Dambisa Moyo

Toon alleen recensies op Leestafel van Dambisa Moyo in de categorie:
Dambisa Moyo op internet:
  Categorie: Mens en Maatschappij

Doodlopende hulp Doodlopende hulp
waarom ontwikkelingshulp niet werkt, en wat er wel moet gebeuren


Dit boek verscheen in 2009 wereldwijd onder de titel Dead Aid, en deed nogal wat stof op waaien. De schrijfster Is Dambisa Moyo, een jonge in Zambia geboren econoom, die zich afvraagt waarom na vijftig jaar en meer dan 1 biljoen dollar ontwikkelingsgeld Afrika nog steeds voort ploetert in een schijnbaar nooit eindigende cyclus van corruptie, ziekte, armoede, en hulpafhankelijkheid. Zij richt zich hierbij in het bijzonder op de hulp van overheid tot overheid, dus hulp via organisaties als de Wereldbank. Haar conclusie is onthutsend.

Moyo stelt dat het ontvangen van gereduceerde leningen (voor niet noodsituaties) en subsidies van miljarden aan ontwikkelingsgelden niet alleen geen effect hebben gehad, maar erger nog, een deel van de oorzaak van de armoede zijn geworden. Ze erkent dat ook andere problemen die Afrika heeft, zoals ziekte, oorlogen en geografie natuurlijk óók een factor zijn in de armoede, maar stelt dat het naïef zou zijn de hulpverlening als factor buiten beschouwing te laten. Voor de meeste landen is het directe gevolg van buitenlandse geldstromen een drastische neergang naar armoede geweest. De landen met de meeste hulp gaven vaak een negatief groeicijfer. Moyo’s verklaring hiervoor is als volgt:

Veel van de landen die grote geldstromen krijgen zijn corrupt. Grote geldstromen trekken meer corruptie aan en bieden mogelijkheden om je macht en rijkdom te vergroten. Hulpverlening bevordert deze corruptie waardoor het land snel in een neerwaartse spiraal belandt. Vrije geldstromen komen in verkeerde handen en buitenlandse en binnenlandse investeerders trekken zich terug. Minder investeringen leiden tot minder banen, en de armoede stijgt en doordát de armoede stijgt worden er weer meer hulpgelden geïnvesteerd etc. etc.. Kortom een neerwaartse spiraal van armoede en hulp.


Na alle kritiek komt Moyo ook met alternatieven; laat Afrika toe op de internationale obligatiemarkten, stimuleer de Chinese investeringen in Afrika, blijf aandringen op echt vrije handel in landbouwproducten, stimuleer financiële bemiddeling, in het bijzonder het microkrediet, en tenslotte, betrek Afrika zelf bij het beleid. De zanger Bono was recent bij de G8 en gaf advies, maar je ziet nauwelijks Afrikaanse functionarissen en beleidsmakers die belast zijn met de ontwikkelingsportefeuille een mening geven over wat er echt zou kunnen werken om het continent voor verdere achteruitgang te behoeden.

Ik ben geen tegenstander van ontwikkelingshulp, integendeel. Het onderwerp fascineert mij uit betrokkenheid al lange tijd. Ik ben door het lezen van boeken als deze (en bv ook door de boeken die Linda Polman en William Easterly over dit onderwerp schreven) juist door die betrokkenheid wel van mening dat het goed is de hulpverlening zoals die nú is eens goed tegen het licht te houden. Bovengenoemde boeken dienen wat mij betreft aan iedere vergadertafel van beleidsmakers in de ontwikkelingshulp te worden besproken.

Ik ben het zéker niet van kaft tot kaft eens met Dambisa Moyo, maar wat mij erg aanspreekt in haar boek is dat ze niet alleen kritiek heeft maar ook alternatieven biedt. Een aantal van haar aanbevelingen spreken mij zéér aan en lijken mij ook nu al haalbaar. Begin bijvoorbeeld eens met de Afrikanen te vragen wat ze nodig hebben en wat ze zelf kunnen bieden. Moyo haalt het voorbeeld aan van de Afrikaanse fabrikant van klamboes die failliet gaat doordat goedbedoelende hulpinstanties gratis netten uitdelen. Als voorbeeld van góede hulpverlening noemt ze een project van het Food for peace project waar het ontwikkelingsgeld gebruikt werd om voedsel voor de armen te kopen op de lokale markt zodat de economie gestimuleerd werd ,én de honger bestreden. Om bij de klamboenetten te blijven… koop ze ter plekke dan bespaar je dure transportkosten, stimuleer je de plaatselijke economie en schep je voorwaarden voor het groeien van een middenklasse. Ook microkredietprojecten, die mij persoonlijk altijd erg aanspreken worden in dit boek aanbevolen als een goede manier van hulpverlening. Het boek geeft als voorbeeld een site waar je als privépersoon overal ter wereld 25 dollar uit kunt lenen voor een starters kapitaal aan een man of vrouw in een ontwikkelingsland. Als er genoeg geld binnen is van genoeg mensen start het project en na twee jaar krijg jij je 25 dollar weer terug gestort op je rekening. Slagingskans op teruggave 98 %.

Voor het boek is enige interesse in het onderwerp nodig. Af en toe was het iets te economisch voor mij, wat het aan de andere kant weer érg geschikt maakt voor echte economen en beleidsmakers, en daar is het in eerste instantie voor bedoeld. Toch vond ik het ook voor leken als ik zéér goed leesbaar. De voorbeelden zijn duidelijk en spreken tot de verbeelding. Moyo roept zelfs een denkbeeldig land tot leven, Dongo, om haar beleid uit te leggen, waardoor ook ik als leek begreep wat ze bedoelde.
Het is een boek wat je onontkoombaar over het onderwerp aan het denken zet. En een boek wat dus wereldwijd tot discussie heeft geleid. Geen onverdienstelijk resultaat voor een schrijfster lijkt mij.


ISBN 9789025434106 | Paperback | 270 pagina's | Uitgeverij Contact | september 2010
vertaald door Ronald Kuil

© Willeke, 04 februari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer: