Luc Descamps
De diabetes survivalgids
Diabetes wordt in dit boekje voorgesteld als twee legers die elkaar dwars zitten, het ene leger vervoert de suiker via het bloed naar de spieren zodat je kunt lopen en spelen en alles kunt doen wat je wilt. Maar bij suikerziekte is er een ander leger die deze soldaten tegenhoudt of zelfs verslaat! En dan ben je slap en moe en kun je niet zoveel doen. Dus is het wel belangrijk dat je goed oplet zodat het eerste leger sterk blijft! Ofwel zorgen dat het suiker in je bloed naar je spieren gebracht kan worden. Maar gelukkig is er tegenwoordig heel veel kennis over suikerziekte en weten ze ook wat je het beste kunt doen om het suikergehalte in je bloed zo goed mogelijk te houden. Dat betekent niet te hoog en niet te laag.
Dat regelen moet je doen door spuiten met insuline. Er wordt klip en klaar verteld wat dat inhoudt en welke prikpennen daarvoor in gebruik zijn en op welke plekken je het beste kunt prikken. Er zijn zelfs spuiten voor blinden en slechtzienden! Dan weet diegene door klikgeluiden precies hoeveel insuline hij of zij spuit. Heel handig! Sommige kinderen hebben een pompje en dan wordt het allemaal automatisch geregeld maar niet ieder kind wil dat of is er geschikt voor. Ook wordt verteld dat er verschillende soorten insuline zijn en wat die doen. De ene soort werkt snel en de andere langzaam.
Verder worden er heel veel tips gegeven over hoe je met diabetes om kunt gaan én met die soms overbezorgde ouders die de hele tij maar willen weten of je gegeten hebt en wat je gegeten hebt en of je wel of niet gespoten hebt en hoeveel!
Heel leerzaam en duidelijk is ook het hoofdstuk over eten. Er wordt helemaal niets verboden, er wordt ook niet gezegd dat je nooit meer zoete dingen mag eten maar er wordt wel uitgelegd waarom je daar beter niet teveel van kunt eten. Je snapt dan veel beter wat wel en niet goed voor je is en waarom je misschien met een diëtiste moet kijken welk eten voor jou het beste is zodat je lekker in je vel zit. Ook staan er nog erg lekkere recepten bij met het aantal koolhydraatwaarden (= suikerwaarden).
In hoofdstuk 7 wordt verteld wat er gebeurt als het tweede leger aan het winnen is waardoor je te weinig suiker in je bloed hebt. Dat noemen ze een hypo (nee dat is geen nijlpaard). Maar het kan ook dat je teveel suiker in je bloed (een hyper) hebt en dat is ook niet goed. Ook daarover kun je alles lezen in dit boek en vooral wat je in beide gevallen moet doen.
In een ander hoofdstuk is heel goed verteld hoe je bijvoorbeeld kinderen in de klas kunt uitleggen wat suikerziekte is en je kunt ze bijvoorbeeld een dagje mee kunt laten doen met jouw eet- en drinkpatroon, dan weten ze gelijk hoe het is en waarom jij bijvoorbeeld vaker naar het toilet mag.
In het boek staat ook wat je kunt doen op een verjaardag, wat je dan het beste wel en niet kunt 'snoepen' en hoe moet het als je met school een dag weggaat of als je op vakantie? Ook daar staan heel handige tips over te lezen in het boek en helemaal achterin staan nog allemaal (internet)adressen waar je van alles kunt opvragen of vinden over diabetes en tips voor ouders. leerkrachten en verzorgers.
Het is echt een geweldig boekje dat in vlotte, vrolijke taal geschreven is. Doorheen het boek staan grappige zwart-wit illustraties van Josine van Schijndel. Het zou eigenlijk standaard aan elk kind met suikerziekte gegeven moeten worden, een vast onderdeel in de ziektekostenverzekering bijvoorbeeld.
ISBN 9789059329676 | Paperback | 143 pagina's | Uitgeverij Abimo | februari 2013
Leeftijd: 8-13 jaar
© Dettie, 01 juli 2013