V.S. Naipaul

Toon alleen recensies op Leestafel van V.S. Naipaul in de categorie:
V.S. Naipaul op internet:

 

Een half leven Een half leven


Pas op! spoilers.

Is het een familieverhaal? Is het een verhaal over het Indiase kastestelsel? Een politiek verhaal?  Of is het een verhaal over de ontwikkeling van een mens of juist niet? Een echt antwoord is er niet te geven. Naipaul behandelt al deze genoemde thema's maar het is aan de lezer om te oordelen. De rode draad is de familie Chandran waarvan Willie Chandran de jongste telg is. Het boek is min of meer ingedeeld in drie delen.

Deel een begint met de voorouders van Willie Chandran. Zij leefden in India en waren allemaal tempeldienaren, verbonden aan een bepaalde tempel, waar zij met andere gezinnen een tempelgemeenschap vormden. Dankzij de komst van de Moslims verarmde de gemeenschap en dat werd nog erger toen de Britten kwamen.
Grootvader Chandran besluit de tempel te verlaten en vestigt zich in een grote stad waar hij op het grote tempelplein leeft en werkt. Hij verdient zijn geld met brievenschrijven. Hij schrijft brieven in het Hindi, voornamelijk familieberichten. Hij vindt een kleine kamer en laat zijn gezin overkomen. Grootvader Chandran leert Engels, zijn kennis wordt opgemerkt en hij schopt het uiteindelijk tot secretaris van de Maharadja.  Zijn grootste wens is dat zijn zoon hem opvolgt en hem zal overtreffen. Zijn zoon moet arts of ingenieur worden en trouwen met de dochter van het schoolhoofd. Alles is al geregeld.

Maar zoonlief heeft daar helemaal geen zin in. In deel twee lezen we dat hij niet afhankelijk van de Maharadja wil zijn. Hij gooit zijn kont in de krib, voert steeds minder uit op de universiteit, en besluit een 'daad' te stellen. In opvolging van de onafhankelijkheidsbeweging van Mahatma Gandhi die eveneens het kastestelsel verafschuwt, besluit hij te trouwen met de meest laaggeboren vrouw die hij kan vinden, hij heeft al een meisje op het oog. De gevolgen hiervan ziet hij als een vorm van zelfopoffering.
En zo gebeurt het. Met veel omzichtigheid benadert hij het meisje, een medestudente die vanwege haar lage afkomst door iedereen gemeden wordt. De zoon van grootvader, de vader van de latere Willie Chandran, vindt haar lelijk, ook haar stem is niet om aan te horen, rauw, schor en hard. Het is tenenkrommend hoe hij haar behandelt en over haar praat. Maar vanwege de praatjes en de dreiging van een oom van het meisje moet hij haar 'ontvoeren'.

En zo komt het dat hij levenslang verbonden is met het meisje, hij moet haar onderhouden en hoewel hij, net als Gandhi, zich wil onthouden van seksueel contact, gebeurt het toch. Hij krijgt een zoon en een dochter, deze laatste vindt hij ook lelijk, net als haar moeder.
(Zijn 'vrouw' - hij trouwt niet met haar -, die met veel moeite een plek op de universiteit kreeg kon haar studie niet afmaken, en derhalve geen examen meer doen.) Voor de rest is hij een nietsnut die alles uit de weg gaat, je zit je werkelijk te verbijten. Hij heeft niets van het doorzettingsvermogen en daadkracht van zijn vader meegekregen. Het enige wat hij doet is op het tempelplein zitten om te bedelen en te zwijgen. Wat hij heeft besloten de zwijjggelofte af te leggen, niet uit opofferingen maar gewoon omdat het makkelijk is, het is om zijn eigen hachje te redden. Want het schoolhoofd is razend dat hij zijn trouwafspraak niet nakwam en de oom van zijn vrouw bedreigt hem nog steeds. Maar het geluk is met hem, hij wordt opgemerkt door de beroemde schrijver Somerset Maugham en zo wordt hij een toeristische attractie... waardoor hij een beschermd leven kan leiden. 
Zijn 'vrouw' is in feite heel modern en doortastend, hijzelf weet niets van de wereld en doet niets.


En dan belanden we in deel drie dat het leven van Willie Chandran behandelt. Lijkt hij op zijn grootvader of op zijn vader?
Willie veracht zijn vader en aanvankelijk denk je dat hij aardt naar zijn grootvader. Ook hij gooit zijn kont in de krib. Hij wil ook weg uit zijn milieu. Beïnvloed als hij is door de paters op de Canadese missieschool is het zijn wens is om naar Canada te vertrekken, maar hij belandt uiteindelijk in Londen, om te studeren. Daar ontdekt hij dat de regels van zijn land in Engeland niet gelden, hij is vrij. Maar hij is helaas net zo halfslachtig en makkelijk als zijn vader, uiteindelijk vertrekt hij met Ana, een bewonderaar van zijn schrijfkunst, - hij heeft één geflopt boek geschreven - naar een niet genoemd land in Afrika en laat zich onderhouden door deze rijke Ana, een plantersdochter uit een Portugese kolonie in Afrika. Met haar vindt hij aanvankelijk rust en geniet van het feit dat Ana hem accepteert zoals hij is. Hij leidt een aangenaam leventje zonder al te veel inspanningen.
Maar op latere leeftijd ontdekt hij zijn seksualiteit en besluit rond zijn veertigste dat het leven in Afrika genoeg is geweest. Hij vindt daar ook niet wat hij zoekt. Maar wat wil hij? Erkenning? Aandacht?
Hij weet wel dat hij het zat is om Ana's leven te leiden, hij vertrekt naar Berlijn, naar zijn zus die hem flink de les leest...


Dit boek ben ik gaan lezen omdat ik nog nooit iets van deze bekende schrijver en nobelprijswinnaar gelezen had. Aanvankelijk was ik getroffen door de bijzondere sfeer die Naipaul wist neer te zetten. De grootvader en de vader spraken erg tot de verbeelding ondanks de weerzin die je voelde voor de vader vanwege zijn zeer vrouwonvriendelijke gedrag.
Maar in het derde deel, over zoon Willie, zakt het verhaal in. Hoe het leven in Afrika is wordt nauwelijks besproken en alles rond Willie is van een uitgesmeerde landerigheid die niet aanspreekt. Willie is net als zijn vader een leuner. Anderen mogen alles opknappen, als zijn leven maar redelijk aangenaam verloopt. Zeer ergerlijk. Maar dat kan eventueel ook boeiend verteld worden en dat is het niet. Het verhaal is daarvoor te afstandelijk en rommelig. Het verhaal leest daardoor ook niet makkelijk.
Het verbaast me dat in de recensies voornamelijk over Willie gesproken wordt, het verhaal over de vader van Willie is minstens zo belangrijk en in feite boeiender dan het 'geneuzel' van Willie.
Gezien de grote roem van de schrijver had ik meer van dit boek verwacht. Jammer maar helaas.


ISBN 9789045006864 | Paperback | 215 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | 2001

© Dettie, 16 december 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Het masker van Afrika Het masker van Afrika


V.S Naipaul is een van ’s werelds beroemdste reisboekenschrijvers. In 2001 ontving hij de Nobelprijs voor literatuur. Hij is inmiddels 79, maar schrijft en reist nog altijd. In dit boek gaat hij op zoek naar de invloed van het traditionele geloof en van magie in hedendaagse Afrika en bezoekt achtereenvolgens Oeganda, Nigeria, Ghana, Ivoorkust, Gabon en Zuid Afrika.
Naipaul begint zijn zoektocht in Oeganda. In 1966 heeft hij negen maanden in oost Afrika doorgebracht, en het leek hem wijs in een enigszins vertrouwde omgeving te beginnen. Wat hem vooral opvalt, is de enorme wildgroei van kerken en moskeeën. Naipaul is nieuwsgierig naar de oorsprong van deze Christelijke en Islamitische godsdiensthuizen, én naar de plaats van het traditionele geloof. Hij begint zijn zoektocht bij twee mannen uit het verleden, de ontdekkingsreiziger Johan Hanning Speke, en wrede Kabake(koning) Mutesa die elkaar rond 1862 leren kennen... Bij deze Mutesa is de oorsprong van de huidige verschillende religies goed terug te zien. Zijn vader was Islamitisch, maar Mutesa bekeerde zich na zijn ontmoeting met Speke tot het Christendom, wat hem niet verhinderde tijdens grote veldtochten tovenaars mee te nemen om de vijand die per boot kwam tot zinken te brengen. Trek de zienswijze van Mutesa door en je vind de voedingsbodem van de religie in het huidige Afrika.

Ondanks dat het Christendom en de Islam vaak een meer zichtbare rol spelen is het traditionele geloof op de achtergrond nog altijd onuitwisbaar aanwezig. Een man in Oeganda zal altijd kruid in zijn portefeuille dragen, het kruid zal zijn geld beschermen en vermeerderen.
De Afrikaanse stamtradities werken dan ook vaak nog door tot in de huidige generaties en zelfs tot in de moderne politiek. Rond huidige machthebbers hangt vaak nog een sfeer van mythevorming en magie. Over de oud president Houphouet van de Ivoorkust gaat het verhaal dat hij zich op advies van een sjamaan in stukjes heeft laten snijden, die stukjes werden gemengd in een kookpot met kruiden zodat het geheel veranderde in een machtige slang die tegen de grond gedrukt moest worden, zodat hij weer veranderde in president Houphout, waarna de president een lang en machtig leven tegemoet ging.
Een Gabonees in het boek vat het als volgt samen; “De nieuwe godsdiensten, de Islam en het Christendom, zitten alleen aan de buitenkant, in ons zit het oerwoud”.

In sommige delen van Afrika, bijvoorbeeld bij de stam van Ga in Oeganda is de natuurgodsdienst nog de heersende godsdienst. Hun godsdienst zit vol tekenen en waarschuwingen waardoor de ware gelovige constant in ongerustheid moet verkeren over de boodschappen van de goden. Deze natuurgodsdiensten zijn geworteld in de geesten van de overledenen.
Wanneer Afrikanen hun geloof proberen uit te leggen wordt er vaak verwezen naar de Bijbel. Het Opperwezen is heel machtig en mag niet gebruikt worden in dagelijkse riten. De anderen, geesten en goden en dergelijke worden dagelijks opgeroepen. Zij zijn stoffelijk vertegenwoordigd; zij kunnen bomen, stronken, bankjes, beeldjes, rivieren en plassen zijn. Iedere gemeenschap heeft zijn eigen verzameling van zulke godheden die kunnen beschermen en genezen, deze godheden hebben hun eigen zegslieden, hogepriesters en profetessen.
Naipaul trekt grote delen van Afrika door, spreek mensen uit alle lagen van de bevolking, ontmoet veel emirs, stamhoofden, tovenaars en heilige mannen.
Hij had verwacht dat de beoefening van de magie door de grote omvang van Afrika per land sterk zou verschillen, maar dat was niet zo. De waarzeggers wilde overal met botjes gooien om de toekomst te lezen, het begrip “energie” kwam overal voor en werd overal aangeboord door rituele offers van lichaamsdelen. Vaak lichaamsdelen van dieren, soms , vooral in het verleden, ook van mensen.

Naipaul is een buitengewoon begenadigde verteller. Hij trekt vanuit het verleden moeiteloos lijnen door naar het heden, zodat je de context van het hier en nu veel beter kunt begrijpen. Hij heeft een beeldend manier van vertellen... Je waant je samen met hem op de Nijl, wandelt naast hem door heilige wouden, ontmoet een Nigeriaanse babalawo (tovenaar) die de toekomst voorspelt met zestien pitten en twee kalebassen, en je voelt de grimmige dreiging toenemen in het paleis van de hogepriester van de Ga in Ghana.
Aan het einde van zijn reis in Zuid Afrika moet Naipaul zijn zoektocht naar religie helaas even loslaten omdat het rassenprobleem en de huidige politieke situatie daar onontkoombaar was, wat begrijpelijk is, maar voor de afsluiting van het boek jammer.
Maar los daarvan is dit boek een absolute aanrader voor de liefhebber van dit genre. Ik heb het met ontzettend veel plezier en interesse gelezen.


ISBN 9789045014029 | Paperback | 302 pagina's | Atlas Uitgeverij | februari 2011
vertaald door Inge Kok

© Willeke, 01 februari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer: