Roy Brown

Toon alleen recensies op Leestafel van Roy Brown in de categorie:
  Categorie: Dieren

Vogelsporen Vogelsporen


tekst: Roy Brown, John Ferguson, Michael Lawrence en David Lees
illustraties: David Quinn en Chris Shields
Lijntekeningen van Michael Lawrence


Als je in dit boek begint te lezen dan gaat er een wondere wereld voor je open. De bedoeling is dat je d.m.v. pootafdrukken, veren, braakballen, schedels e.d. kunt zien welke vogels zich in welk gebied ophouden. In de inleiding staat "Dit boek is bedoeld voor gebruik in het veld in geheel Europa, maar is ook ontworpen als naslagwerk voor diepere analyse en interpretatie van sporen."
En dan... volgt een fascinerende hoeveelheid informatie, ingedeeld in duidelijk benoemde hoofdstukken, te weten; Onderzoeksmethoden en analyse, Afdrukken en sporen, Nesten en rustplaatsen, Sporen van vogels en gedrag, Braakballen, Uitwerpselen, Veren, Schedels.

Methodes en analyse
In dit hoofdstuk  wordt verteld waar je de kans loopt om vogelsporen te vinden (op het strand, in de sneeuw, modderige akkers, koeienvlaaien, stof langs de weg etc.) Ook wordt duidelijk uitgelegd hoe je de sporenvondst het best kunt vastleggen en wat de voor- en nadelen van bepaalde methodes zijn. Fotograferen is bijv. niet altijd mogelijk omdat de afdrukken in te donker materiaal te zien zijn. Verder wordt duidelijk uitgelegd hoe je een gipsafgietsel kunt maken en hoe je een vondst noteert (o.a. met vondstplek, omgeving en afmeting erbij) Ook het uitpluizen van een braakbaal wordt duidelijk besproken en getoond middels foto's (bijzonder!) Maar ook hoe je gevonden veren moet behandelen, bewaren en opmeten, hoe je vogelschedels schoon kunt krijgen en hoe je voedselresten kunt bewaren en archiveren. Tevens staan er formulieren voor vogelonderzoek in.

Afdrukken en sporen
In dit hoofdstuk wordt de structuur van een vogelvoet uitgelegd met duidelijke tekeningen erbij. De afdruk van die vogelvoet, bijv de stand van de tenen kan ons al veel vertellen. Maar ook de loopsporen maken veel duidelijk. Daarna volgt de determinatiesleutel voor voetafdrukken. Dat betekent dat de vogels onderverdeeld worden in basisgroepen zoals I zangvogels, II steltlopers, V Loopvogels etc. met over ca. 70 pagina's verspreid veel gefotografeerde of getekende afbeeldingen van voetafdrukken en loopsporen.


Nesten en roestplaatsen
De titel van dit hoofdstuk zegt het al. Aan nesten kun je de vogel herkennen, hoewel een aantal roofvogels nesten van andere vogels overnemen.
Het kan zijn dat bij oppervlakkige beschouwing bijv. spinsel van rupsen aangezien wordt als een staartmezennest omdat ze veel op elkaar lijken. Het is dus belangrijk om zeker van je zaak te zijn (maar vogelactiviteiten niet te verstoren in de tijd dat een nest in gebruik is) beschreven wordt waar nesten zich kunnen bevinden en welke vogels je op die plekken kunt aantreffen. (Dit hoofdstuk beslaat zo'n 16 pagina's en dienen als beknopte gids voor belangrijke nesttypes en -locaties omdat een boek over vogelsporen niet compleet zou zijn zonder dit hoofdstuk.)

Sporen van voedsel en gedrag
Uit sporen van voedsel kun je ook opmaken welke vogels aanwezig zijn geweest.
Merels en lijsters bijv. pikken het vruchtvlees uit grote vruchten en laten de schil liggen. Groenlingen pikken het vruchtvlees van rozenbottels om de vruchtbladen te bereiken door kleine wigvormige stukjes weg te halen.
Putters pikken bloemen leeg, vooral die van distels, en concentreren zich daarbij op één kant van  de plant.  De restanten worden verspreid onder de bloem achtergelaten nadat de vogels de zaden hebben uitgetrokken.
Vinken openen walnoten door grote, onregelmatige gaten te maken. Koolmezen hakken kleine, mooie gaatjes in walnoten, hazelnoten en eikels.
Maar ook uit de restanten van dennen- en sparrenkegels kun je opmaken welke vogels zich daar te goed aan hebben gedaan.
Je kunt zelfs aan kapotte eieren zien of deze zijn opengebroken door een andere vogel of dat ze kapot zijn doordat er een vogeltje uitgekropen is.


Braakballen
In dit hoofdstuk staan veel foto's van braakballen van diverse vogels. De braakballen verschillen erg van vorm, structuur en kleur en een beetje vogelkenner zal denkelijk snel herkennen van welke vogel de braakbal afkomstig is.

Uitwerpselen
Veel vogels hebben weinig kenmerkende uitwerpselen. Een groot aantal vogels produceren echter wel door hun vorm inhoud of locatie specifiek kenmerkende uitwerpselen. Veelal is dat afhankelijk van de aard van het voedsel. Planteneters vertonen andere uitwerpselen dan bijv. insecteneters.
Enkele vogels hebben duidelijk herkenbare uitwerpselen maar toch is de analyse vaak moeilijk en beperkt tot de indeling in vleeseters, planteneters etc.


Veren
Dit hoofdstuk beslaat samen met het hoofdstuk over Afdrukken en sporen de meeste pagina's van het boek.
Uitgebreid wordt ingegaan op de structuur van de veren, veertypes, kleur, de rui , contourveren, vliegen en de vorm van de veer, vlucht en geluid en hoe je een veer determineert. Daarna volgen vele pagina's (ca 120)  met foto's van veren van winterkoning tot pauw van huiszwaluw tot slobeend.

Schedels
Ook in dit hoofdstuk veel (getekende) afbeeldingen van vogelschedels met uitleg hoe je de vondst kunt determineren en noteren.
Opnieuw zeer duidelijk weergegeven.

Elk hoofdstuk heeft zijn eigen kleur. Dat wil zeggen dat er een klein gekleurd balkje op elke pagina te zien is met daarop het paginanummer.  Het hoofdstuk over veren is bijv. blauw. Dit gekleurde balkje is ook aan de zijkant van de bladzijden te zien, als het boek dicht is dus.
Achterin het boek staan veel adressen van Europese organisaties voor de bescherming en bestudering van vogels.
Het register is ingedeeld op naam van de vogel en waaraan je hun sporen kunt herkennen met paginanummer erachter. Bijv. bij Blauwe reiger staat
Blauwe reiger
Veren 254, 255
Nesten 97
Braakballen 132
Schedels 300, 301
Sporen 76, 83. 85, 92

Al met al een schitterend uitgevoerd, duidelijk en interessant boek dat een heel nieuwe (vogel)wereld voor je opent.


ISBN 9789052198278 | Hardcover | 332 pagina's | Tirion Uitgevers | oktober 2010
Uitstekend vertaald door Ger Meesters

© Dettie, 04 januari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Vogelsporen Vogelsporen


tekst: Roy Brown, John Ferguson, Michael Lawrence en David Lees
illustraties: David Quinn en Chris Shields


Je hoeft vogels helemaal niet in levende lijve te zien om te weten of ze wel of niet in een bepaalde habitat voorkomen. Ze laten sporen achter. Niet alleen letterlijk pootafdrukken, maar ook verliezen ze veren, produceren ze braakballen en natuurlijk uitwerpselen. En als ze er niet meer zijn laten ze schedels achter. En iets waar ik nog nooit aan gedacht had: aan aangevreten voedselresten kun je zien welke vogel (of ander kleine dier) daaraan gezeten heeft. En dan wonen ze ook meestal nog ergens. De zwaluw is een uitzondering hierop, dat diertje leeft in de lucht. Niet wonderlijk dus dat je van deze vogel nauwelijks informatie vindt in dit boek. Hij broedt natuurlijk wel, per zwaluwsoort verschillend. En dat is wel te vinden in het boek. Aan broedplaatsen wordt natuurlijk ook aandacht besteed, maar het gaat vooral om de veren.
Het is dus geen vogelboek waarin je vogels ziet! Er zijn zeer veel afbeeldingen, tekeningen en foto’s, maar daar is slechts een enkele keer een vogel in zijn geheel op te zien. Het is een boek voor iemand die echt wil weten welke vogels er in een bepaalde habitat voorkomen. Voor iemand die sporen vindt en wil weten van welke vogel dat afkomstig is. Het is geen handzaam boek om er de natuur mee in te trekken, je zoekt het later op. Ga je gericht de natuur in, dan doe je je huiswerk tevoren.

Een voorbeeld, om aan te geven hoe gedetailleerd de informatie is, en waar je dus allemaal op moet letten. Je wil weten waar je de specht kunt vinden. Handig als je weet of je naar de duinen moet, naar het bos of elders: in welke habitat moet je gaan speuren?
Dat wordt niet direct verteld in de index, er wordt verwezen naar de pagina waarop je ‘nesten’ vindt, in de sectie ‘nesten en roestplaatsen’. Daar is de zoekfunctie in de tekst verwerkt met hoofdletters voor de vogelsoorten. Makkelijk te vinden dus.
We vinden de specht. Er zijn verschillende soorten, wordt ons verteld, met ieder een eigen nestgewoonte.  De groene specht gebruikt open bosland of bosranden. Hij hakt een hol op willekeurige hoogte van een al dan niet rotte boomstam. De diameter van het vlieggat is 60x75 mm, en de specht bekleedt zijn nest niet.
Met meetlatje, papier en pen trek je naar het bos. Een verrekijker is ook handig. Je kunt tevoren ook nog even kijken wat voor sporen de specht achterlaat, in de zin van pootafdrukken, voedselresten en veren. De specht is slordig, hij hakt er op los en een smidse van sparrenkegels is typisch iets voor deze vogel. Dat kun je wel gevonden krijgen. Meer is er niet. Geen pootafdrukken, en spechten maken geen braakballen. Uitwerpselen zijn ook niet typisch iets wat je bij deze vogel kunt herkennen. Wel weer zijn geklop als hij aan het werk is. Maar geluiden, dat vind je niet terug in een boek natuurlijk.

Dit is maar om een idee te geven hoe je dit boek kunt gebruiken. Je kunt natuurlijk ook resten en sporen die je vindt mee naar huis nemen en daar dan opzoeken van welk dier het is. Je kunt pootafdrukken tekenen en fotograferen, er zelfs een afgietsel van maken. Als je dan ook noteert waar en wanneer je het gevonden hebt, is dat handig. Je vindt namelijk in dit boek zeer gedetailleerd wanneer vogels ruien, hoe een schouder veer er uitziet, of een vleugelveer. Aan tekeningen van schedels kun je zien welke vogel welke snavel heeft.
Het boek let op kleine dingen. Op deze 330 pagina’s staat de tekst in kleine letters, dan kunnen de schrijvers nog meer informatie geven. Er zijn tekeningen, foto’s, tabellen en nog veel meer. Niet het vogeltje zelf dus, maar wel alles over hen.


ISBN 9789052108278 | Hardcover | 336 pagina's | Tirion Uitgevers | oktober 2010

© Marjo, 10 juni 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer: