Ton van der Lee

Toon alleen recensies op Leestafel van Ton van der Lee in de categorie:
 

Het zandkasteel Het zandkasteel




"ik ben amper negentien jaar oud, ik ben aan de Spaanse kust op vakantie met mijn vienden Fred en James. We kamperen hier vlakbij, en hebben gisteren uit baldadigheid aangebeld bij het huis van de meester."


Die meester is Salvador Dalí en tot hun stomme verbazing mogen ze de volgende dag op bezoek komen. Een bezoek dat verstrekkende gevolgen heeft voor de schrijver van dit boek, Ton van der Lee. Dalí toont hem zijn huis en Van der Lee is diep onder de indruk.

'Ooit wil ik ook zoiets bouwen,' zeg ik in een opwelling.
Dalí kijkt me aan. Hij lacht me niet uit.
'Dat kan je ook. Ieder mens is een god.'
Tussen de oosterse kussens ligt een schetsboek. Hij scheurt er een vel uit en tekent in een paar grove streken een gebouw met onregelmatige torens, een zuilengalerij, een ronde poort en bizarre dakornamenten. Een droomkasteel. Nergens een rechte lijn te bekennen, het lijk wel of alles half gesmolten is.
Het treft me recht in mijn hart en lijkt iets wakker te maken dat diep in me lag te sluimeren. Lang vergeten dromen komen naar de oppervlakte.
'Zoiets?'
Ik knik sprakeloos.
'Ergens in een afgelegen streek van Afrika bouwen ze zo. Ik ben er nooit geweest. heb het niet gehaald. Nu ben ik te oud.'
Hij steekt me het papier toe.
'Volg je droom.'


En dat is iets wat Ton van der Lee jaren later ook doet. Hij is al vele malen in Afrika geweest, waar hij zich ongelofelijk thuis voelt, maar hij heeft nooit de plek gevonden waarover Dalí sprak. Deze keer zal hij net zo lang zoeken tot hij het vindt en daar zal hij zijn droomhuis gaan bouwen.
Van der Lee had volgens anderen al een droomleven, hij verdiende genoeg geld, was ongebonden maar had wel regelmatig mooie vriendinnen, had een prachtig huis in de grachtengordel  en zijn filmproductiebedrijf liep goed. Maar hij kan zijn draai maar niet vinden. Het knaagt al jaren aan hem en nu hij in de veertig is, heeft hij besloten zijn bedrijf te verkopen en voor onbepaalde tijd naar de binnenlanden van Afrika te gaan. Zijn droom achterna.
In St. Louis (Senegal) koopt hij een oude Peugeot 504 bestelwagen van twee Duitsers en met deze auto reist hij naar Mali. Daar in the middle of nowhere wordt hij weer mens.

"Hier voel ik mij op m'n plaats, in deze eenzame vlaktes, onder deze enorme hemel, in deze intense stilte. Ik haal diep adem en een gevoel van groot geluk stroomt door me heen. [...]

De reis naar Mail kan niet helemaal per auto afgelegd worden. De weg is te slecht en/of te gevaarlijk. De reis Kayes - Bamako wordt dan ook per goederentrein afgelegd. Bij alles moet Van der Lee onderhandelen over de prijs. Een hotelkamer, eten, de treinreis... De auto wordt met de hand door een stel sterke mannen op de trein gezwiept. Ton moet in de auto slapen en 's ochtends ziet hij dat de wagon vol illegale reizigers zit. Bij veel stations moeten ze wachten omdat de machinist daar vriendinnetjes heeft die hij even moet 'bezoeken'. Het bezoek duurt een kwartier of een paar uur... De reis gaat in de bestelwagen door naar Djenné, een stadje niet ver van Timboektoe. Daar staat een moskee die wel aan de tekening van Dalí doet denken. En dan is het zover, Van der Lee rijdt Djenné binnen en denkt dat hij hallucineert...

Ik kijk verbijsterd om me heen. Niets heeft me voorbereid op deze uitbarsting van fantasie, deze rijkdom  van vormen en kleuren. Ik zie huizen met hoge, rijkbewerkte gevels, met bizar gevorde portalen, dikke pilaren en vreemde dakornamenten, ik zie brede houten deuren vol zilverbeslag, slingerende trappen [...] ik zie buitenissige balustrades en kantelen die aan koortsdromen van kunstenaars lijken ontsproten.[...]
Dit is wat Dalí bedoeld moet hebben. Hier moet ik blijven.


Ton huurt een kamer in Chez Baba, het goedkoopste hotel. Hij heeft een introductiebrief van een kennis mee voor een meestermetselaar. Er wordt namelijk niets gebouwd zonder toestemming van deze metselaars en met hem wil Ton de mogelijkheid om een huis in Djanné te bouwen bespreken. De meestermetselaar is er niet en Van der Lee vult zijn tijd met de stad verkennen en op de binnenplaats van het hotel praten met de mensen die dagelijks langs komen. Eén ervan is Mamou, het papayameisje. Ton wordt hopeloos verliefd op haar, ze krijgen een los-vaste relatie. Een blanke en een kleurling kan niet. Mamou woont met haar familie in een herderskampement.  Haar vader zal moeilijkheden veroorzaken als hij er achter komt.
Ondertussen is de meestermetselaar, Bayare Kouroumansse, terug, hij leest de brief en accepteert de opdracht van Ton, een huis bouwen in de stijl van de huizen in Djanné, de Toucouleur stijl. Alles zal volgens de traditie gebouwd worden zonder machines, beton, etc. Ton vindt een schitterende locatie aan de rivier en na lang onderhandelen krijgt hij zijn stuk land aan de oever van de rivier de Bani. Daar zal zijn zandkasteel gebouwd worden.

Dit non-fictie boek leest als een roman. Ton van der Lee weet de sfeer van het Afrika waar hij zich bevindt prachtig weer te geven. Het is vooral zijn enorme respect en het genieten van het land dat dit boek zo prettig leesbaar maakt. Hij vertelt over de bijzondere mensen die hij onderweg ontmoet, over het schitterende landschap, de prachtige kleuren en vooral de rust, de stilte, de hitte, de droogte, de enorme sterrenhemel, het kalme, het niet haasten, in tegenstelling tot de toeristen die altijd haast hebben etc.
Maar ook deelt hij met ons zijn twijfels. Hij verbrandt bijna al zijn schepen en stort zich in dit avontuur. Doet hij er wel goed aan? Vlucht hij inderdaad weg zoals enkele Hollandse vrienden zeggen? Of is het jaloezie van hen? Een droom najagen is confronterend, iedereen heeft zo zijn dromen en Ton doet het wel, hij gaat zijn droom achterna... Niet iedereen durft dat. Hoe zal het verder gaan met hem en Mamou? Kunnen zij eventueel samen verder of niet? Is wonen in  Djenné zijn echte levensbestemming? Hij weet het zelf ook niet, maar weet wel dat de rust en stilte en kalmte, het leven per dag, bij hem horen en niet de hectiek van de Westerse wereld waar alles ingesteld is op tijd.
Prachtig boek, dat bovendien in mooie taal geschreven is.


ISBN 9789460032080 | Paperback | 255 pagina's | Uitgeverij Balans | oktober 2009
Met verklarende woordenlijst en kaart van Afrika

© Dettie, 10 augustus 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer: