Stefan Zweig

Toon alleen recensies op Leestafel van Stefan Zweig in de categorie:
Stefan Zweig op internet:

  Categorie: Algemeen

Schaaknovelle Schaaknovelle


Dit kleine verhaal wordt verteld vanaf een passagiersschip waar de verteller door zijn vriend geattendeerd wordt op de wereldschaakkampioen Mirko Czentovics.
Zijn vriend vertelt het verhaal van deze uit een arm gezin afkomstige, tot mislukken gedoemde jongen. Op school presteert hij niks en zijn ouders weten niet wat ze met hem aan moeten, totdat door toeval zijn schaaktalent wordt ontdekt. De beste schakers van het dorp die het tegen hem opnemen, leggen het allemaal af tegen het onverslaanbare talent van deze knaap. Zelfs bij simultaan-schaken wint hij 7 van de 8 partijen. Hij heeft alleen een nadeel. Hij kan niet blind spelen, kan zich niet het ruimtelijk veld in zijn geest voor ogen toveren, kan alleen maar spelen als hij de partij in het echt voor zich ziet. De verteller probeert de wereldkampioen naar zijn schaakbord te lokken. Dat lukt pas als de verteller meneer McConnor erover vertelt, die zo enthousiast reageert dat het lukt om Czentovics uit te dagen voor een partij. De eerste partijen verliezen de amateurs kansloos, maar in de tweede partij doet zich een kans voor om de leiding van de partij over te nemen; dat denken ze tenminste, maar als McConnor de zet wil doen, wordt zijn hand tegengehouden door een onbekende man. Het vervolg van de partij gaat precies zoals deze onbekende hun vertelt, als ze zijn keuze van zetten uitvoeren en de partij eindigt met remise. Iedereen in de ruimte valt stil: voor het eerst is het de grote kampioen niet gelukt een partij te winnen! Wie is deze onbekende man?
Als Czentovics revanche voorstelt kijkt hij naar deze onbekende, maar die schrikt terug en zegt dat hij al 25 jaar geen partij meer heeft gespeeld. Hij verdwijnt na deze mededeling op het promenadedek. De verteller laat het er niet bijzitten en vraagt het waarom hiervan. Dan krijgt hij een uiterst opmerkelijk en ook schokkend relaas te horen. Dokter B. zoals hij genoemd wordt laat zich overhalen en zit nu zelf tegenover de kampioen. Hoe zal de partij aflopen, kan Dokter B de kampioen verslaan?

Zweig is een meester in het genre van de novelle. Hij schreef er diverse en dit is ware parel. Ook al weet een lezer geen klap van schaken, ook al interesseert een andere lezer schaken totaal niet, Zweig weet met zijn scherp observerende pen iedere lezer de magie van het schaakspel over te brengen.


ISBN 9025362907 | Hardcover | 97 pagina's | Athenaeum-Polak & Van Gennep | 2004

© Roel, mei 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De wereld van gisteren herinneringen van een Europeaan De wereld van gisteren herinneringen van een Europeaan


herinneringen van een Europeaan


Voor veel jeugd van tegenwoordig gaat geschiedenis niet verder dan de laatste tien jaar van hun leven. Voor jeugdigen die wel benieuwd zijn wat er verder terug in de tijd is gebeurd, is deze autobiografie van Zweig een goed startpunt. Zweig heeft nog net de tijd meegemaakt dat drastische veranderingen alleen nog maar een vieze wolk aan de horizon vertegenwoordigden. Want daarna zette de eerste wereldoorlog en ook nog eens de tweede wereldoorlog Europa en de wereld voor goed op zijn kop.

Niet voor niks opent hij zijn eerste hoofdstuk met de titel “Die Welt der sicherheid”, want in zijn jeugd was Europa en speciaal Oostenrijk waar hij werd geboren een veilige plek. Natuurlijk er gebeurde wel eens wat, maar dat hoorde erbij, dat waren geen schokkende aangelegenheden. Alles leek stabiel. Het was nog het Wenen waar de oude wereld heerstte, de wereld van de koetsen op straat, van pracht en praal, van café’s met kranten aan een stok, waar de jeugd nog dweepte met zijn favoriete dichters en schrijvers, waar nog gediscussieerd werd over het nieuwste toneelstuk. Tenminste dat is het milieu waar Zweig als jonge jongen opgroeide.
Net zoals zovelen was Zweig een idealist, dat geeft hij zelf ruiterlijk toe en idealisme gaat ook gepaard met naïveteit en daarom ging de jonge Zweig voorbij aan de eerste tekenen die een somberder toekomst voorspelden. Al zag hij het persoonlijk toen niet, er hing wel degelijk een misselijkmakend geurtje van antisemitisme in de lucht. Er werd al hier en daar met een bepaalde blik naar joodse mensen gekeken. Maar Zweig ging nog volledig op in zijn eigen idealisme en droomde van een bestaan als schrijver. De eerste wereldoorlog kwam voor hem en vele anderen als een totale schok. Wie had ooit gedacht dat de hoogste leiders naar zo'n drastisch middel als een wereldoorlog zouden grijpen. Maar toen de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand in de straten van Sarajewo door een Servische nationalist werd doodgeschoten, was er ineens geen houden meer aan. Oorlog verspreidde zich als een olievlek over Europa.
Zweig was begin af aan tegen de oorlog, maar zoals hij schrijft, leek wel in eenieder die bloeddorstigheid van het oorlogmonster schuil te gaan. Hij onderhield tijdens de oorlog contact met een vriend, woonachtig in het vijandelijke Frankrijk.
Zweig wilde steeds naar het front om verslag te doen, maar dat werd hem geweigerd, omdat hij steeds weigerde patriotistisch en ophemelend over het verschijnsel oorlog te schrijven. Maar toen deed zich toch een kans voor en die greep hij met beide handen. Hij belandde aan het Russische front en zag daar wat oorlog met mensen doet, in wat voor toestand van afgestompheid ze terechtkwamen. De aanloop naar de tweede wereldoorlog wordt ook uitgebreid geschetst. Dan breekt het plotseling af, want Zweig vlucht naar Brazilië.

Zweig schrijft in zijn autobiografie, die postuum na zijn dood (zelfmoord) is uitgebracht, gedetailleerd over de wereld van zijn jeugd, over zijn moeder en vader, school, zijn vriendjes, waarbij hij zichzelf, in de persoon van volwassen mens en gearriveerd schrijver niet spaart en flink bekritiseert. Hij schildert op eenvoudige, begrijpelijke wijze de complexe factoren en processen die maken dat mensen elkaar naar het leven gaan staan; in ieder geval menen daarvoor een reden te hebben gevonden.
Daarnaast is Zweig zo fortuinlijk geweest, de idolen van zijn jeugd daadwerkelijk te ontmoeten en zelfs verschillende ervan tot vriend te krijgen.
Hoe mooi zet hij zijn ontmoetingen met Sigmund Freud, Roman Rolland en Rainer Maria Rilke neer. Rilke blijkt in werkelijkheid alle cliché’s van de dichter - stil, bescheiden en teruggetrokken - te bevestigen. Hoe menselijk potretteert Zweig deze grote, vaak bescheiden kunstenaars. Maar dit boek heeft naast deze gevoelens en gedachten van nostalgie ook nu nog steeds een grote zeggenskracht; zelfs meer dan ooit gezien het huidige Europa in een voortdurende staat van onrust.


ISBN 9789029565448 | Paperback | 431 pagina's | De Arbeiderspers | juni 2007

© Roel, juni 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer: