Heleen Mees

Toon alleen recensies op Leestafel van Heleen Mees in de categorie:
  Categorie: Mens en Maatschappij

Weg met het deeltijdfeminisme!
Over vrouwen, ambitie en carrière


"In Weg met het deeltijdfeminisme! is het meest urgente uit Mees’ columns over vrouwen, ambitie en werk bijeengebracht."
Maar wat is voor Heleen Mees het meest urgente?
Zij stelt dat in Nederland te veel hoogopgeleide vrouwen werken in deeltijd, in inferieure banen blijven steken en zelf het leeuwendeel van het huishouden doen.

Mees vergelijkt de Nederlandse vrouw met de Amerikaanse vrouw (Mees woont in New York). Deze werken 36 uur per week tegenover de Nederlandse vrouw die 24 uur per week werkt.
De Amerikaanse vrouw bespaart 10 uur per week op koken, schoonmaken en de zorg voor de kinderen. De Amerikaanse vrouw betaalt liever zodat anderen dat werk kunnen doen. Ze maken ruim gebruik van wasserettes, stomerijen, boodschappendiensten en kindermeisjes die zich overdag ontfermen over de kinderen. In New York kun je in het weekend een kookhulp aan huis krijgen om gezonde maaltijden voor de hele komende week klaar te maken.
Doordat zij geen deeltijdbanen hebben kunnen Amerikaanse vrouwen wel de topfuncties bereiken en hebben die ook!

Zijn de Nederlandse vrouwen lui? Nee, want zij doen naast die 24 uur het (onbetaalde) huishouden.
Is het de onwil in Nederland om bij gelijke geschiktheid voor een functie, te kiezen een vrouw? Willen de mannen 'onder elkaar' blijven?
Mees windt zich op over de deeltijdbanen van hoogopgeleide vrouwen, zo bereiken zij nooit de top en zullen bij een eventuele scheiding daardoor altijd slechter af zijn vanwege hun inkomen. Vrouwen moeten ontmoederen...
Verder ageert Heleen Mees tegen het voorstel om vrouwen een jaar 'zoogverlof' te geven. Ze is het er mee eens dat kinderen de borst geven vermoeiend is, vrouwen hebben vooral in het begin nauwelijks een goede nachtrust. Maar een jaar zoogverlof verzwakt de positie van de vrouw nog meer en borstvoeding draagt niet bij aan het scheppen van een band met de vader.

Eigenlijk lijken deze zaken nogal triviaal, bijna luxe problemen, als je deze 'zorgen' vergelijkt met de problemen van vrouwen elders in de wereld wat Mees ook met felle pen beschrijft. Vrouwenbesnijdenissen, ongestrafte verkrachtingen, de abortussen die gepleegd worden of 'verdwijningen' die plaatsvinden als het kind een meisje blijkt te zijn. Het niet of slecht onderwijs krijgen van meisjes, de vrouwen die in sommige landen gelijkgesteld worden met een hond enz. enz.

Persoonlijk vind ik deze zaken van veel groter belang dan je druk maken of Piet of Marie in Nederland aan de top komt.
Natuurlijk zijn er zaken die vragen om verandering zoals ongelijk loon als hetzelfde werk wordt verricht. Niet alleen de vrouw verantwoordelijk stellen als een stel kinderen heeft. Maar ik heb het ook altijd vreemd gevonden dat vrouwen met kinderen tot 5 jaar niet hoefden te solliciteren.
Wat mij stoort in deze columns dat het voornamelijk over vrouwen met kinderen gaat. Ik heb niets gelezen over hoogopgeleide vrouwen zonder kinderen, hebben zij ook een deeltijdbaan? Waarom zitten deze vrouwen dan niet in de topfuncties? Of zitten zij daar wel in?

Wat mij aan het boek zélf stoorde zijn de vele herhalingen van hetzelfde. Weer Neelie, Hilary, Femke, Angela (Merkel) als voorbeelden, weer over Plasterk, weer over het zoogverlof, weer over de vrouw met de deeltijdbaan... vrouwen die geen bestuurlijke functie hebben enz. enz.
In het begin van het boek waren de onderwerpen nog gevarieerd maar verderop in het boek herhaalde Mees zichzelf vaak.
Het is wel een boek dat de nodige, verhitte, discussies kan opleveren, zie Intermediair.


