Ilona Lammertink

 

Gijs en zijn Hurzels Gijs en zijn Hurzels
Bobbels & Bubbels


Gijs is vijf en heel trots dat hij al een wiebeltand heeft. Hij is gek op voetbal en speelt graag buiten met zijn grote skelter. Gijs is een leuk joch maar hij heeft wel een probleem. Gijs wordt namelijk heel snel boos...

Als hij lekker een heel hoge toren met zijn blokken aan het bouwen is, komt zijn kleine broertje aangekropen en die stoot de toren om! Gijs wordt dan woest, hij is dan gillend, laaiend kwaad en gooit de blokken door de kamer, die stomme Wouter! Mama probeert hem te troosten maar Gijs is zo boos dat hij helemaal niet getroost wil worden. Hij is dan zo boos dat het lijkt of er zijn hoofd vol zit met allemaal kleine mannetjes die vonkjes geven. Gijs noemt die mannetjes Hurzels. Ze plagen hem en hij kan niet tegen ze op, daar wordt hij heel verdrietig van.

Ook op school plagen de Hurzels hem als Gijs laaiend kwaad is. Als juf ziet dat Gijs weer zo vreselijk boos is neemt ze hem mee naar binnen. Maar wat gek is dat, juf is helemaal niet boos! Ze is juist heel lief voor Gijs en hij vertelt haar over de Hurzels die hem steeds plagen en daardoor wordt hij zo vreselijk boos. De Hurzels worden de baas in zijn hoofd. Samen met juf bedenkt hij wat hij tegen die akelige Hurzels kan doen. En juf geeft hem ook een krachtspreuk die hij kan zeggen als de Hurzels hem weer plagen, en het helpt! Gijs is nu de baas over zijn boosheid en daar kunnen de Hurzels helemaal niet tegen!

Achterin het boek staat een bijsluiter voor ouders en begeleiders. Daarin staat te lezen hoe je het best een kind dat snel boos is op kunt vangen. Het voornaamste is rustig blijven en het kind serieus nemen. "Wanneer de peuter/kleuter begrip en erkenning ervaart van zijn ouders en/of begeleiders op zijn boze bui, verdwijnt die vaak als sneeuw voor de zon."

Af en toe boos worden is heel gezond volgens de schrijfster, die tevens integratief kindertherapeute is. "Het is belangrijk dat kinderen hun boosheid met woorden en lichaamstaal leren uiten, en niet met slaan, schoppen of schelden." Verder adviseert ze "keur het gedrag af, maar nooit het kind zelf." Ook wordt er ingegaan op de mogelijke reden van de boosheid. Misschien wordt er wel veel te veel verwacht van het kind of worden er te weinig grenzen aangegeven. Er staat nog veel meer informatie in de 'bijsluiter'. Verder zijn er enkele doetips die samen met het kind gedaan kunnen worden zodat het kind inzicht krijgt in hoe boosheid werkt en wat hij of zij tegen de boosheid kan doen.

Het is een boekje uit de 'Bobbels & Bubbels' serie. Die staat voor sterke, emotionele verhalen waarin elke negatieve emotie (een bobbel) zoals boos, bang en verdrietig zijn op een mooie manier verwerkt wordt, zodat er weer positieve gevoelens (bubbels) ontstaan.
Het verhaal over Gijs is goed en het maakt een kind prima duidelijk hoe boosheid voelt en ook wat je er eventueel aan kunt doen. Dit verhaal samen met een kind lezen dat vaak boos is kan leiden tot een verhelderend gesprek daarover. De krachtspreuk vind ik nogal 'ouderwets', dat kan best wat speelser en spannender. Maar de bobbel wordt inderdaad een bubbel. Gijs is erg opgeknapt nu hij zijn boosheid de baas is.

Wat er in de bijsluiter staat vind ik persoonlijk minder. Het is allemaal heel verstandig, en erg lief naar het kind toe. Komt zo'n bui sporadisch voor dan kun je denkelijk inderdaad reageren zoals de schrijfster aangeeft maar een boekje als dit koop je niet als jouw kind 'wel eens' een boze bui heeft. Er staat dat je op het hoogtepunt van zo'n bui het kind niet kunt bereiken. Probeer het kind af te leiden en zeg bijvoorbeeld "Ik zie dat je boos bent, wat naar voor je". Ik vraag me af of je, als jouw kind zo'n enorme driftbui heeft en met spullen staat te gooien, dat zo vriendelijk kunt zeggen. Het lijkt me sowieso moeilijk om te reageren zoals in dit boekje staat.

Toon begrip, wees vriendelijk staat er, laat zien dat je evengoed van het kind houdt, en nog veel meer. Natuurlijk wil je dat, maar als er een krijsende enorm kwade kleuter - met eventueel huilende kinderen er omheen - in de huiskamer staat dan denk je niet och, dat arme kind, dit gaan we even vol begrip en liefdevol aanpakken. Je zegt dan niet: 'Wat naar voor je'.  Ik denk dat zoiets niet eens in je opkomt op zo'n moment.
In de therapieruimte en op school zal deze aanpak denkelijk wel prima werken, het is dan immers niet je eigen kind en het kind is niet constant om je heen, maar of je het thuis, na de zoveelste boze bui, ook zo aan kunt pakken is nog maar de vraag. Maar niet geschoten is altijd mis dus iemand kan het altijd proberen. Te beginnen met de doetips bijvoorbeeld.

Het boekje is verder mooi verzorgd en er staan duidelijke afbeeldingen in die goed illustreren wat er in het verhaal bedoeld wordt.


ISBN 9789044817898 | Hardcover | 28 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2012
Afmeting 268 x 258 x 9 mm. | Leeftijd: 4+

© Dettie, 20 november 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer: