar vindt pap, en hij schrijft er bij: ‘hoe laat?’

Laat er nu een reactie op komen... en zo leert Georges de twaalfjarige Kitser en zijn jongere zusje Snoepie kennen, die zeer vrijgevochten ouders hebben. Hun namen zijn niet zomaar namen, en ze gaan niet naar school. Ze mogen wel, maar er blijken redenen te zijn waarom ze niet gaan.
De spionnenclub is een idee van Kitser, die nu Georges gaat opleiden. In een flat boven die van Georges woont een geheimzinnige man, die ze meneer X noemen. Hij is altijd in het zwart gekleed, en gedraagt zich verdacht. Vindt Kitser. Hij wil dat Georges hem helpt de man in de gaten te houden. Het is wel spannend, en hij heeft een vriend die hem niet plaagt, maar na een tijdje begint Georges het toch wel raar te vinden: wat is er precies gaande?
Intussen gaat het pesten op school door, en wordt de afwezigheid van de moeder steeds vreemder.

Het verhaal van de tong speelt als een rode draad door het verhaal, en is duidelijk een analogie.
Zo speelt er nog een voorwerp een rol als bron van vergelijking voor het leven. De Seurat die aan de muur hangt.  Sir Ott, noemt Georges hem. Het is een kopie, en het lijkt alsof het een geheel vormt, maar Georges weet dat het alleen maar stippen zijn. Mam zei: ‘als het pijn doet om aan de verkoop van ons huis te denken, dan denkt ze er aan dat dat akelige gevoel maar één stipje is in het reusachtige Seuratschilderij van haar leven.’

Het is een prachtig verhaal, dat zeker herkenning zal bieden voor de jonge lezer, maar er had misschien iets meer uitgelegd mogen worden. Maar ook zonder dat je de achterliggende structuren herkent, is het een verhaal over vriendschap, over het leven op school, dat met veel vaart en humor verteld wordt en toewerkt naar een verrassend einde.


ISBN 9789045115443 | Hardcover | 208 pagina's | Querido | september 2013
Vertaald uit het Engels door Jenny de Jonge Leeftijd vanaf 11 jaar

© Marjo, 20 april 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: