Raoul Serrée

Toon alleen recensies op Leestafel van Raoul Serrée in de categorie:
 

De Wallen in de jaren '60 De Wallen in de jaren '60


Verhalen van prostituees, penoze en de postbode
Raoul Serrée

Het is misschien een beetje flauw om te zeggen, maar dit boekje is precies wat de ondertitel verraadt, waarbij de hoofdtitel als aanvulling zeker niet mag ontbreken. Al in het voorwoord laat auteur Raoul Serrée de lezer weten dat de sfeer op De Wallen in de jaren zestig heel anders was dan de sfeer heden ten dage.

In het dankwoord op de allerlaatste bladzijde van het boek lezen we hoe de auteur in de winter van 2014 in contact kwam met Jan de Bollebakker, op dat moment 93 jaar oud, en daarmee de oudste penoze van Amsterdam. De Bollebakker moet niets weten van weer een nieuwsgierige gozer op zoek naar de verhalen van De Wallen. Gelukkig voor ons was daar barvrouw Trudy, die een goed woordje deed voor de auteur en daardoor ligt er nu een bijzonder boek naast mij.

De auteur sprak met bejaarde hoerenmadammen, vrienden van Jan de Bollenbakker 'uit de gok', pooiers, een postbode, die destijds nog er jong was, heilsoldaten, een agent van bureau Warmoesstraat en andere bewoners van de buurt. Voor sommige potentiële lezers misschien leuk om te weten dat ook de vader van Matthijs van Nieuwkerk (ja die!) aan het boek heeft meegewerkt. Zijn verhaal begint op bladzijde 106 onder de naam Jacques, nu 73 jaar en geboren op de Lange Niezel.

Helemaal voor in het boek is de buurt waar het over gaat in een tekening afgebeeld, zodat steeds terug te vinden is waar in de buurt de verhalen zich afspelen. Handig voor wie niet precies weet wat met De Wallen als buurt wordt bedoeld.

Aan het begin van ieder persoonlijk verhaal wordt de geïnterviewde kort, hooguit in vijf of zes regels, aan de lezer voorgesteld om enigszins een beeld te hebben van wie er aan het woord is. Daarna volgt het eigen verhaal van de geïnterviewde en dat bestaat uit een volledig citaat van het vertelde verhaal. Je kunt gewoon lezen dat de auteur een recorder bij zich had, want het gesproken woord is volledig overgenomen in de tekst. Het is alsof je erbij zit, terwijl het interview plaatsvindt. Dat maakt het boek van Serrée zeer de moeite waard om te lezen. Het leuke is daardoor dat de eigen woorden van de mensen zijn gebruikt en in je hoofd hoor je gewoon het Amsterdamse accent van de mensen doorklinken dat daarbij hoort.

In de verhalen is sprake van veel humor, soms als verhulling gebruikt voor de onderliggende ellende. Het zijn echter geen treurige verhalen, maar verhalen van sterke mensen, met name van de vrouwen, die met een grote portie overlevingsdrang, wilskracht en zelfstandigheid hun leven op De Wallen leven. Mooi is om te lezen hoe men elkaar ondersteunt als dat nodig is. Bijzonder in dit verband is het verhaal over het opvanghuis van Joke dat zij samen met haar moeder runde voor kinderen van prostituees in Nigtevegt. Soms woonden er wel vijfentwintig tegelijk, vertelt Joke en voor ieder kind werd een eigen plek gecreëerd.

Veel mensen hadden een bijnaam in de buurt. In veel verhalen komen de namen van Haring Arie en Frits van de Wereld voorbij. Maar ook de geïnterviewden hebben vaak een bijnaam. Zo lezen we het verhaal van Joep de Fluiter, die 34 jaar wijkagent is geweest op de Wallen, De Professor, een meesteroplichter of Jan de Timmerman, die het volgende vertelt:

Op de Oudezijdsvoorburgwal bijvoorbeeld zat de stoffenzaak van Determeyer, daar zit nu de Febo. Ik heb daarboven nog eens dwars door een kamer een muur gemetseld. Daarachter gingen dan Chinezen zitten gokken; de Chinese muur noemde ik dat klussie.



Opvallend is dat in alle verhalen over het algemeen dezelfde sfeer doorklinkt, namelijk een gemoedelijke sfeer. Dat zal voor een groot gedeelte ook zijn door het nostalgische gevoel dat er inmiddels door de verteller aan toe is gevoegd. Het oplossen van conflicten gebeurde nog met de vuisten en niet met vuurwapens en als het conflict buiten was beslecht, dan dronk men samen binnen weer een biertje. De volgende dag kwam je elkaar namelijk weer tegen in de buurt. Een buurt die nu, zoals Serrée schrijft, in snel tempo uitgroeit tot de grootste kermis van Nederland met elk jaar meer toeristen en waar de peeskamertjes zijn omgebouwd tot souvenirshops. Ik leerde overigens uit dit boekje wat dat precies was dat pezen in zo'n peeskamertje in de jaren '60 op de Wallen.  
Leuk en zelfs leerzaam dus dit boek van Raoul Serrée.

Over de auteur Raoul Serrée (1968) studeerde Sociale Wetenschappen. Zijn evenementenbureau Van Aemstel Produkties verzorgt groepsuitjes in de rosse buurt, onder ander de Baantjerspeurtocht, de Lachtour en Hollandse feestavonden. In 2008 opende Serrée in de Warmoesstraat het Appie Baantjermuseum. Hij geeft ook lezingen over de Wallen in de jaren ’60, met muziek en uniek beeldmateriaal.


ISBN 9789462970137 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij De Kring | oktober 2015

© Ria, 30 december 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: