E.H.P. Cordfunke

Toon alleen recensies op Leestafel van E.H.P. Cordfunke in de categorie:
E.H.P. Cordfunke op internet:
  Categorie: Algemeen

Het verleden op de schop Het verleden op de schop


Ontmoetingen op het grensvlak van geschiedenis en archeologie 1950-1980
E.H.P. Cordfunke
 
Op de voorpagina van dit boek is een foto afgedrukt van een archeologische site met daarop een bordje CAS-LDK 03. Zou dat CAS duiden op Castricum, mijn woonplaats? In het colofon lees ik:  Afbeelding omslag: archeologisch onderzoek in Castricum (ja dus!); de donkere verkleuringen zijn afkomstig van de houten palen van een boerderij uit het begin van de jaartelling. Verder speurend op het internet vind ik nog meer informatie. Het gaat om opgraving Limmen-De Krocht (CAS-LDK-03) en voor wie nog nieuwsgieriger is geworden, valt over de opgraving nog meer te lezen, zie: Limmen – De Krocht (Diachron UvA bv) en http://www.ijpelaan.nl


Dat is precies wat archeologie doet. Ieder kind en, zo leren we uit het boekje, veel volwassenen vinden archeologie boeiend. Het is opwindend om in de grond iets te vinden en daarna uit te zoeken wat je nou eigenlijke precies gevonden hebt en met welk verhaal uit de geschiedenis dat is verbonden. Dat is eigenlijk exact waar dit boekje van Cordfunke over gaat. Zowel professionals als amateurs die geïnteresseerd zijn in geschiedenis  - waarvan ze in de grond sporen en voorwerpen kunnen vinden - houden zich met archeologie bezig. Professionals hebben de amateurs ook vaak nodig om (toevallige) ontdekkingen te doen, maar (vaak door gebrek aan financiering) ook voor het in kaart brengen van de site en het inventariseren en registreren van de vondsten.

Ik heb zelf een aantal jaar bij RAAP archeologisch adviesbureau gewerkt in de administratieve ondersteuning. Het spanningsveld, dat ook Corfunke in dit boekje beschrijft, tussen amateurs en professionals, speelde ook daar een rol. Sommige professionals waren groot voorstander van het werken met amateurs - Cordfunke noemt ze vrijetijdsarcheologe - andere waren uitgesproken tegenstander. In dit boekje vertelt de auteur het positieve verhaal over de vaak heel vruchtbare samenwerking tussen de twee groepen, professionals en amateurs, waarvan de auteur tot die laatste behoort.

De auteur begint de inleiding met zijn eigen eerste kennismaking, in 1948, met de wereld van geschiedenis en archeologie toen hij als middelbare scholier de opgravingen op het abdijterrein van Egmond bezocht.  Hij vertelt verder dat na de tweede wereldoorlog op 1 januari 1947 de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) werd ingesteld. De overkoepelende organisatie voor professionals. In 1951 wordt de Archaeologische Werkgemeenschap voor Westelijk Nederland opgericht (AWWN). In 1964 wordt dat de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN). In 2011 wordt de naam aangepast en is nu AWN Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie. Na deze korte geschiedenis en hoe de samenwerking tussen beide organisaties zich heeft ontwikkeld tussen 1950 en 1980, beschrijft de auteur een aantal spelers uit dit archeologieveld. (Tot mijn grote vreugde gaat dit boekje over veel projecten in Noord-Holland en sprak het daardoor nog meer tot mijn verbeelding.)

In onomwonden en schilderachtige bewoordingen beschrijft Cordfunke de kleurrijke, markante en vaak zeer uitgesproken karakters van deze persoonlijkheden. Het betreft Pater Jan Hof, monnik van de oude abdij te Egmond, mediëvist Hugenholz, Henk Schoorl, die zich diepgaand bezighield met de waterstaatkundige geschiedenis en de historische geografie van het kustgebied tussen Egmond en het Vlie, Jaap Renaud,de eerste bijzonder hoogleraar kastelenkunde, Henk Calkoen, nestor van de Nederlandse amateurarcheologen, Pieter Modderman, prehistoricus, Hein Rombach, adjunct archivaris van de gemeente Alkmaar, Arie Schermer, archeologisch pionier in Noord-Holland en ten slotte Herre Halbertsma, archeoloog, historicus én Fries.

Prachtige verhalen lezen we over deze mensen en de andere spelers om hun heen, die Cordfunke in zijn ondertitel Ontmoetingen op het grensvlak van geschiedenis en archeologie noemt. De verhalen zijn omgeven door bijzondere foto's van onder andere archeologische locaties, waar mensen in hun nette pak met een stropdas voor, maar wel laarzen aan en een schop in de hand. Op een van de foto's van opgravingen in Dokkum, die bezocht werd door koningin Juliana is de ontvangende partij extra netjes, zelfs feestelijk gekleed om hare majesteit te ontvangen. De foto's illustreren prachtig het tijdsbeeld.

Ik vind dat Cordfunke een bijzonder en heerlijk boekje heeft geschreven voor professionele en amateurarcheologen, maar ook voor degene, zoals ik, die archeologie slechts kennen van de zijlijn.

Over de auteur:  E.H.P. Cordfunke heeft onderzoek gedaan en tal van boeken en artikelen geschreven op het gebied van de middeleeuwse Hollandse geschiedenis. Recentelijk onder meer: (samen met D.E.H. de Boer) Graven van Holland (2010), De abdij van Egmond (2010) en Macht en aanzien (2013).


ISBN 9789462490994 | Hardcover | 128 pagina's | WalburgPers | oktober 2016

© Ria, 17 november 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer: