Luc Descamps

  Categorie: Psychologie - Hulpboeken

De survivalkid Pesten De survivalkid Pesten


"Pesten is opzettelijk iemand pijn doen, uitschelden, uitlachen of uitsluiten."

Sommige kinderen worden enorm gepest en als je daarover nadenkt en je voorstelt hoe dat moet zijn als jij zo gepest zou worden, dan lopen de rillingen over je rug. Want dat moet heel akelig zijn en wat kun je er aan doen om het te voorkomen of te laten stoppen? Waarom wordt eigenlijk iemand gepest? Waarom doet de pester dat? Waarom staan kinderen toe te kijken als iemand gepest wordt en grijpen ze niet in? Dit alles wordt besproken in dit boek.

Eerst wordt het verschil tussen pesten, plagen en ruziemaken duidelijk gemaakt.
- Plagen is vaak vriendelijk, vaak als grapje bedoeld, er wordt bij gelachen en het plagen is meestal wederzijds. Als iemand het plagen niet meer leuk vindt en dat zegt dan stopt het ook.
- Ruziemaken is omdat je ergens boos over bent. Vaak hebben beide partijen daarna spijt en maken het weer goed.
- Maar pesten komt van één kant. Je hebt dan één of meer pesters die iemand pesten. Die pester (of groep pesters) lijkt met zijn woorden of lichaam vaak sterker dan degene die gepest wordt. De pester lijkt de baas. En hij stopt niet als je daarom vraagt dát is het ellendige ervan.

Maar waarom doet die pester dat? - Vaak omdat hij zelf (thuis) gepest is of wordt, of omdat hij denkt dat mensen hem bewonderen om zijn lef en de macht die hij op iemand uitoefent, wat dus niet zo is. -  In het boek wordt in duidelijke, niet oordelende, taal uitgebreid ingegaan op het gedrag van de pester en waarom hij of zij dat doet.
Welke vormen van pesten zijn er eigenlijk allemaal? Hoe ver gaat dat pesten? Ook dat wordt toegelicht.

En degene die gepest wordt? Hoe staat het daarmee?
Er wordt verteld hoe iemand die gepest wordt zich voelt, wat diegene allemaal doet om het pesten te stoppen of te ontwijken. Heel goed is dat duidelijk verteld wordt dat diegene vaak denkt dat het aan zichzelf ligt dat hij zo gepest wordt. Het gekke is juist dat er zelden een reden is, de pester heeft gewoon zin om te pesten en geeft daar aan toe, om macht of zoiets te hebben. Het ligt niet aan degene die gepest wordt maar aan de pester! Pesten is dus niet iemands eigen schuld maar diegene heeft 'gewoon' de pech dat de pester hem of haar gekozen heeft!

In het boek staan verder duidelijke tips hoe je het pesten kunt tegengaan.
Het grote advies is: erover praten! Daar schrok ik wel een beetje van want dat is nou net wat iemand die gepest wordt vaak niet durft, want stel dat de juf of meester in de klas wat erover zegt, dan wordt het misschien alleen maar erger! Gelukkig bedoelen ze met praten dat je het aan iemand kunt vertellen die je helemaal vertrouwt. Dat kunnen ouders zijn of oma of opa, de buren, een broer of zus, een vertrouwenspersoon op school, gewoon iemand waarvan diegene zeker weet dat er écht naar hem geluisterd wordt en dat er sámen naar oplossingen gezocht worden die degene die gepest wordt ook ziet zitten.

En de kijkers? Waarom kijken bijvoorbeeld klasgenoten toe als iemand gepest wordt en grijpt haast niemand in? Waarom is de pester zelden alleen aan het werk? Ook over de pestgroep en de toeschouwers wordt in dit boek precies uitgelegd hoe alles te werk gaat.

Eigenlijk komt het er op neer dat  iedereen last heeft van het pesten. Het is geen win-win situatie maar verlies-verlies situatie. Niet alleen het slachtoffer heeft last van het pesten, hoewel hij er het meeste narigheid van heeft, maar ook de ouders die hun kind zien veranderen, de toeschouwers die zich vaak helemaal niet prettig voelen bij dat gepest maar niets durven te doen. Zelfs de pester pest vaak omdat hij bang is dat anders zijn eigen kwetsbare kant duidelijk wordt en zo blijft het maar doorgaan. Alles vormt een cirkel die doorbroken moet worden en dit boek helpt daarbij.

Er staan lijstjes in het boek die zowel de pester, degene die gepest wordt, en de toeschouwers kunnen aankruisen. Daardoor wordt duidelijk wat kijker, pester en degene die gepest wordt, voelt. Ook wordt duidelijk waarom de pester dingen doet en wat voor gevolgen dat heeft.
Doorheen het boek staan afbeeldingen die soms alles net iets minder zwaar maken.
Een heel verhelderend boek voor iedereen die met pesten geconfronteerd wordt!

Hopelijk is dit boek een begin, een stimulans, om met zijn allen dit akelige probleem aan te pakken!


ISBN 9789462342668 | Paperback | 149 pagina's | Uitgeverij Abimo | november 2014
illustraties Stieven Van der Poorten. i.s.m met Leefsleutels | Leeftijd: 9-13 jaar

© Dettie, 17 november 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De diabetes survivalgids De diabetes survivalgids


Een boekje om zelf te lezen voor kinderen die te horen hebben gekregen dat ze diabetes hebben. Natuurlijk komen er dan een heleboel vragen bij een kind omhoog. Wat is het eigenlijk? Wat kun je er aan doen? Mag je dan geen snoep of suiker meer eten? enz. In dit boekje wordt op een heel leuke manier duidelijk uitgelegd wat suikerziekte ofwel diabetes inhoudt en waarom het belangrijk is dat je oplet dat het suiker in je bloed niet te hoog wordt. Het gaat voornamelijk over diabetes type 1 maar voor diegene die diabetes type 2 hebben is het ook een prima boek.

Diabetes wordt in dit boekje voorgesteld als twee legers die elkaar dwars zitten, het ene leger vervoert de suiker via het bloed naar de spieren zodat je kunt lopen en spelen en alles kunt doen wat je wilt. Maar bij suikerziekte is er een ander leger die deze soldaten tegenhoudt of zelfs verslaat! En dan ben je slap en moe en kun je niet zoveel doen. Dus is het wel belangrijk dat je goed oplet zodat het eerste leger sterk blijft! Ofwel zorgen dat het suiker in je bloed naar je spieren gebracht kan worden. Maar gelukkig is er tegenwoordig heel veel kennis over suikerziekte en weten ze ook wat je het beste kunt doen om het suikergehalte in je bloed zo goed mogelijk te houden. Dat betekent niet te hoog en niet te laag.

Dat regelen moet je doen door spuiten met insuline. Er wordt klip en klaar verteld wat dat inhoudt en welke prikpennen daarvoor in gebruik zijn en op welke plekken je het beste kunt prikken. Er zijn zelfs spuiten voor blinden en slechtzienden! Dan weet diegene door klikgeluiden precies hoeveel insuline hij of zij spuit. Heel handig! Sommige kinderen hebben een pompje en dan wordt het allemaal automatisch geregeld maar niet ieder kind wil dat of is er geschikt voor. Ook wordt verteld dat er verschillende soorten insuline zijn en wat die doen. De ene soort werkt snel en de andere langzaam.

Verder worden er heel veel tips gegeven over hoe je met diabetes om kunt gaan én met die soms overbezorgde ouders die de hele tij maar willen weten of je gegeten hebt en wat je gegeten hebt en of je wel of niet gespoten hebt en hoeveel!
Heel leerzaam en duidelijk is ook het hoofdstuk over eten. Er wordt helemaal niets verboden, er wordt ook niet gezegd dat je nooit meer zoete dingen mag eten maar er wordt wel uitgelegd waarom je daar beter niet teveel van kunt eten. Je snapt dan veel beter wat wel en niet goed voor je is en waarom je misschien met een diëtiste moet kijken welk eten voor jou het beste is zodat je lekker in je vel zit. Ook staan er nog erg lekkere recepten bij met het aantal koolhydraatwaarden (= suikerwaarden).

In hoofdstuk 7 wordt verteld wat er gebeurt als het tweede leger aan het winnen is waardoor je te weinig suiker in je bloed hebt. Dat noemen ze een hypo (nee dat is geen nijlpaard). Maar het kan ook dat je teveel suiker in je bloed (een hyper) hebt en dat is ook niet goed. Ook daarover kun je alles lezen in dit boek en vooral wat je in beide gevallen moet doen.

In een ander hoofdstuk is heel goed verteld hoe je bijvoorbeeld kinderen in de klas kunt uitleggen wat suikerziekte is en je kunt ze bijvoorbeeld een dagje mee kunt laten doen met jouw eet- en drinkpatroon, dan weten ze gelijk hoe het is en waarom jij bijvoorbeeld vaker naar het toilet mag.
In het boek staat ook wat je kunt doen op een verjaardag, wat je dan het beste wel en niet kunt 'snoepen' en hoe moet het als je met school een dag weggaat of als je op vakantie? Ook daar staan heel handige tips over te lezen in het boek en helemaal achterin staan nog allemaal (internet)adressen waar je van alles kunt opvragen of vinden over diabetes en tips voor ouders. leerkrachten en verzorgers.

Het is echt een geweldig boekje dat in vlotte, vrolijke taal geschreven is. Doorheen het boek staan grappige zwart-wit illustraties van Josine van Schijndel. Het zou eigenlijk standaard aan elk kind met suikerziekte gegeven moeten worden, een vast onderdeel in de ziektekostenverzekering bijvoorbeeld.


ISBN 9789059329676 | Paperback | 143 pagina's | Uitgeverij Abimo | februari 2013
Leeftijd: 8-13 jaar

© Dettie, 01 juli 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: