Leo van Bergen
Zacht en eervol
Leo van Bergen
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) begon in een tijd dat de industriële revolutie in volle gang was. Steeds meer uitvindingen werden er gedaan, en ja, die werden ingezet op het slagveld.
Machinegeweren, tanks, gas, vliegtuigen en vlammenwerpers, steeds meedogenlozer en dodelijker werden de wapens. Het was gedaan met geweer, bajonet, en ook met het paard, die tot voor kort de middelen waren waarmee oorlog gestreden werd.
De officieren, degenen die de bevelen gaven, hoefden ook niet meer in persona aanwezig te zijn als het bevel tot aanval gegeven werd. De telefoon was uitgevonden, zij hadden de keuze om achter de linies te blijven en deden dat, de enkele uitzondering daargelaten. Zonder begeesterende leider wist menig soldaat nauwelijks waar hij mee bezig was, al is het de vraag of die bevelhebbende officieren dat wél wisten.
Dit zijn de gegevens die leidden tot de grote ellende waardoor de Eerste Wereldoorlog getekend is. In dit boek maakt historicus Leo van Bergen duidelijk wat hoe groot dat leed was, hoe groot de ontberingen waren waaraan de jongens bloot gesteld waren. Hij laat zien wat de achtergrond is, hoe er mee om gegaan werd en wat de gevolgen zijn.
In een voorwoord legt hij uit wat hij met dit lijvige boek wil duidelijk maken. In de meeste verhalen achteraf gaat het over de helden, en duwt men de ellende snel weg. Over de lichamelijke en psychologische problemen werd niet gesproken. In dit boek worden ze aan alle kanten belicht: De oorzaken en de feiten, met de hulpverlening. Ook de dood wordt niet vergeten. De impact die de dood van vrienden en medestrijders had op de achterblijvers is bepaald niet gering, maar er wordt weinig over verteld.
Een van de vragen die men zich altijd stelt is: waarom gingen die jongens vrijwillig naar het slagveld? Wat bezielde hen?
Wat is shellshock, en hoe komt het dat in de eerste jaren soldaten voor een vuurpeloton werden gezet omdat ze laf en ongehoorzaam waren?
Vooral de gevolgen die deze oorlog had op de geestesgesteldheid van de mens komt aan de orde. Het houdt niet op bij 1918, de betrokkenen moesten er hun leven lang mee verder.
Medisch historicus Leo van Bergen (1957) heeft voor zijn boek heel veel gelezen en bronnen geraadpleegd. Achterin vinden we een uitgebreide bronnenlijst, een literatuurlijst en een register.
De literatuurlijst somt de boeken op die ook geciteerd worden in de tekst van ‘Zacht en eervol’. Dat is namelijk naast de prettige schrijfstijl iets waardoor het boek niet dor en droog wordt: Leo van Bergen citeert vaak en geeft aan hoe de verhalen die door de overlevenden zelf genoteerd werden mede bepalend zijn geweest voor wat hij ons wil vertellen in dit boek.
Een voorbeeld: je kan je voorstellen dat een gewonde soldaat, die weet dat hij niet meer te redden is – en gezien de medische omstandigheden was je al snel opgegeven – vraagt aan een medestrijder om hem een genadeschot te geven. Daar wordt R. Le Brun geciteerd, die reageerde: ‘Ik had mijn revolver niet bij me. Mijn hele leven ben ik me blijven afvragen wat ik gedaan zou hebben.’
Een soldaat is een mens en reageert niet anders dan u en ik. Dat is wat er in de heroïsche geschriften nogal eens vergeten wordt. Leo van Bergen laat het je beseffen.
ISBN 9789022329962 | Hardcover | 567 pagina's | Uitgeverij Manteau | mei 2014
Met enkele foto’s.
© Marjo, 27 augustus 2014