Paulien Cornelisse
Categorie: Taal en Letteren
Taal is zeg maar... nog iets
Paulien Cornelisse is inmiddels behoorlijk bekend als cabaretière maar ook haar eerste boek Taal is zeg naar echt mijn ding was een groot succes evenals de opvolger En dan nog iets... Het eerste boek had ik gelezen maar nummer twee nog niet en dat komt mooi uit nu ik de bundeling van deze twee boeken gekregen heb.
De bespiegelingen van Cornelisse over de taal zijn heerlijk om te lezen en hebben vaak een verrassende invalshoek, maar ook voel je je soms een beetje 'betrapt'.
Ze heeft het af en toe over zaken waarbij je denkt; O jee, dat zeg ik ook vaak... Neem nou 'Daar niet van'.
'Ik vind die schepen allemaal prachtig. Daar niet van...' hoorde Paulien Cornelisse twee vrouwen zeggen tijdens Sail Amsterdam.
Ze vindt het wel een leuke uitdrukking. Ze schrijft: 'Daar niet van' hoort thuis in de familie van 'begrijp me niet verkeerd' en 'met alle respect'. Maar 'daar niet van' is gezelliger. Het past meer bij twee vrouwen in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, die klagen over Sail.
(Ik weet van mezelf dat ik dat ook regelmatig zeg: 'Het is echt leuk hoor, daar niet van... Het is echt gezellig, daar niet van...'
Toch eens afleren... en die puntjes, daar heeft ze het ook over...)
Erg leuk zijn ook de stukjes over de manier van praten. Die variëren van de klemtoon verkeerd leggen of alles op zijn Frans uitspreken - geen rendement maar rândement en iemand riep dat het 'wilden' waren die restorant zeggen, in plaats van restorân. 'Cabarettt!' riep hij. 'Ook zoiets! Het is cabarè! - Ook heel bekakt praten is een geliefd item. Zoals onderstaand stukje..
Per ongekak
Ouderwetse bekakte mensen zeggen 'durp' in plaats van 'dorp'. En 'mandverzorging' in plaats van 'mondverzorging'. Er zijn ook woorden die bekakt klinken zonder dat ze dat zijn. Iemand die daadwerkelijk 'Van Gurp' heet, in plaats van Van Gorp, klinkt onbedoeld bekakt.
De Afghaanse provincie Helmand kampt ook met dit probleem. Als ik erover hoor denk ik altijd eerst dat er een of andere barones aan het woord is, die het over Helmond heeft.
Maar verderop staat nog een artikeltje over 'Nouveau kak'- Néé, dat méén je niet! Wat gééstig! Zoiets dus.
Het boek is vermakelijk. Paulien Cornelisse mijmert, beschouwt en filosofeert over alles wat ze hoort en leest. Ze kan als geen ander stopwoordjes, uitdrukkingen, moderne gebruiken en dergelijke determineren en dat omzetten in vaak erg humoristische, korte stukjes. Af en toe is het maar één rake zin, zoals:
Zen
'ja, leuk, maar ik heb nu erge haast want in moet naar Mindfullness'
Gewoon geen zin
'Nee, ik kom niet vanavond. Het is echt héél erg tijd voor wat me-time.
Waar dan?
'Ik ben daar gek.'
Het bovenstaande is een heel summiere impressie van het boek. Het hele boek staat vol korte artikelen over een een enorme variëteit aan onderwerpen. Het is een boek om binnen handbereik te houden en er telkens een paar stukjes uit te lezen. Geheid dat je zit te glimlachen.
- Dat méén je niet! Ja zeker wel! -
ISBN 9789045027401 | Paperback | 446 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | juli 2014
Doorheen het boek staan diverse grappige tekeningetjes die ook door Paulien Cornelisse gemaakt zijn.
© Dettie, 30 juli 2014
Taal is zeg maar echt mijn ding
Dat doet Paulien Cornelisse niet, zij beschouwt of constateert alleen maar. Ze merkt nieuwe woorden op of woorden die ineens een andere betekenis hebben gekregen.
Bijvoorbeeld over het het woord crisis schrijft Cornelisse;
"Alles heet tegenwoordig maar crisis. We hebben de klimaatcrisis, de kredietcrisis, maar ook een persoonlijk dipje heet meteen identiteitscrisis, een carrièrecris of een relatiecrisis. Het leven is een aaneenschakeling van crises.[...]
Er was een geïnterviewde hoogleraar die het zo zei: Crises? Het is allemaal zo relatief. De Tweede Wereldoorlog , dát was een crisis.'
Een onbedoeld komische zin. De Tweede Wereldoorlog een crisis? Véél te zwak uitgedrukt. Blijkbaar is de inflatie van 'crisis' al zo ver gevorderd dat het te alledaags is geworden voor echt erge dingen.
En toch. Volgens mij werd 'crisis' in de jaren negentig veel meer gebruikt. Maar dan meer zo. Je kwam bijvoorbeeld een jeugdherberg binnen en daar zag je oude mottige dekentjes op dunne matrasjes, gereformeerde jongeren met gitaren en bruine tegels op de vloer. Dan was het enige juste wat je kon zeggen: 'Jezus, wat crisis hier.' Zonder lidwoord dus.
Overal kon je crisis tegen zeggen. 'We hebben een proefwerk, crisis.' 'Crisis, m'n fiets is gejat'[...]
Ook het gebruik van het de laatste tijd veelgehoorde woord oké beschrijft Cornelisse. De betekenis van het woord hangt af van hoe je het uitspreekt. Het kan betekenen 'ik heb je begrepen', bijv. 'Ik ben ziek'. antwoord: 'Oké'. Of het kan een kritische oké zijn, dan zeg je okééé. Bijv. Okééé mevrouw dan doe ik het zelf wel. Je blijkt het woord vaker te zeggen dan je zelf denkt (ook de mmmké en nké tellen mee).
De columns van Paulien Cornelisse beslaan soms een paar pagina's en soms een paar regeltjes.
'Helder?
'Ja!'
'Als ik vraag: 'Helder?' dan moet je antwoorden met: "Helder."'
'Oke.'
'Helder?
'Helder.'
Erg humoristisch vind ik het stukje getiteld 'Had nou je mond gehouden'. Dat gaat over uitspraken waarmee iets beoogd wordt maar het tegengestelde effect heeft, zoals:
'Let niet op de troep' (dan doe je het juist wel)
'Slaap je al?' (nu niet meer dus)
'Gezellig hè? Vinden jullie het ook zo gezellig? (gebruikt om een heel ongezellig feestje op te peppen en totaal averechts werkt)
Dit bovenstaande is nog maar een heel klein gedeelte uit het boek. Het is leuk om elke dag een paar stukjes te lezen. In het boek staan ook grappige tekeningetjes van voornamelijk dieren die een uitspraak doen. Bijvoorbeeld een rat die zegt: 'Ik heb nooit 'teringlijer' gezegd, en als ik het al gezegd heb dan bedoelde ik het in de meest positieve zin van het woord.'
Of een hond die zegt: 'Ik zag je maar je was het niet.'
Kortom, dit boek is zeg maar echt mijn ding.
ISBN 9789025430498 | Paperback | 212 pagina's | Uitgeverij Contact | april 2009
© Dettie, 28 mei 2009