Michael Morpurgo

Toon alleen recensies op Leestafel van Michael Morpurgo in de categorie:
Michael Morpurgo op internet:
 

Een medaille voor Leroy Een medaille voor Leroy


'Voor luitenant Walter Tull 1888-1918' staat in het begin van het boek te lezen. Later zullen we pas begrijpen waarom Michael Morpurgo dit indrukwekkende jeugdboek aan hem opdraagt.


Het verhaal wordt verteld door 'Poedel' zoals Michael, vanwege zijn krullende haar, door zijn vrienden op school genoemd wordt. Het zijn de jaren veertig van de vorige eeuw, de Tweede Wereldoorlog  is net afgelopen. Leroy (Roy) de vader van Michael was Spitfire-piloot is al in het begin van de oorlog, in 1940, neergeschoten boven het Kanaal.  Hij was als baby geadopteerd door tante Sneeuwvlokje en tante Foei en woonde met hen aan de kust in Folkestone, Kent.  - Michael en zijn moeder wonen in Londen. -  Michael kent zijn vader alleen maar van foto's en hij heeft de zilveren medaille, die zijn vader uitgereikt kreeg 'voor moed'.  Zijn moeder, een Française, wil niet over haar man praten, het verdriet is nog te groot, ze waren pas een halfjaar getrouwd.

Af en toe rijden Michael en zijn moeder naar Folkestone om de tantes te bezoeken. Echt leuk vinden ze het niet want tante Foei doet altijd zo akelig tegen tante Sneeuwklokje, die juist altijd zo lief is.
Het hondje Jasper maakt veel goed voor Michael. Hij is dol op het beest. Maar die ene keer is het bezoek anders dan anders.  Mama vraagt of tante Sneeuwklokje de medailles van zijn vader wil laten zien en dat wil ze maar al te graag. De tantes aanbaden Roy. Als Michael en zijn moeder weer naar huis gaan, geeft tante Sneeuwklokje Michael een vrij cryptische boodschap mee. Ze dringt er op aan dat hij goed onthoudt wat ze gezegd heeft...
Later krijgt hij iets van haar toegestuurd. Als Michael ziet wat het is, weet hij aanvankelijk niet wat hij ermee aanmoet, totdat hij zich haar woorden herinnert. En dan weet hij dat wat hij gekregen heeft alles zal veranderen. Eindelijk komt hij meer te weten over zijn vader én, tot zijn verrassing, zelfs over zijn grootvader.
Wat volgt is een prachtig ontroerend verhaal dat van grote invloed is op Michaels verdere leven.

Achterin het boek vertelt Michael Morpurgo ons dat het boek deels is gebaseerd op het leven van luitenant Walter Tull, veel is verzonnen omdat er niet zoveel bekend was over de man, maar de enkele dingen die Morpurgo wel wist, zijn nu net de cruciale gebeurtenissen die hem deden besluiten om dit boek te schrijven. Als je weet dat juist dát echt waar is, wordt het boek nog indrukwekkender dan het al is.
Michael Morpurgo weet verder heel goed de sfeer weer te geven waarin de gevoelige, beetje dromerige  Michael (niet Morpurgo zelf) opgroeit. Het is alsof je de jongen het verhaal zelf hebt horen vertellen, alsof je hem zelf gekend hebt.
Meer moet er niet over gezegd worden, dit is een boek dat je gewoon moet lezen. Gewoon doen!

De Engelse schrijver Michael Morpurgo schrijft spannende avonturenverhalen. Een aantal van zijn boeken is verfilmd waaronder het beroemde Warhorse door Steven Spielberg. Veel verhalen eindigen met een nawoord, waarin hij aangeeft hoe het verhaal is ontstaan.


ISBN 9789402601619 | Hardcover | 173 pagina's | Aerial Media Company | november 2016
Met fraaie, sfeervolle zwart-wit illustraties van Michael  Foreman | Leeftijd 10-12+Vertaald door Hanneke van Soest

© Dettie, 31 oktober 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Kind van de wildernis Kind van de wildernis


‘Ik zag er uit zoals ik me voelde, als iemand anders.’

