Ileen Montijn

Toon alleen recensies op Leestafel van Ileen Montijn in de categorie:
 

Naar buiten! Naar buiten!
Landelijk wonen in de 19e en 20ste eeuw


"Het verlangen naar landelijkheid is een product van verstedelijking. Het is luxe, een teken van welvaart. Zodra er steden waren, hebben de rijke bewoners die willen ontvluchten. Zij gingen buiten wonen, voorgoed of een deel van hun tijd."


In dit boek beschrijft historica Ileen Montijn het ontstaan van de interesse in het wonen op het platteland en de verdere geschiedenis over het buiten wonen.
Aanvankelijk waren het vooral de rijken, de elite, die buitenplaatsen kochten om de 'slechte stadslucht' te ontvluchten. Elk voorjaar trokken ze naar hun huizen langs de Vecht of Amstel om daar van de rust en het gezonde landleven te genieten. Vooral na 1860 toen de stad enorm groeide vanwege de aantrekkingskracht van daar gevestigde fabrieken, raakte het platteland steeds meer in trek. 'De stad werd viezer en voller'.

In Amsterdam werd de Vondelstraat, de eerste straat van een nieuwe buitenwijk aangelegd nabij het pas geopende Vondelpark, dat toentertijd buiten de stad lag. Deze woningen waren niet voor de arbeiders die in de binnenstad woonden maar voor de gegoede burgerij. Het buitenleven werd verheerlijkt. De (binnen)stad was een poel van verderf, de bewoners waren diefachtig en losbandig. - Stadslucht maakt een mens slecht en egoïstisch werd zelfs in 1938 nog in een reportage in de Libelle gemeld. - Sjofele hutjes op de hei waren te verkiezen boven de binnensteedse huizen want daar werd de armoede gecompenseerd door intens geluk... Het platteland verhief de geest...

Deze gedachte over het buiten wonen is in feite altijd zo gebleven. Het is interessant om te lezen hoe de komst van de trein en de fiets het platteland ontsloot. Het is een ware ontdekking de krachtige, gezonde vrouwen in de dorpen aan te treffen. De schoonheid en frisse lucht van het platteland trekt mensen naar buiten.

Vooral de Engelse cottage en de Zwitserse chalets zijn qua woningtype erg in trek. In het boek zijn dan ook diverse afbeeldingen van de variaties op deze woningen te vinden. Maar ook de remise van de Amsterdamse Omnibus Maatschappij is in chaletstijl gebouwd.
Er worden tijdschriften uitgegeven zoals Country Life en Buiten waarin kastelen of de met klimop begroeide landhuizen te bewonderen zijn evenals buitenplaatsen en alles wat bij het buitenleven hoort, zoals paarden, paardrijden, fietsen, tuinieren en de jacht.

Later als de burgers zelf ook meer geld te besteden hebben en villa's of buitenhuizen laten bouwen wordt daar door de adel en elite op neergekeken. Zeker de architecten vinden de woningen afschuwelijk. Architect J.P. Fokker spreekt zelfs over de 'ontluistering' van het platteland. Hij vindt wel dat de naar de rust van het land verlangende werkers-in-de-stad recht hebben op buiten wonen maar volgens Fokker is dat de reden niet. Onder het mom van de liefde voor de natuur trekken die werkers naar het platteland, maar ze volgen gewoon de mode en willen minder belasting betalen. (Het platteland was goedkoper om te wonen.) 'Geen wonder dat zulke platte geesten met hun bouwsels het land ontsierden.' Kortom op de werker die graag buiten wilde wonen werd enorm neergekeken.

Ileen Montijn vertelt dat na de twee wereldoorlogen vooral dankzij de toen heersende woningnood in grote vaart huizen gebouwd worden. Mensen woonden bij elkaar in en snakten naar een eigen woonplek.  Maar als de grootste vraag naar woningen voorbij is, begint het landleven weer te trekken. De opkomst van de auto speelt daar zeker in mee maar ook de tijdsgeest. Opnieuw is de trend dat buiten wonen gezond is en massaal trekken de stedelingen naar de (tuin)dorpen. De trek is zo groot dat er zelfs reclame gemaakt wordt voor wonen in de stad.

Maar een verbouwde boerderij is het summum en in de woningmagazine verschijnen veel verhalen en prachtige foto's van mensen die de stap waagden door een bouwvallig boerderijtje te kopen en die op te knappen. Het gaat dan niet meer zozeer om de woning zelf maar wat er van te maken valt. Het uiterlijk van de boerderij ondergaat veelal een metamorfose. (Er komt zelfs een stichting tot behoud van de boerderijen)
Ook worden er flats gebouwd die dé oplossing van het woonprobleem zouden betekenen, maar echt enthousiast zijn de Nederlanders er nooit voor geweest. Extra aandacht is er voor het fiasco genaamd Bijlmermeer. Het idee was goed, de woningen waren licht en ruim alleen werkte het niet.
De droom blijft een eigen woning met een tuintje, of een leuk boerderijtje met de inpandige luxe van deze tijd.

Ileen Montijn vertelt nog veel meer over het wonen en de woningen op het platteland. Ze heeft enorm veel research gedaan naar het ontstaan en de geschiedenis van het buitenleven. Sommige gedeeltes lijken een opsomming van feiten en lezen wat lastig. Andere hoofdstukken zijn toegankelijker, vooral over de periode na de jaren zestig wordt levendiger geschreven.

Doorheen het boek staan veel vrij kleine, maar wel duidelijke, zwart-wit foto's waar de besproken huizen op getoond worden. Al met al een leerzaam boek voor de, in woningen, geïnteresseerde lezer.


ISBN 9789045025032 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | november 2013

© Dettie, 03 januari 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: