Anthony Gottlieb
Categorie: Filosofie
De droom der Verlichting
Anthony Gottlieb
Dit boek wil recht doen aan het werk van een negental filosofen uit het tijdvak van de Verlichting. In de woorden van de schrijver: “Dat doen we niet door ze te beoordelen vanuit het kader van onze tijd. We moeten pas op de plaats maken en in hun schoenen gaan staan.” (blz. 10).
De droom der Verlichting maakt deel uit van een serie.
Deel 1 behandelt de filosofie van de Grieken tot de Renaissance. Dit zelfstandig te lezen tweede deel, dat de 17e en 18e eeuw omvat, is het vervolg hierop. De auteur kondigt nog een derde deel aan dat het tijdvak van Immanuel Kant tot heden zal omvatten.
In dit tweede deel bespreekt Anthony Gottlieb de volgende filosofen: Descartes, Hobbes, Spinoza, Locke, Bayle, Leibniz, en Hume. Het slothoofdstuk is besteed aan Voltaire en Rousseau. Hierin bespreekt de auteur tevens wat de Verlichting betekent voor onze tijd.
Er zitten een aantal sterke kanten aan dit boek.
Sterk is dat Gottlieb de filosofen in gesprek laat gaan met elkaar. Zo plaatst hij de ideeën van Thomas Hobbes in rapport met die van Descartes en Leibniz. Het interessante is dat daardoor overeenkomsten en verschillen, sterke en zwakke punten worden bloot gelegd.
Een ander sterk punt is dat de auteur hier en daar wat mythes doorprikt. Een voorbeeld daarvan is “de edele wilde” die helemaal niet zo vredig en aardig werd voorgesteld als Rousseau wordt verweten. Gottlieb praat niemand na, maar gaat van elke filosoof heel nauwkeurig na wat deze nu precies voorstond.
Een derde sterk punt is dat Gottlieb laat zien wat de verbindende thema’s zijn in deze twee eeuwen. Het gaat dan om tolerantie, het probleem van het kwaad, het bestaan van God, de verhouding tussen ziel en lichaam, de bestudering van de natuur. Het zijn onderwerpen uit de natuurwetenschap, theologie en ethiek.
En tot slot, om niet meer te noemen, gaat Gottlieb in op de vraag welke kwesties nog steeds door moderne filosofen worden aangesneden en in welke vorm zij dat doen.
De Verlichting was een tijd van zelfvertrouwen. De kennis van de natuur nam met sprongen toe. Dat werd de motor achter het optimisme en het vooruitgangsgeloof dat zo kenmerkend voor de Verlichting is geworden. De Verlichtingsfilosofen beschouwden het als een voorrecht in hun tijd te leven (blz. 274). De keerzijde daarvan was zelfgenoegzaamheid en een gebrek aan zelfkritiek. Uiteindelijk bleven de aanhangers van deze denkstroom een betrekkelijk kleine bovenlaag die wisten wat goed was voor de rest van de samenleving. Zij gaven zichzelf een beschavingsopdracht, geënt op het idee van de maakbaarheid van de samenleving. In feite keek men wat neer op de massa, die onderontwikkeld was, en nog niet goed begreep wat goed was voor hen. De filosofen zouden het uitleggen.
Vandaag de dag is er veel kritiek op de Verlichtingsfilosofie. Het vooruitgangsgeloof zou aan de basis liggen van roofbouw op de natuur en van onmenselijke dictaturen in nazi-Duitsland en communistisch Rusland. De auteur neemt de Verlichting in bescherming tegen deze kritiek. Je kunt mensen niet aansprakelijk stellen voor hun denkbeelden als die decennia later door volgelingen verdraaid worden. (blz. 278). Een terecht punt, al blijf je nog wel zitten met de vraag hoe het zit ten aanzien van de samenhang tussen Verlichting en het direct daarop aansluitende schrikbewind van de Franse terreur onder Robespierre.
Ook kan de vraag gesteld worden in hoeverre het optimisme van de Verlichting getuigde van naïviteit ten aanzien van de menselijke natuur en de weerbarstige werkelijkheid van alledag.
Dit neemt niet weg dat Gottlieb een prachtig boek schreef dat gekenmerkt wordt door grondigheid en deskundigheid, geschreven in een soepele stijl, met gevoel voor humor en geschikt voor een breed publiek. Van harte aanbevolen.
Anthony Gottlieb studeerde filosofie in Cambridge en publiceert in The New Yorker en The New York Times.
ISBN 978902633115| | Paperback | 327 pagina's | Ambo|Anthos Uitgevers | september 2016
© Henk Hofman, 26 januari 2017