Reggie Naus

Toon alleen recensies op Leestafel van Reggie Naus in de categorie:
 

De piraten van hiernaast De piraten van hiernaast


Michiel hikt tegen de zomervakantie aan: zijn vriendje is net verhuisd, en andere heeft hij niet. Hij is enig kind van drukke ouders, die ook nog eens geen tijd hebben om op vakantie te gaan. Bah! Denkt hij en hij blijft maar in bed liggen.
Als er lawaai klinkt vanaf het terrein waar de vroegere buren woonden, kijkt hij nieuwsgierig naar buiten: ze zijn al erg druk met bouwen en het gaat razendsnel.
Maar het is wel een vreemd huis! Er is een greppel omheen gegraven en  het lijkt meer op een soort schip. Dan spreekt een jongen hem aan. Leuk: een vriendje! Maar hij is wel vreemd: hij draagt een zakdoek om zijn hoofd. Zijn ouders blijken ook anders dan anders.

‘Michiel zag een vrouw met een grote bos blond krulhaar over de planken kijken. ‘Hoi!’ riep ze terwijl ze een touw pakte en moeizaam naar beneden klom. Michiel zag dat ze erg dik was en een ouderwetse jurk aan had zoals je wel eens in films zag.
‘Ik ben Billy’s moeder, ‘ zei ze toen ze beneden kwam. ‘Leuk dat je even langskomt. Billy kan wel wat vriendjes gebruiken.’


Billy blijkt niet zo blij met hun verhuizing, hij had liever een piratenleven geleid, op zee. Gelukkig blijken Michiel en Billy het goed met elkaar te kunnen vinden. Als andere buren de nieuwe bewoners weg willen hebben, en er wel heel toevallig tegelijk met hun komst allerlei diefstallen plaatsvinden in de buurt, lijkt het er al snel op dat die buren hun zin zullen krijgen. Maar…Billy en Michiel zijn er ook nog!!
Een erg leuk verhaal, over buren die anders zijn. Over accepteren en niet meteen klaar staan met een mening. En natuurlijk over piraten, want ik heb nog lang niet alles verteld over Billy’s familie!


ISBN 9789021668932 | Hardcover | 87 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | maart 2011
Leeftijd  vanaf 7 jaar. Met

© Marjo, 06 januari 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De schat van Inktviseiland De schat van Inktviseiland


Rowan woont aan de kust met haar ouders, die de hele dag druk zijn met hun herberg. Voor Rowan hebben ze niet veel tijd, en ze moet ook meehelpen. Met ontbijt maken, of het paard verzorgen. Maar in haar weinige vrije tijd amuseert ze zich prima: ze speelt de verhalen na die haar moeder haar vertelt of voorleest. Over ridders. En over piraten. Ze vecht wat af daar in die duinen!
Maar op een dag ziet ze vanaf haar speelplekje een rookpluim opstijgen. Als ze op onderzoek uitgaat vindt ze de herberg helemaal afgebrand terug. En haar ouders blijken vermoord.
De notaris vraagt haar naar zijn kantoor te komen. Hij heeft een scheepskist van haar vader. Rowan snapt er niets van, wat moet haar vader met zo’n kist? Hij was toch geen zeeman?
Er zit een oude dolk in, een stuk perkament, en een brief, waarin staat dat – als hij er niet meer is – ze naar Jamaica moet gaan, naar oom Edward Stevenson.
Een ander kind zou totaal in paniek raken, maar Rowan is anders: ze pakt het weinige dat haar nog rest, blijft niet eens voor de begrafenis van haar ouders, en zoekt een manier om naar Jamaica te komen. Voor ze haar oom vindt, heeft ze al van alles meegemaakt. Gelukkig heeft ze ook een vriend gevonden, Peter. Hij blijft bij haar als ze tot haar verbijstering ontdekt dat haar oom piraat is, dat haar vader ook piraat was, en dat er een schat is. De schat van opa Stevenson. Rowan heeft de schatkaart, en samen met haar oom gaan ze op zoek.   Ook deze tocht gaat niet zonder gevaarlijke avonturen! Er zijn meer kapers op de kust. Een verhaal over kameraadschap, maar ook verraad. Met wijze lessen: ‘als je moet kiezen, volg dan je hart’.
Er worden nogal eens lastige termen gebruikt, en de naam Stevenson zegt kinderen niets. Dan de verwijzing naar de Vliegende Hollander. Leuk, maar toch…

‘En alsof die stormen nog niet genoeg waren, zou er ook nog een spookschip rond de Kaap zwerven. Een of andere Hollander die lang geleden een grote mond tegen God had gehad en voor eeuwig moest blijven varen. Als je dat vervloekte schip tegenkwam, zou je met man en muis vergaan. Zelfs Rowan, die de meeste verhalen die Anthony vertelde graag geloofde, vond nu dat hij wel erg veel onzin begon uit te kramen.’

De vogel Roc, die kennen kinderen dan weer wèl, en ach, een beetje uidaging kan geen kwaad.
Het is en blijft het een heerlijk spannend verhaal dat avontuurlijke kinderen, die tegen een stootje kunnen, vast wel aan zal spreken.

 Luister goed naar je oom Groenbaard, en we zullen een echte Stevenson van je maken, zei hij en hij nam een flinke slok rum.
De volgende dag leerde hij haar  vloeken, woest rondzwaaien met een sabel – heel belangrijk om de vijand angst aan te jagen’- en het goed uitspreken van ‘Arrr!’


ISBN 9789021666181 | Hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | september 2008
Voor kinderen vanaf tien jaar. Ge

© Marjo, 07 januari 2011