Diederik van Hoogstraten
Categorie: Sport
De rennende Hollander
Diederik van Hoogstraten
Van een afstandje bekeken is het allemaal niet slecht: net 37, single in new York, een fijn appartement in Brooklyn en meer dan genoeg freelancewerk. getrouwde vrienden in Nederland en New York met kinderen en Volvo's zeggen jaloers te zijn. Geniet ervan zolang het duurt, roepen zij.
Dan is er wat ze niet zien. Ik ben al twintig jaar dwingend verslaafd aan de nicotine. Ik drink te veel naar mijn zin, ook in mijn eentje. het geleidelijk uitdijende middel ergert me, zeker nu de haarlijn definitief terugtrekkende bewegingen maakt: een dubbele belediging van de voortschrijdende tijd.
Deze overpeinzingen van Diederik van Hoogstraten volgen twee dagen na het vrijwel ongetraind lopen van de halve marathon (21 km) in de Bronx. Nadat hij vriend Andy overgehaald heeft om mee te lopen, begon hij vol zelfvertrouwen aan deze marathon. Hij dacht dat hij dat makkelijk zou kunnen. In zijn studententijd deed hij zoiets toch ook lachend na een avond flink roken en drinken en weinig slaap. Diederik komt zichzelf in de Bronx echter flink tegen...
Ik loop en het gaat wel, maar ook niet meer dan dat. Ik ploeter voort en krijg geleidelijk aan het gevoel dat ik op loodzware schoenen door stroop loop. Op de Grand Course, een hoofdweg van de bronx, kom ik na vijftien moeizame kilometers abrupt tot stilstand, zoals onze hond Tommy opeens, vanuit het niets, een onbeweeglijke pose kon aannemen als ik met hem hardliep in de bossen bij Nijmegen. Drijfnat en duizelig hap ik naar adem. Een vrijwilliger snelt toe en reikt sportdrank aan. Met een scherpe pijn in mijn longen en keel wandel ik verder, het hoofd omlaag. Het zweet gutst van mijn lijf. Dan komt Andy voorbij. Hij zwaait niet eens. Ik beweeg me voorzichtig joggend richting de eindstreep. Na een lijdensweg van enkele kilometers heuvelop zet ik een tijd van 1,56 neer, bijna twee uur: een deceptie, net als in 2003. Op de terugweg kijk ik de meereizende hardlopers in de metro niet aan. Tegen Andy heb ik al helemaal niets te zeggen.
De liefde voor rennen heeft hij van opa Kees. Op de trimbaan in Eindhoven ging opa kees Diederik en Kees jr. voor. Diederik besefte toen al dat dit vrijheid was. rennen, bewegen, hijgen, snelheid, wind en zon... die combinatie was geweldig. Zoals altijd veranderen dingen in de loop der jaren en het hardlopen zakte weg maar de deceptie in de Bronx hakt er in. Het eerste wat Diederik doet is stoppen met roken en die leegte moet gevuld worden. Er worden hardloopspullen aangeschaft en er wordt voorzichtig begonnen met rennen. Het valt vies tegen.
"Waar is de zuurstof, waar zijn de spieren en de kracht? Ik herken het rennen nauwelijks meer, wel beseffend dat ik degene ben die veranderd is. Met muziek op de iPod ga ik door. Traag, soms sloffend, een enkele keer wandelend baan ik me een weg vooruit."
Diederik ontdekt al lopend de stad New York en het bevalt hem goed. Hij merkt dat bewegen somberheid verdrijft en er rust voor in de plaats komt. En dan ontstaat in januari het plan om in november de halve marathon van New York te gaan lopen. Na diverse proefronden van 6, 9, 15 en zelfs de loodzware marathon in New Jersey is het zover... New York... 42 km. Het moet lukken... en dat doet het ook maar de manier waarop...
Gelukkig geeft Van Hoogstraten niet op, hij begrijpt nu dat hardlopen serieus werken is. Dat als je daarin iets wil bereiken ook veel moeite moet doen om dat te bereiken. Langzamerhand en na veel lichamelijke en geestelijke strijd gaat het lopen steeds beter... De marathon van New York lonkt.
Wat me de laatste tijd zelden meer gebeurt, is dat ik uitkijk naar het moment dat ik verder kan lezen. Bij dit boek had ik tot mijn verrassing dat wel. Ik kon me er op verheugen en vond dat verbazingwekkend gezien het onderwerp. Ik loop zelf niet hard, in mijn vrienden- en kennissenkring wordt nauwelijks hard gelopen op een enkele opleving na, maar toch weet Diederik van Hoogstraten zo boeiend te schrijven dat je met plezier zijn vorderingen en vooral zijn overpeinzingen leest.
Hij schrijft niet alleen over het hardlopen maar ook over het veertig worden en hoe dat voelt (toch als een mijlpaal) Hij vertelt, zeer liefdevol, over zijn ouders en grootouders die altijd wel met bewegen bezig waren. Over opa Kees die hem vroeger betrapte met een sigaret.
Hij vertelt ook over de afgunst die mensen tonen als ze zijn slanke uiterlijk zien. ('Je bent wel érg mager, is dat wel goed? Jouw hoofd is net een doodskop!') Hij vertelt over de Twin Towers, over de wijken in New York, de mensen die hem aanmoedigen. Over de spontane vriendschappen die ontstaan door het samen lopen. Over de vrouw die haar portefeuille verloren was en hoopte dat een hardloper die gevonden had omdat volgens haar hardlopers goede mensen zijn. Hij vertelt over beroemde hardlopers die zijn voorbeeld zijn. Hij vertelt over het boek van Haruki Murakami getiteld 'Waarover ik praat als ik over hardlopen praat' en wat hij daar van opsteekt of overdenkt.
Kortom, het is een erg prettig boek. De verhalen, die een tijd van zo'n vier jaar beslaan (2006-2010) stralen positiviteit en kracht uit, ondanks het geworstel met de kilometers. Ik heb het boek met enorm veel plezier gelezen en zal het iedereen aanraden. Van mij mogen er meer van dergelijke boeken volgen.
ISBN 9789020410372 | Paperback | 239 pagina's | Veen | oktober 2010
Het boek is opgedragen aan de ouders van Diederik en op de eerste pagina staat een mooie foto uit 1930 van opa Kees die een hardloopwedstrijd wint op een Nederlandse atletiekbaan.
© Dettie, 04 februari 2011