Jan Oegema
De stille stem
Een essay over openheid
Jan Oegema
In ‘De stille stem’ beschrijft Oegema mensen, van wetenschappers tot schrijvers, die bekend staan als agnosten. Agnosten zijn niet-weters, mensen die alles in twijfel trekken: het bestaan en ontstaan van de wereld en wat het betekent om op aarde te zijn. Dit kunnen mensen zijn van elke religieuze of spirituele groep. Oegema noemt ze ook wel ‘mensen zonder eigenschappen’ omdat deze groep moeilijk in een hokje te plaatsen is, én moeite heeft zichzelf in een hokje te stoppen.
Per hoofdstuk beschrijft Oegema niet-weters uit het heden en verleden. Aan ieder hoofdstuk zit een thema verbonden die aan de hand van een individu, zoals schrijver Lucebert, soms een hele groep, bijvoorbeeld de Quakers, wordt besproken.
Hoofdstuk 2 gaat over sensus irrealis: het besef hoe vreemd het is een bewustzijn te hebben, en te beseffen dat je bestaat en wat het de mens doet om dit te beseffen. Een ander hoofdstuk beschrijft ‘de stilte’. Dat ‘stilte’ vaak als iets negatiefs wordt gezien, bijvoorbeeld het ontbreken van geluid. Oegema pleit voor een positievere invalshoek en hoopt dat meer mensen zich bewust worden dat stilte op zich al iets moois is, en dat in stilte mensen dichter bij zichzelf komen.
Vol goede moed begon ik aan dit boek, aangezien ik mijzelf ook vaak tot een niet-weter reken: ik wil graag eerst lang over dingen nadenken, en dan nog heb ik vaak moeite met het formuleren van een mening. Ik hoopte dat het boek van Oegema meer duidelijkheid zou scheppen. Maar niets was minder waar.
Het lezen was voor mij een zware dobber: Oegema gebruikt veel moeilijke woorden en lange filosofische zinnen. Soms begreep ik een zin, na deze twee of drie keer gelezen te hebben, nog niet. Ook sprong hij in zijn betoog vaak van de hak op de tak. Soms begon een hoofdstuk met het aanhalen van een gedicht, vervolgens werden er allerlei zijsprongen gemaakt naar andere gedichten en/of religieuze of wetenschappelijke theorieën of gedachtegangen. Hierdoor was het moeilijk voor mij om bijzaak en hoofdzaak van elkaar te onderscheiden en het punt van sommige hoofdstukken te ontdekken.
‘De Stille Stem’ bevat mooie thema’s, maar het zou meer toegankelijk kunnen zijn wanneer Oegema gebruik maakt van een eenvoudiger taalgebruik, zodat ook een jonge niet-weter het begrijpt. Misschien dat, als ik het boek over een jaar of tien herlees, de kwartjes wel op zijn plek vallen.
ISBN 9789046810148 | Paperback | 223 pagina's | Nieuw Amsterdam | november 2011
© Renske Visser, 31 januari 2013