Kees Schuyt

Toon alleen recensies op Leestafel van Kees Schuyt in de categorie:
Kees Schuyt op internet:
 

Spinoza en de vreugde van het inzicht Spinoza en de vreugde van het inzicht
persoonlijke en politieke vrijheid in een stabiele democratie


Er zullen heel wat studenten zijn die Kees Schuyt (1943) kennen van zijn studieboeken over de sociale wetenschappen. Schuyt was hoogleraar in Nijmegen, Leiden en Amsterdam, en was lid van de WRR en de Raad van State. De socioloog waagt zich nu aan een boek over de filosoof Spinoza (1632-1677), die niet bepaald bekend staat om zijn toegankelijkheid.

Het boek van Schuyt is wèl heel toegankelijk. In de eerste plaats kiest de schrijver voor een chronologische opzet van zijn boek. Hij begint met de eerste publicaties van Spinoza om te eindigen met diens laatste en tevens moeilijkste boek de Ethica. Het voordeel daarvan is dat de lezer de ontwikkeling in het denken van Spinoza goed kan volgen en dat de moeilijkheidsgraad geleidelijk aan toeneemt.
In de tweede plaats is elk hoofdstuk in dit boek gebouwd op dezelfde structuur. Van elke publicatie schetst Schuyt de ontstaansgeschiedenis. Daarna belicht hij enkele karakteristieke onderwerpen uit het besproken boek om af te sluiten met eigen kanttekeningen en commentaar. Deze aanpak tezamen met het enthousiasme waarmee Schuyt schrijft, heeft geresulteerd in een heel aantrekkelijk boek over een filosoof die gezichtsbepalend is voor het Westerse denken, maar die in zijn tijd toch voorzichtig moest zijn in het publiceren van zijn opvattingen.

Een centraal onderwerp in de filosofie van Spinoza is de leer over de conatus. Onder dit begrip verstaan wij het streven naar zelfbehoud. “Alle dingen proberen zichzelf in stand te houden en te verbeteren. Geen enkel ding kan vanuit zijn eigen natuur streven naar zijn eigen vernietiging” (blz. 63). Dat zou kunnen betekenen dat mensen naar hun aard asociaal, egoïstisch en zelfzuchtig zijn. Aan de andere kant echter stelt conatus mensen in staat extreme omstandigheden, zoals de kampen van Stalin en Hitler, te overleven. Zo bezien is het een positieve kracht in het leven van mensen.
Ieder mens begeert dus te leven, te bestaan. Deze levensdrang is het oerbeginsel van de natuur. Daarom is zelfmoord bij Spinoza onmogelijk (blz. 232). Ik vroeg mij af of er vanuit het beginsel van de conatus ook iets te zeggen valt over abortus, euthanasie en voltooid leven, waar vandaag de dag het debat over gaat.

Spinoza legt de oorzaak van het kwaad in de wereld bij onwetendheid. Als mensen het goede zouden kennen, zou men naar de rede leven en naar het hoogste goed streven. Met dit inzicht bevindt Spinoza zich in het spoor van de klassieke Griekse filosofie. En daarbij komt ook hij tot de onvermijdelijke vraag: waarom leven mensen zo zelden naar de voorschriften van de rede? Een onoplosbare kwestie tenzij men luistert naar de christelijke filosofie die aangeeft dat de mens zichzelf heeft uitgeleverd aan het kwaad door te zwichten voor de zonde. De rede kan hierin geen uitweg bieden. Het probleem is immers niet een gebrek aan kennis van de wet, maar het ontbreken van respect voor de wet. De vraag is dus: verwacht Spinoza niet te veel van de rede?

Heel interessant zijn ook de passages die Schuyt wijdt aan de politieke opvattingen van Spinoza. Hij duidt die aan met de term “democratisch individualisme” (blz. 294). Ook hier doen zich veel vragen voor. Hoe behoud je gemeenschapszin in een sterk geïndividualiseerde samenleving? Is dit model niet (te) afhankelijk van hoogopgeleide en goed opgevoede burgers? Welke plek is er voor minderheden in een democratie waarin de optelsom van de afzonderlijke stemmers beslissend is? Is de publieke ruimte een arena waar alle ideologieën vrije toegang toe hebben of heeft de seculiere burger het alleenrecht en moeten gelovigen hun geloof achter de voordeur houden?

Volgens Schuyt geloofde Spinoza in een God die geen gemis of verlangen kent en dus ook geen wederliefde verschuldigd is aan de mens (blz. 300). Dat is wel een enorm verschil met de christelijke God van de Bijbel, die niet getekend wordt als een onbewogen opperwezen, maar als een liefdevolle Vader voor Zijn kinderen. Schuyt geeft aan het moeilijk te vinden dat Spinoza zo’n afstandelijke god kon liefhebben. Zijn afwijkende ideeën op dit soort punten noopte Spinoza zelfs in de tolerante Republiek voorzichtig te zijn met het publiceren van zijn boeken. De Ethica liet hij pas na zijn dood uitgeven.

De lezer van dit boek treft vergelijkbare interessante passages aan over de eenheid van lichaam en geest, het vraagstuk van de vrije wil, de oorsprong van emoties, de vreugde van toenemend inzicht. Niet alles is even gemakkelijk, maar alles bijeen genomen geeft Schuyt zoals op de achterflap staat te lezen “een prachtig beeld van Spinoza als een consequent filosoof van de vrijheid”. Het boek voldoet inderdaad helemaal aan de verwachting die deze zin oproept.

- Het is wel merkwaardig dat dit boek niet is voorzien van een literatuurlijst en een register. Ik zal niet de enige zijn die dit manco signaleert, en ik wil er ook niet te veel nadruk op leggen, maar het heeft wel tot gevolg dat dit boek tekort schiet als naslagwerk. Stel je wilt nagaan hoe Schuyt de visie van Jonathan Israëls heeft verwerkt in zijn boek. Deze Britse historicus is de eerste die wees op de grote betekenis van Spinoza en die hem ziet als wegbereider van wat Israëls de “radicale Verlichting” noemt. Dat is nu lastig na te gaan. De lezer moet het hele boek doorbladeren en het notenapparaat controleren. Het boek van Schuyt is in korte tijd al toe aan een tweede druk. Mocht er nog weer een herdruk komen, dan is mijn advies om alsnog een literatuurlijst en register toe te voegen. Het verhoogt de gebruikswaarde van dit boek aanzienlijk. -


ISBN 9789460034060 | Hardcover | 333 pagina's | Uitgeverij Balans | januari 2017

© Henk Hofman, 30 maart 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: