Liesbeth Gijsbers

Toon alleen recensies op Leestafel van Liesbeth Gijsbers in de categorie:
Liesbeth Gijsbers op internet:

  Categorie: Filosofie

Ik en de verloren ander Ik en de verloren ander


kleine filosofie van rouw en verlangen
Liesbeth Gijsbers


Rouwen om de dood van een geliefde is al moeilijk en hartverscheurend genoeg, niet voor niets sprak Freud van trauerarbeit, maar nog moeilijker en ingewikkelder is de rouw vaak als er sprake is van zelfdoding van een geliefde ander, de verloren ander, zoals hij is dit boek wordt genoemd.
Zelfdoding voegt aan de ramp van de dood nog een andere ramp toe, namelijk dat deze dood de ander niet overkomen is, maar zelfgezocht en dat de achterblijvers dat dus niet hebben kunnen voorkomen.
Los van het “gewone” verdriet spelen er dan vaak allerlei factoren een rol die het rouwproces kunnen vertragen.
Schuldgevoel bijvoorbeeld kan daarbij een stagnerende factor zijn of boosheid op de ander, of gevoel van falen dat je er niet was voor de ander in zijn of haar aller eenzaamste moment, maar ook opluchting omdat de vaak jarenlange zorg en verantwoordelijkheid voor iemand voorbij is. Gevoelens waar dan ook weer schuldgevoel over kan ontstaan.
Je komt kortom uit het niets in het land van de rouw terecht en het valt niet mee daar je weg weer uit te vinden en de verbinding met je eigen leven weer te maken.

De zus van de Liesbeth Gijsbers kwam vijf jaar geleden om het leven door zelfdoding, na een worstelend bestaan met verschrikkelijke depressies.
Na haar dood heeft Liesbeth het gevoel dat ook haar leven tot stilstand is gekomen, ze loopt vast in haar rouw en verliest de aansluiting met haar eigen leven en toekomst.
Op zoek naar antwoorden naar het waarom van deze dood en hoe om te gaan met haar rouw, boosheid en schuldgevoel zoekt ze naar troost en antwoorden in de filosofie.

Ze ontdekt dat verschillende stromingen in de religie en filosofie een verschillende kijk op zelfdoding hebben. De Bijbelse/religieuze visie is er vaak een van veroordeling, mannen als Augustinus en Thomas van Aquino zien zelfdoding in de eerste plaats als zonde en deze laatste noemt zelfdoding zelfs een misdaad tegen de mensheid. Maar ook bij filosofen als Hume en Kant vindt ze geen troost.
Bij de meeste van de filosofen die ze leest gaat het vooral om één iemand; om degene die een einde aan zijn leven wil maken of maakte en wat diens rechten en plichten zijn met betrekking tot leven en dood.
Maar in haar ervaring gaat het niet zozeer om het individu, maar om de verbroken lijn tussen twee mensen, om gemis, om liefde. Allemaal woorden die relationeel zijn.

“Rouwend om een ander mis ik het ‘wij’, mis ik de aandacht voor het ‘ons’ dat we waren en dat verloren is gegaan, maar waar ik op de een of andere manier mee leven moet.”


Uiteindelijk komt ze via een boekje van Herman Coenen bij de Joodse filosoof Emmanuel Levinas uit. Bij hen vindt ze voor het eerst woorden van herkenning en troost, woorden die haar helpen de weg terug naar het leven weer te vinden. In zijn visie op zelfdoding gaat het vooral om relatie, om verbinding, om liefde.
De kern van ons mens-zijn is volgens Levinas verantwoordelijkheid.  Dat het ons niet lukte om de ander te helpen, levert samen met de rouw om de ander een gevoel van grondeloosheid op en die grondeloosheid kun je, volgens Levinas zien als een soort echo van de grondeloosheid die vooraf moet zijn gegaan aan de zelfdoding.

Die woorden troffen Liesbeth Gijsbers tot in het diepst van haar ziel omdat ze ineens de verbinding voelde tussen de grondeloosheid van haar zus en haar eigen grondeloosheid.
Rouw voelde voor haar als een verbroken verhaal en door die echo van grondeloosheid bij haarzelf en bij haar zus, werd het verhaal ineens weer aan elkaar verbonden, die echo voelde als een draad van liefde die  verbindt. En dat troostte.
Pas toen ze zich dat realiseerde lukte het haar de scherven van haar uiteengevallen verhaal weer liefdevol aan elkaar te lijmen en de verbinding met haar eigen leven weer te herstellen.
Het boek doet ook een appèl op betrokkenheid bij elkaar. Je kunt het verdriet van een ander niet oplossen, maar je kunt er wel zijn voor de ander, waardoor iemand zich in de eenzaamheid van alle rouwarbeid, soms  toch gedragen kan voelen.

Levinas en anderen hielpen Liesbeth Gijsberts ook om te leren accepteren dat er geen antwoorden zijn, het enige is dat je op de duur kunt leren is leven met de vragen zelf. Voor wie rouwt om een zelfdoding is dat misschien wel de belangrijkste opgave, want er bestaat geen bevredigend antwoord naar de zin van deze onmogelijke dood. Het is een gegeven waartoe je je op de een of andere manier mee moet leren verhouden.
In het leren leven met die vraag ontdek je dan uiteindelijk misschien toch een antwoord, zij het op een andere vraag; hoe je je weg terug naar het leven weer kan vinden, naar een ruimte achter de komma van je verlies.

Het is een zeer integer, oprecht en eerlijk boek geworden, wat de rouw van alle dag verbind met de filosofie en omgekeerd.
Er wordt uitgebreid, uitgebreider dan waar ik hier verslag van kan doen, ingegaan op de filosofie van Levinas maar ook andere denkers en publicisten zoals Martin Buber, Elie Wiesel en Rainer Maria Rilke komen aan het woord.

Een troostrijk boek!


ISBN 9789021143699 | Paperback | 125 pagina's | Uitgeverij Meinema | november 2014

© Willeke, 02 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: