Annegreet van Bergen

Annegreet van Bergen op internet:
 

Gouden jaren Gouden jaren


Hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd
Annegreet van Bergen

In het voorwoord schrijft Annegreet van Bergen (1954):

We zijn rijker geworden dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. Daar staan we lang niet altijd bij stil. Want weelde went. En al helemaal wanneer het geleidelijk is gegaan en we het jarenlang stapje voor stapje steeds beter hebben gekregen. Dan dreigen we te vergeten hoe goed we het eigenlijk hebben. [...] We hebben nauwelijks oog voor wat er in het verleden aan rijkdom is opgebouwd.


Zelf ben ik maar twee jaar jonger dan Annegreet van Bergen maar ook ik sta vaak verbaasd over de enorme luxe en toename aan apparatuur die ons veel werk uit handen neemt. Het boek vormt voor mij dan ook een feest van herkenning. Ik bleef o ja zeggen bij het zien van de afbeeldingen of het lezen van situaties uit bijvoorbeeld de jaren zestig of zeventig.

Neem een woning. Na de oorlog was er zo'n nijpend gebrek aan huizen dat mensen verplicht bij elkaar moesten inwonen pas later kwamen de doorzon- en eengezinswoningen.
In het boek staat een verhaal van iemand die nu in een eenpersoonsappartement woont waar vroeger een gezin met twee kinderen in woonden. Op zolder moesten ook mensen geplaatst worden anders kreeg het gezin de woning niet, en zo kwamen een oom en tante bij hun op zolder wonen. Zij woonden dus met zijn zessen in een ruimte die nu geschikt geacht wordt voor één persoon.
Bovendien waren de woningen niet centraal verwarmd maar was het alleen in de huiskamer lekker warm. Op de slaapkamerramen stonden 's winters de ijsbloemen op de ramen op de wc zat je 's winters te klappertanden.
Een douche was ook volslagen onbekend. Het was wassen aan de kraan, soms nog aan de pomp, en één maal in de week gingen de kinderen in de teil, allemaal natuurlijk wel in hetzelfde water. Hooguit werd er wat warm water bij gegoten als het water erg afgekoeld was. Zelf herinner ik me nog dat in een grote kast een douche gemaakt werd. Daar mochten we één keer per week onder en dat was feest!


Ook het huishouden zelf was een hele onderneming. Nu stoppen mensen hun kleren in de wasmachine en veelal later in de droger en klaar is de was. Dat was nog maar vijftig jaar geleden compleet anders, lakens en ander witgoed ging in een grote ketel op het vuur en werden 'uitgekookt'. Sommigen hadden een wringer waardoor met veel moeite de was werd geduwd zodat het ergste vocht eruit was.
Afwassen gebeurde in een plastic teiltje (eerst de glazen, riep mijn vader dan) en het water moest eerst gekookt worden in de fluitketel.  In het boek zie je ook een mooie foto van twee afwassende dames in een piepklein keukentje aan een granieten aanrecht. Onder de gootsteen het bekende gordijntje waarachter de afwasbak en andere spullen werden weggeborgen. 


Erg leuk en herkenbaar is het lezen over de eerste televisie en telefoon. Mensen gingen bij buren tv kijken en telefoneren. De telefoon hing aan de muur met een gekrulde draad. Niets mobiels bij. Iedereen kon met het gesprek meegenieten. Bellen vanuit het buitenland was onvoorstelbaar duur. En op straat stonden telefooncellen met vaak een rij mensen erbij die stonden te
Televisieprogramma's waren niet continue te bekijken maar 24 uur per week. Iedereen sprak ook over de programma's als je het geluk had om ze te zien tenminste. Ik weet nog dat ik als kind Pipo bij de buren mocht kijken en ook het eerste optreden van de zangeres Melanie zag ik bij de buren.

Zoals ik zelf ook nog weet en zoals eveneens in het boek staat was nieuwe kleren kopen voor velen een luxe. Vaak gebeurde dat alleen als het echt nodig was. Veel werd vermaakt of hersteld. Uit een oud pak van vader kon makkelijk nog een broek voor zoon gemaakt worden. De jas van moeder kon goed dienen als jasje voor dochter. Van een jurk werd een rok gemaakt, kraagjes werden opnieuw gebruikt, sokken werden gestopt. Truien werden zelf gebreid en waren die te klein geworden dan werden ze gewoon uitgehaald en werd er iets nieuws van gebreid, zo simpel was het.
Schoenen werden steeds opnieuw gerepareerd en vaak hadden kinderen zondagse kleren, die ze absoluut niet vies mochten maken.

De huidige wegwerpmaatschappij bestond dus niet, maandverband waren badstoffen doeken die uitgekookt werden en de kast in gingen tot de volgende maand. Iedereen had stoffen zakdoeken die keurig gestreken werden. Oude kranten werden gebruikt als wc papier etc.
Vakanties kenden veel mensen niet. Eén dagje weg en dat was het. Autovakanties en vliegvakanties waren alleen voor de rijken.

In de laatste vier van de vijfentwintig hoofdstukken wordt getoond hoe mensen hun geld verdienden en hoe enorm de economie veranderde. Er kwamen beroepen bij en er verdwenen beroepen.
Nu is het bijna ondenkbaar dat er geen computers waren, dat alles met de hand werd genoteerd bijvoorbeeld. Supermarkten kwamen, de grutter verdween. Vrouwen gingen werken. Scheepswerven maakten plaats voor restaurants en terrassen.  Het loonzakje verdween, de bankrekening verscheen.
En zo zijn er nog enorm veel voorbeelden in dit boek te vinden die aangeven hoe enorm alles veranderd is en hoe rijk mensen zijn geworden in een relatief korte tijd.


Het boek is in erg plezierige taal geschreven. Feiten worden vermengd met eigen herinneringen of met verhalen van mensen die de schrijfster voor dit boek geïnterviewd heeft. Doorheen het boek staan nog prachtige zwart-wit foto's die laten zien hoe het ooit was.
Een prachtig boek voor tijdgenoten van de schrijfster maar ook voor de nieuwe generatie die met verbazing en mogelijk ongeloof zal reageren op de verhalen die in dit boek te lezen zijn. Grote aanrader.


ISBN 9789045023540 | Paperback | 350 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | september 2014

© Dettie, 20 september 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: