Miguel de Cervantes S.

Toon alleen recensies op Leestafel van Miguel de Cervantes S. in de categorie:
Miguel de Cervantes S. op internet:

 

Don Quichot Don Quichot
De vernunftige edelman van La Mancha


Het verhaal van de Quijote is dat van de al oudere edelman Alonso Quijano, wonend in de landstreek La Mancha, wiens hoofd op hol wordt gebracht door het lezen van hoofse ridderromans en die besluit de wereld in te trekken, als wereldvreemde idealist Don Quijote.
Hij verschaft zich de vereiste attributen: een passende naam, een dame om te
dienen en een schildknaap. Als schildknaap benoemt hij een eenvoudige maar nuchtere boer, Sancho Panza, die zijn natje en zijn droogje belangrijker dan de besognes van zijn baas (panza = buik). Zijn drijfveer om zich aan te sluiten bij Don Quijote is de hoop op materieel voordeel. Sancho betitelt zijn meester als 'Ridder van de droevige figuur' en bedenkt hem met het droogst denkbare commentaar. Ouijano’s schonkige paard wordt in zijn ogen de vurige Rocinante en het dorpsmeisje Aldonza Lorenza ziet hij als de schone Dulcinea del Toboso, een hoogverheven en begeerlijke prinses.
De gehele verdere inhoud van het omvangrijke boek bestaat uit drie tochten van deze Ridder van de droevige figuur. Te vuur en te zwaard bestrijdt hij wat hij vijanden waant, en hij heeft een onuitroeibare wil goede daden te doen tot eer van de dame Dulcinea. Helaas vergist hij zich nogal vaak in wie zijn tegenstander is en wie zijn medestander, maar al zijn tegenslag wijt hij aan de betovering van de duivel. Het bijzondere van Quijote is dat hij het alledaagse voor bijzonder aanziet, ondanks verwoede pogingen van Sancho om hem tot de realiteit terug te brengen: herbergen zijn voor hem kastelen, molens zijn reuzen en prostituees zijn prinsessen. Dat leidt er toe dat velen hem voor de gek houden, zelfs zijn vrienden. Maar op de lange duur weet Quijote toch zijn omgeving zo te beïnvloeden, dat zijn wereldbeeld ook onderdeel wordt van de levens van de mensen in zijn omgeving. Sommigen, zoals de student Sampson Carrasco, worden zelfs net als Quijote ridder.
Quijote reist heel Spanje door, verblijft in ontelbare herbergen en dorpen, ontmoet onnoemelijk veel personen met wie hij bevriend raakt, beleeft de meest fantastische, trieste en humoristische avonturen (hoewel zijn campagnes eigenlijk allemaal slecht aflopen) en hoort zijn medereizigers en vijanden de mooiste geschiedenissen vertellen. Maar waar hij ook gaat en wat hij ook doet, hij blijft trouw aan zijn visie. Wanneer hij op zijn sterfbed het ridderschap dan toch aflegt, smeken zijn vrienden hem dit te heroverwegen en zelfs Sancho Panza wil er ondanks alles toch weer met hem op uit.

Miguel de Cervantes y Saavedra (1547-1616) werd in het stadje Alcalá de Henares geboren en was het vierde van zeven kinderen uit een arm gezin. Over zijn jeugd is weinig bekend, maar hij heeft waarschijnlijk wel een goede opleiding genoten. Ook heeft het gezin waar hij opgroeide veel door Spanje gezworven. Op zijn 21e werden enkele verzen van hem gepubliceerd en in 1569 werd hij soldaat. Enkele jaren later raakte hij zwaar gewond in de slag bij Lepanto tegen de Turken . Hij verloor het vermogen over zijn linkerarm en sindsdien noemde hij zichzelf 'El Manco de Lepanto'.
In 1575 werd het schip waarmee hij naar Spanje wilde terugkeren gekaapt en hij werd samen met zijn broer Rodrigo als slaaf naar Algiers gebracht. Na terugkeer in Spanje, waar als gevolg van de buitenlandse politiek van de Habsburgers de sociaal-economische en morele ontreddering steeds groter werd, leidde Cervantes een leven van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Sociaal gezien was hij een mislukking. Hij woonde lange tijd in het in die dagen zeer woelige Sevilla, was nu eens graanopkoper ten behoeve van de Armada , dan weer belastingontvanger, belandde in de gevangenis en werd zelfs in de ban gedaan.

Maar hij probeerde ook van zijn pen te leven en startte een literaire productie die alle genres zou omvatten. Hij publiceerde onder andere het toneelstuk El trato de Argel (Het verhaal van Algiers) waarin hij zijn ervaringen in gevangenschap verwerkte. In 1585 verscheen de herdersroman "La Galatea". In 1605 werd uiteindelijk zijn boek "El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha" in Madrid gepubliceerd. Dit boek, het latere deel 1 van de Quijote, was onmiddellijk een bestseller: hetzelfde jaar verschenen zeven drukken. Cervantes profiteerde hier nauwelijks van vanwege de vele clandestiene uitgaven. Een groter aanzien als schrijver was evenmin zijn deel; in de gevestigde literaire kringen werden zijn verdiensten scherp betwist en de vooraanstaande toneelschrijver Lope de Vega noemde Cervantes zelfs “de slechtste schrijver van het ogenblik”. Tien jaar later verscheen "Segunda Parte del ingeniosos cavallero Don Quixote de la Mancha", mede gestimuleerd door een enkele jaren eerder door een landgenoot van Cervantes geschreven ‘vals’ vervolg. Kort daarna overleed Cervantes. Zijn lichaam is na de begrafenis verdwenen en ook is van hem geen nauwkeurig portret bekend.

"El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha" is volgens velen de eerste roman uit de geschiedenis en het is het meest vertaalde boek na de Bijbel. In mei 2002 heeft een internationale groep schrijvers de Quijote tot ‘het beste boek aller tijden’ verkozen (Zie books.guardian.co.uk voor de complete alfabetische lijst). De gelijknamige hoofdpersoon van het boek heeft in de westerse cultuur een soortgelijke plaats verkregen als bijvoorbeeld Hamlet, Don Juan, Faust; met andere woorden als standaardvoorbeeld van een veel voorkomend mensentype.

In de Quijote, maar eigenlijk in al het werk van Cervantes, gaat het voortdurend om de strijd tussen idealisme en realisme (belichaamd in respectievelijk Don Quijote en Sancho Panza), tussen fantasie en werkelijkheid. Fictie en werkelijkheid lopen voortdurend door elkaar, niet alleen in de waarneming van Don Quijote zelf, maar ook in de presentatie van het verhaal: het is aanvankelijk gebaseerd op zogenaamd historische bronnen, later op een Arabisch manuscript dat Cervantes dan weer van commentaar voorziet. Toch wil de schrijver niet beweren dat het onderscheid tussen fictie en werkelijkheid niet te maken is: in het complot tussen auteur en lezer is er altijd een objectieve waarheid aan te wijzen. Cervantes leefde in de beginfase van de barok. Terwijl de Renaissance zich kenmerkte door idealiserende stilering en die als de enig toelaatbare wijze van weergave van de werkelijkheid beschouwde, kreeg men in de barok belangstelling voor de mogelijkheid dat op één zelfde zaak verschillende visies mogelijk waren.

Uit de Quijote blijkt dat Cervantes zeer goed op de hoogte was van het gedachtegoed van zijn tijd: de literatuurtheorieën van Aristoteles en Ariosto, het analytische humanisme van Erasmus, de medische opvattingen over sanguinische en melancholische temperamenten (de waanzin van Don Quijote past in het ziektebeeld) en uiteraard de ridderverhalen die in de vijftiende eeuw zeer geliefd waren geweest in de samenleving waarin hij leefde.
Maar hoe het ook zij, weinig boeken uit de wereldliteratuur hebben zoveel weerklank gevonden als dit; weinig boeken ook hebben zoveel stof tot overdenking en pastiche gegeven aan andere kunstenaars, welke kunstvorm zij ook beoefenen. Van vrijwel elke bladzijde spat het plezier van het schrijven af, wat het lezen tot een boeiend en leerzaam avontuur maakt. Barber van de Pol heeft in de jongste vertaling van het boek in het Nederlands dit plezier ook voor de lezer van vandaag weten te behouden. Het bijzondere is dat Don Quijote en Sancho geen starre personificaties van abstracte begrippen zijn, geen marionetten die een psychologische probleemstelling moeten illustreren, maar aan twijfel en verandering onderhevige levende wezens. Sancho raakt onder invloed van Don Quijote geleidelijk aan bezield van hogere gevoelens. Don Quijote keert geleidelijk aan terug tot de aarde en ziet tenslotte af van zijn hooggestelde ideaal, doch stelt zich onmiddellijk een nieuw doel (het herdersleven).

De krankzinnige avonturen van Don Quijote (of, anders gespeld, Don Quichot, Don Quichotte, Don Quixote) zijn aanvankelijk bedoeld als persiflage op de ridderromans die bij het grote publiek van Spanjes gouden eeuw razend populair waren, zoals Amadis en Palmerin. Maar geleidelijk overstijgt Cervantes de parodievorm: vooral in het tweede deel wordt Don Quijote’s waanzin steeds meer afgewisseld door momenten van helderheid, waarin de ridder zeer verstandige oordelen weet te vellen, zozeer dat hij soms zelfs de enige is die de waarheid ziet. Uit de passage hierboven blijkt dat zijn schildknecht is gezegend met hetzelfde talent. Hoewel hij bij wijze van grap tot gouverneur van een eiland wordt gemaakt, gaan de bewoners hem steeds weer waarderen en blijkt hij toch tot ieders tevredenheid te kunnen functioneren.

Absoluut lezen! Verplicht leesvoer! Maar wel in een goede vertaling én het volledig boek (veel uitgaven zijn ingekort of voor kinderen herschreven), het origineel is een briljante tekst.
Oorspronkelijke titel: El Ingenioso Hidalgo Don Quixote de la Mancha Vertaler (beide boeken): Barber van de Pol

Bovenste boek
Ingenaaid, 968 pagina's Verschenen: april 2005 Gewicht: 1326 gram Formaat: 241 x 160 x 59 mm Athenaeum-Polak & Van Gennep Prijs Euro 24.95 ISBN 9025306675

Onderste boek


ISBN 9025306381 | Gebonden | 1206 pagina's | Athenaeum-Polak & Van Gennep | november 2002
Met illustraties van G. Dore Gewicht: 2410 gram Formaat: 256 x 175 x 90 mm

© sneuper, mei 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: