Martín Caparrós

Toon alleen recensies op Leestafel van Martín Caparrós in de categorie:
Martín Caparrós op internet:

  Categorie: Mens en Maatschappij

Honger Honger




“De vernietiging, ieder jaar, van tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen als gevolg van de honger is het schandaal van onze eeuw. Elke vijf seconden sterft een kind onder de tien jaar van de honger op een planeet die toch overloopt van rijkdom. In de huidige situatie zou de mondiale landbouw probleemloos 12 miljard mensen moeten kunnen voeden, bijna twee keer zoveel als de huidige bevolkingsdruk het is geen fataliteit. Een kind dat van de honger sterft, is een vermoord kind.”


Dit boek gaat over de oorzaken en gevolgen van honger. Daar zijn talloze boeken over geschreven, maar wat dit boek onderscheidt van de andere, is niet alleen zijn dikte en grondigheid, maar vooral het feit dat Martín Caparrós mensen met honger een gezicht en een stem geeft. Hij bezocht Argentinië, Afrika, India, Bangladesh en zelfs Amerika en sprak uitgebreid met  mensen met honger, waardoor de statistieken een verhaal en stem krijgen en dat maakt diepe indruk.

Iédere dag sterven er in de wereld 25000 mensen door oorzaken die aan honger zijn gerelateerd. Het je voorstellen van die aantallen alleen al, is letterlijk onvoorstelbaar. Weinig mensen sterven direct door de honger; veel meer sterven aan ziektes of infecties die dodelijk zijn, omdat hun lichaam door het weinige eten zo verzwakt zijn dat ze er niet tegen kunnen vechten. Ziektes als diarree, hoesten, rode hond en malaria. In het leven van een goed gevoed mens en vooral kind, zouden dit slechts bijkomstigheden zijn.

Als een kind voor zijn vijfde jaar honger heeft of te weinig gezonde voedingsstoffen krijgt, groeit het vanwege het voedselgebrek minder dan het zou moeten. Zijn hersenen zullen zich nooit helemaal goed ontwikkelen en zijn lichaam zal zwak blijven, vatbaar voor welke ziekte dan ook. De honger van de eerste duizend dagen eindigt nooit en het is een vicieuze cirkel; slechtgevoede moeders voeden onderontwikkelde kinderen op.

Bij honger denken we vooral aan de grote hongersnoden na oorlogen, aardbevingen, droogte, overstromingen etc. De kranten staan er rond die tijd vol van en de hulpverlening rukt aan. Ieder jaar worden ongeveer 50 miljoen mensen door dit soort hongersnoden getroffen, maar dat is niets vergeleken met al die mensen die lijden aan structurele ondervoeding. Structurele ondervoeding is veel verraderlijker, het haalt de kranten niet, het is veel onzichtbaarder. Het is geen voorval of een incident, het is voor velen de normaliteit.

Pakweg 2 miljard mensen lijden aan wat de bureaucratie ‘voedselonzekerheid’ noemt, soms eten ze voldoende, maar vaak ook niet en wat ze eten is te eenzijdig en bevat te weinig voedingsstoffen, waardoor vaak tot hun schrik hun kinderen bij controle toch ernstig ondervoed blijken te zijn. En er hoeft maar íets te veranderen in hun omstandigheden, verlies van werk of een misoogst, waardoor er langdurige onzekerheid is over eten voor de volgende dag of volgende week.

Er zijn diverse oorzaken aan te wijzen voor de wereldwijde honger. Capparós noemt ze stuk voor stuk op en gaat er uitgebreid op in, maar het meest onvoorstelbare, wat keer op keer terug komt, is dat honger eigenlijk niet hoeft... er is op deze wereld genoeg voedsel om alle mensen op deze aarde te voeden en nog 4 of 5 miljard meer. Verbijsterend in deze context is dat vijftig procent van wat er aan voedsel wordt geproduceerd in vuilnisbakken terecht komt. Het probleem is niet dat we met veel mensen zijn, maar dat er zoveel mensen zijn die leven op een manier alsof we maar met weinig zijn.

Het gaat vooral politiek mis. Rijke landen die per jaar 275 miljard dollar subsidies geven aan hun eigen landbouwproducten, structurele landonteigening door rijke landen in arme landen, omdat door de hoge voedselprijzen land een lucratieve investering is, corruptie, financiële speculaties die ervoor zorgen dat de voedselprijzen de laatste jaren enorm gestegen zijn. Systemen die, door de grote belangen die ermee gemoeid zijn, nauwelijks te doorbreken zijn.

Maar niets doen omdat het toch niet lukt, is geen optie. Hoe kunnen we met onszelf leven als we stoppen met proberen. Het ergste wat we mensen die in honger of met voedselonzekerheid aan kunnen doen is onverschilligheid. Caparrós pleit in dit boek voor kwaadheid, voor razende woede om dit onrecht wat niet nodig zou hoeven zijn. Omdat hij zonder die kwaadheid zichzelf niet in de spiegel kan aankijken, maar ook omdat  kwaadheid van miljoenen over de wereld, in oprechte verontwaardiging van honger als iets wat we niet meer pikken, misschien de enige mogelijkheid is  om wereldwijde systemen te veranderen.

Martín Caparrós heeft een zeer indrukwekkend boek geschreven. Naast zijn kunde en zijn gedegen onderzoek spat ook zijn betrokkenheid en woede over het onderwerp van de bladzijdes af. Hoofdstuk na hoofdstuk stelt hij ons en zichzelf de vraag hoe we in godsnaam door kunnen gaan met leven terwijl we zulke dingen weten. Een zéér lezenswaardig en belangrijk boek, wat nog eens goed en toegankelijk geschreven is ook!


ISBN 9789028426221 | Paperback | 656 pagina's | Wereldbibliotheek | mei 2015
Vertaald door Hendrik Hutter, Marjan Meijer en Corrie Rasink

© Willeke, 26 oktober 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: