Sandra van Noord (red.)
Categorie: Algemeen
Kas di sjon
Plantagehuizen op Curaçao vroeger en nu
Het begon met de West Indische Compagnie (WIC), dat in 1634 het eiland veroverde op de Spanjaarden. Wie aan plantages denkt heeft waarschijnlijk een beeld voor zich zoals we dat kennen uit films over slavernij: uitgestrekte velden met mais of suikerriet, maar de eerste Hollandse boeren werden zwaar teleurgesteld toen de meegebrachte zaden niets opleverden. Curaçao was niet vruchtbaar genoeg, er viel veel te weinig regen. De WIC stichtte toen plantages ten behoeve van de slavenhandel: de uit het verre Afrika afkomstige mensen, konden daar aansterken alvorens verkocht te worden in andere koloniën.
De daarna gestichte plantages probeerden het te redden door zoet water te verzamelen en te verkopen of door zout te gaan winnen, anderen konden zich handhaven door van alles wat te doen. Een beetje landbouw, een beetje veeteelt, met diverse teelten en dieren.
Zolang ze slaven in dienst hadden konden ze het nog wel redden, maar toen in 1863 de slavernij werd afgeschaft en ze hun arbeiders moesten gaan betalen was het snel gedaan met de meeste plantages. Een andere reden dat dit verval doorzette was de komst van Shell in 1916. Dit concern onttrok water aan het toch al droge eiland ten behoeve van eigen activiteiten, en al snel trokken de mensen in grote getale naar de stad om daar in loondienst te gaan werken. Veel plantagehuizen raakten in verval. Slechts een deel bleef in redelijk tot goede staat omdat ze dienden als buitenverblijf van de rijkelui.
De plantagehuizen die je heden te dage nog in hun oude glorie kunt bekijken zijn unieke monumenten met een bijzonder verhaal. Gelukkig zijn er organisaties zoals Monumentenzorg (opgericht in 1954) die het cultuurgoed van het eiland in stand wil houden en restaureren. Zo zijn van de ooit bijna 900 huizen er nu nog 80 over die in goede staat verkeren.
Dit boek vertelt over 18 van deze huizen, toegankelijk voor het publiek, en vertelt daarnaast over de achtergrond van Curaçao. Er wordt verteld over de typische architectuur, de verschillende stijlen en de herkomst van de kleuren. Over het ontstaan en de betekenis van de vaak grappige namen. Wat te denken van Pannekoek, Bovenhuis, Habaai of Rooi Catootje?
De huizen zijn nu in gebruik als museum - Jan Kok laat bijvoorbeeld de geschiedenis van de slavernij op Curaçao zien – als restaurant of kantoor. Een ervan is een distilleerderij, een ander een hotel.
Kas di sjon is een boek met teksten van de hand van verschillende mensen die hun hart verloren hebben aan het eiland. Een boek met kaarten - oud en nieuw -, met prachtige foto’s, waaronder ook een serie over de ruïnes, en foto’s van overblijfselen die je over het hele eiland kunt tegenkomen. (Dan is het overigens handig als je dit boek gelezen hebt dan wel bij je hebt, anders herken je de dingen niet als wat ze zijn)
In 1997 werd Willemstad door Unesco aangewezen als Werelderfgoed. Nu zijn er plannen om ook enkele plantages en hun bebouwing voor te dragen. Een boek als Kas di sjon (= huis van de plantage-eigenaar) kan daar toe bijdragen doordat het de bekendheid met dit erfgoed vergroot. Daarnaast geeft het de lezer veel kijkplezier, en hem zo maar inspireren om er zelf eens te gaan kijken, daar op dat Caribische eiland.
ISBN 9789460224447 | Paperback | 260 pagina's | LM Publishers | mei 2017
Met geplastificeerde omslag
© Marjo, 25 juni 2017