ISBN 9046802140 | Paperback | 160 pagina's | Nieuw Amsterdam | 2007

© Dettie, mei 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Weg met het deeltijdfeminisme!
Over vrouwen, ambitie en carrière


Het gaat hier om een bundel columns, waarin wel erg veel herhaald wordt. Dat valt vooral op als je het boek in een keer uitleest, zoals ik vandaag.
De rode draad van Mees' betoog (of betogen, moet ik eigenlijk zeggen) is dat vrouwen in Nederland van de top blijven verstoken doordat ze kiezen voor deeltijdbanen om zo de verantwoordelijkheid voor huishouden en kinderen op zich te nemen. En dat terwijl ze in potentie meer kansen hebben op topbanen dan mannen, want ze zijn gemiddeld gesproken hoger opgeleid. Deze vrouwen, die dus hun kansen laten liggen, zijn eigenlijk deeltijdfeministen: ze protesteren wel tegen verkrachtingen in Darfur en tegen besnijdenis van meisjes, maar nemen zonder morren thuis alle zorg op zich. En worden economisch afhankelijk van hun man.

Mees pleit voor; herinvoering van de min, als vrouwen hun kind zonodig borstvoeding willen geven, een verplichte opname van vrouwen in de top, bijvoorbeeld door in te stellen dat er steeds 40% mannen en 40% vrouwen in moeten zitten. In Zweden schijnt dat te werken.
Het ontbreken van vrouwen aan de top is niet alleen aan vrouwen te wijten: mannen houden, vaak onbewust, vaak min of meer ingegeven door groepsdynamiek, de mannencultuur in stand. Ze stellen eisen waaraan voornamelijk mannen aan kunnen voldoen, ze zoeken een man voor een topfunctie, geen vrouw. Vrouwen worden zo als het ware over het hoofd gezien.

Mees' boek gaat dus voornamelijk over heteroseksuele, hoogopgeleide vrouwen met kinderen die in potentie topfuncties zouden kunnen vervullen. Hun volwaardige participatie gaat iedereen aan, omdat ondernemingen met meer vrouwen aan de top beter presteren en als ondernemingen beter presteren, is dat goed voor de samenleving als geheel. Door meer vrouwen in te schakelen kan bovendien het hoofd worden geboden aan de dreigende problemen door de vergrijzing.

Het mag allemaal waar zijn, en ik geloof het ook wel. Maar ik vind dit een eenzijdige benadering van feminisme. Zo vergeet ze te vermelden dat er meer keuzes mogelijk zijn: je kan besluiten niet te trouwen, geen kinderen te krijgen. Verder zijn er massa's vrouwen die geen topfunctie kunnen halen (zoals er ook massa's mannen zijn die dat niet lukt) en wat moeten die hiermee? Werk is belangrijk voor ontplooiing, maar voor veel mensen is het niet meer dan een middel om te bestaan.

Nog belangrijker is dat het Mees' redenering aan diepgang ontbreekt. Ze beweert stellig dat moederinstinct niet is aangeboren, maar wordt aangekweekt, maar het valt nog te bezien of dat wel zo is. Ik kan me tenminste voorstellen dat de zwangerschap van negen maanden op voorhand al een ander verantwoordelijkheidsgevoel teweeg brengt dan een man heeft ten opzichte van zijn kinderen. Dan moet je erover twisten hoe je daar dan vervolgens mee omgaat. Want dat het niet goed is, dat zoveel vrouwen nog altijd huisvrouw of bijna-huisvrouw worden staat buiten kijf. Economische afhankelijkheid leidt tot armoede: is het niet in fysieke zin door het belanden in de bijstand na de echtscheiding dan is het wel in de zin van de verschraling van de levensloop.

Ik bedoel dus te zeggen: er zijn mogelijk meer werkelijkheden dan die Mees laat zien. Hier en daar stipt ze het aan, maar ik maak me op dit moment meer zorgen om het terugkeren van de vrouw als lustobject: of, om het wat duidelijker te zeggen, de toenemende huppelkutterij, waarbij vrouwen zich vooral zorgen maken om hun uiterlijk, hun aantrekkingskracht dus voor mannen. Sexy zijn tot in je doodskist, dat lijkt haast wel de belangrijkste levensvervulling van vrouwen.
Het is inderdaad tijd voor de derde feministische golf. Alleen moet die zich niet alleen richten op arbeidsparticipatie, maar op alle aspecten van de vrouwelijke levensloop.


ISBN 9046802140 | Paperback | 160 pagina's | Nieuw Amsterdam | 2007

© PetraO, mei 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer: