Herman Vuijsje
Tot hier heeft de Heer ons geholpen
Herman Vuijsje
“God is hot”, zo luiden de eerste woorden van dit boek. Dachten we enkele decennia terug nog dat God dood was, nu is hij weer volop aanwezig. We zijn spiritueler dan ooit, en het ietsisme viert hoogtij. De traditionele kerk verdwijnt wel steeds meer in de marge, en de vraag die Vuijsje zichzelf in dit boek stelt is of dat invloed heeft op de verandering van onze moraal, en of dat erg is.
Als je Vuisje zo leest valt meteen de enorme betrokkenheid op waarmee hij over dit onderwerp schrijft. Hoewel hij meteen aan het begin van het boek al meldt dat hij atheïst is en dat zelfs het ietsisme hem vreemd is, komt er na iedere lezing wel iemand naar hem toe die tegen hem zegt dat hij diep in zijn hart toch écht gelovig móet zijn. En ik kan me dat voorstellen. Het Christendom heeft slechtere pleitbezorgers gekend. Hij is naar mijn mening beter ingewijd in het huidige reilen en zeilen binnen de kerken, parochies en charismatische gemeentes dan menig gelovige.
Centraal in dit boek staat “de God van Nederland ”en zijn gedaanteverwisseling door de jaren heen. We begonnen met een Oudtestamentische wrakende God, daarna kwam de nieuw testamentische God, waar je een persoonlijke relatie mee kon hebben en van wie je van je naaste moest houden als van jezelf, om uit te komen bij een God die steeds liever en makkelijker te benaderen werd, en van wie we steeds minder moeten en steeds meer mogen. Desalniettemin lopen de kerken van die God leger en leger. Nergens ging dat zo hard en radicaal als in Nederland, maar God verdwijnt niet, zoals vroeger altijd gedacht werd, God vervaagt. Tweederde van de Nederlandse bevolking gelooft nog steeds dat er “iets” is, niet zo zeer een persoonlijke God, geen God waar je normen en waarden vandaan haalt, of waar je een hel of een hemel kunt verdienen, maar ”ïets”.
Ronald Plassterk bedacht hier de inmiddels ingeburgerde term “ietsisme” voor. Het mooiste citaat om dat ietsisme te omschrijven in dit boek komt natuurlijk van Johan Cruijff;
“Ik geloof niet, omdat ik dus niet gelovig ben, maar ik denk wel dat er iets anders is, maar daardoor geloof ik datgene wat ik dus denk dat er is”.
Onnavolgbaar maar prachtig Cruijffiaans.
Iets bondiger is het citaat van de journalist Maarten Huygen; ”ietisme is het geloof dat er iets is, maar niet in de kerk”.
Het voornaamste verschil met het traditionele geloof is dat er geen groot verhaal meer is, maar meer een gevoel. Morele pretenties staan niet centraal en sancties, straf en beloning ontbreken; wel een God maar geen gebod.
Het ietsisme heeft daardoor volgens Vuijsje veel minder consequenties voor het eigen leven.
En de vraag in dit boek is of dat erg is, en of het verschuiven van het godsbeeld invloed heeft op onze moraal.
Het antwoord is niet helemaal eenduidig. Individualisme, wat samenhangt met het verbreken van de kerkelijke verzuiling, en daardoor met de grote leegloop van de kerken, heeft grote invloed op het verschuiven van onze moraal. En het verdwijnen van een Hemel, waarvoor je goed moet leven, of een Hel, waar je bang voor bent, heeft ook invloed op de moraal. Maar heel veel dingen van het Christendom zijn cultuurgoed geworden, mensen die niet meer geloven zijn vaak cultuurchristenen volgens Vuijsje, ze geloven weliswaar niet meer maar leven nog wel vanuit de innerlijke waarden iets goed te doen voor een ander zonder daar iets voor terug te krijgen. En omdat de wereld, door alle media, groter is dan ooit, en je goede daden dus minder zichtbaar zijn dan vroeger toen je goed deed aan je arme buurvrouw, is de mensheid wat dat betreft deels misschien zelfs wel onbaatzuchtiger dan toen.
Het niet eenduidige antwoord op de vraag is mijn enige kritiekpunt op dit boek, je moet aan het einde goed nadenken wat Vuisje nu eigenlijk voor eindconclusie trekt. Tegelijkertijd maakt juist dat het ook wel weer tot een genuanceerd boek. Bij de even dreigende conclusie dat bij het verdwijnen van het Christendom ook de goedheid van de mens verdwijnt begon ik al lezend ook meteen te mopperen. Ik ken heel veel atheïsten en ietsisten die onbaatzuchtige en socialer leven dan menig Christen. Mijn gemopper bleek gelukkig te vroeg want dat kwam aan het einde van het boek nog ruimschoots aan bod. Geen eenduidige conclusie dus, wel een boek dat je na laat denken over de rol van God, kerk en moraal.
Al met al een boek wat ik met veel plezier gelezen heb. Informatief, van tijd tot tijd amusant, makkelijk leesbaar en ondanks het “zware”onderwerp zeker niet zwaar van toon.
ISBN 9789025434328 | Pocket | 270 pagina's | Pandora Uitgeverij
© Willeke, 07 april 2010