Het leven van de negenjarige Will gaat niet over rozen. Eerst komt het vreselijke bericht dat zijn vader gesneuveld is in Irak, en daardoor gedraagt iedereen zich anders tegenover hem. Even lijkt alles beter te worden: hij en zijn moeder krijgen van opa en oma een reis naar Indonesië aangeboden, en daar zitten ze dan: heerlijk op een lekker warm eiland, in plaats van in het koude kille Engeland. Maar op tweede kerstdag barst daar de hel los… een tsunami!
Op dat moment is Will op het strand. Hij mag eindelijk op een olifant rijden! Zijn moeder is vast gaan zwemmen. Will overleeft de enorme vloedgolf alleen omdat zijn olifant, Oona, het heeft voorvoeld en is gaan rennen. Oona zal de komende maanden zijn leidraad zijn bij het ontdekken van en overleven in de jungle. Zij blijft bij hem, en helpt hem. Will leert veel over de wereld van de dieren. Er is een tijger die ze steeds terugzien, en ook is er een orang-oetan die hen lijkt te volgen.
Will beseft dat dit zijn nieuwe leven is, er is geen weg terug. Hij heeft geen vader meer en zijn moeder moet ook zijn verdronken. Maar hij accepteert het nieuwe leven, en is tevreden.
Tot ze bij de kolonie orang-oetans komen en daar vreselijke dingen gebeuren.

Het is een coming-of-ageverhaal: Will leert dat de wereld niet zo vreedzaam is als het lijkt: altijd ligt er wel gevaar om de hoek. Soms grof natuurgeweld waar geen verweer tegen mogelijk is, maar soms ook de mens. De mens blijkt de grootste bedreiging van de dierenwereld, maar de mens biedt het ook redding. Op het einde moet de jongen een moeilijke beslissing nemen.
Het is een ontroerend verhaal, tranen zullen de gevoelige lezer in de ogen springen. De dierenwereld wordt geschetst als een ideale wereld: dieren zijn wijs, ze kennen vriendschap en zijn hulpvaardig, ook naar de mens toe, mits je het goed met ze voor hebt.
De mens komt er minder fraai van af in dit verhaal, maar dat is een gegeven dat algemeen bekend is. En de jonge lezer zal dat ook wel weten.
Doordat  Will het vertelperspectief is, zou je een simpeler kijk op het leven verwachten dan dat je krijgt. Will  moet een hele slimme jongen zijn.  Daardoor is het een boek voor de gevorderde lezer geworden.
Het verhaal bevat veel realisme: Irak, de tsunami, de jager – maar blijft tegelijk een echt meeslepend sprookjesachtig kinderverhaal.


ISBN 9789044811759 | Paperback | 196 pagina's | Clavis Uitgeverij | februari 2010
Vertaald uit het Engels door Frieda Dalemans Leeftijd vanaf 10 jaar.

© Marjo, 23 september 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Warhorse Warhorse


Dit verhaal gaat over een paard. Een bijzonder paard uit de Eerste Wereldoorlog. In de oorlog werden paarden nog volop ingezet, bij de cavalerie – de basisfunctie -, bij de infirmerie – de gewonden achter het front brengen -,  en ook bij de artillerie,- kanonnen en munitiekarren trekken.
In een oude school in Engeland hangt een schilderij van een paard, Joey. ‘geschilderd door Kapitein James Nicholls, najaar 1914.’  staat erop. Michael Morpurgo vertelt het verhaal van dat paard zoals het geweest zou kunnen zijn.

Als veulen komt het paard terecht bij Albert. Eigenlijk bij diens vader, die al spijt heeft van de opwelling het beest te kopen. Maar Albert is gelukkig: hij heeft een eigen paard! Joey krijgt de ideale verzorging: voldoende eten, goede verzorging, en vriendschap. Er ontstaat ene speciale band tussen het paard en de jongen. Maar dan breekt de oorlog uit. Weer is zijn vader aan zet: hij verkoopt Joey aan het leger. Albert is pas vijftien, er is geen sprake van dat hij mee mag om zijn paard te verzorgen.
Daar gaat Joey: de oorlog in, Kapitein Nicholls is zijn berijder, hij krijgt een kameraad, Topthorn.
Tijdens een gevecht belandt hij in het niemandsland, en in paniek neemt hij een sprong over het prikkeldraad: hij is aan de Duitse kant. Ook daar ondervindt hij slechte, maar ook goede dingen, en vindt er een nieuwe verzorgster: Emilie.
Maar zijn avonturen zijn nog niet ten einde, opnieuw geraakt hij in de Engelse linies, en vindt daar tot beider grote geluk Albert terug.

‘Ik zeg niet dat die mannen wreed waren, maar het leek wel of ze in de greep van hun angst waren en niet anders konden, of er geen plaats meer was in hun leven voor een vriendelijk woord of medeleven – niet voor elkaar en niet voor ons.’


Het verhaal wordt verteld door het paard Joey, hetgeen een apart tintje aan het verhaal geeft. Hij krijgt een menselijke stem en reageert op wat er gebeurt deels als paard, maar natuurlijk voor het verhaal ook met menselijke trekjes. Het stoort niet, het maakt het verhaal des te tragischer, en emotioneler.
De lezer leeft mee met alles wat Joey overkomt, overziet de ellende van de loopgravenoorlog, het verdriet om de gesneuvelden, hoort de twijfel van de soldaten aan beide kanten, maar ondergaat vooral de verbondenheid tussen mens en dier. Het sentiment druipt er van af, en dat zal in de verfilming die er dit jaar aankomt nog sterker het geval zijn, vooral in de scene als Albert en Joey elkaar weer ontmoeten en Albert dat niet door heeft -  maar soms is er niets tegen een beetje emotie.

Dit boek is eerder verschenen in 1993 onder de titel 'Oorlogspaard' bij uitgeverij Ploegsma. Dit is een hernieuwde filmeditie, met op de omslag de filmposter.


ISBN 9789078345336 | Hardcover | 146 pagina's | Baeckens Books | februari 2011
Vertaald uit het Engels door Henri

© Marjo, 11 september 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Alleen op zee Alleen op zee


De ballade van de oude zeeman ( Coleridge) vormt een rode draad door het hele boek, en is ook de bron voor de titel: Het is de versregel die Marty het mooist vond van  de hele ballade, die vierentwintig strofes kent. 'alleen op een wijde, wijde zee' 

Het is een boek waarin veel verdriet zit, maar gelukkig ook geluk. Het is een boek in twee delen,  verteld door verschillende personen. Het een volgt op het andere, het is redelijk chronologisch.
In het nawoord lezen we dat het verhaal gebaseerd is op een historisch feit: na de tweede wereldoorlog werden veel wezen vanuit Engeland weggebracht naar Canada, Australië of Nieuw-Zeeland. Dit was op zich goed bedoeld, ze zouden opgevangen worden door mensen die het goed met hen voor hadden, maar ook die kinderen die goed verzorgd werden, bleven met de vragen zitten: wie ben ik eigenlijk? Waar is mijn familie?

Dit is het fictieve verhaal over de jongen Arthur Hobhouse. Waar hij precies vandaan komt weet hij niet, hij heeft vage herinneringen aan een Kitty. Was ze zijn zus? Waar is ze dan nu? En waarom zijn ze uit elkaar gehaald? Later, als de herinneringen nog meer vervagen, gaat hij twijfelen. Het enige dat hij heeft is een sleuteltje, dat hij om zijn nek draagt en nooit af zal doen. Hij wordt met een aantal andere jongens op een boerderij te werk gesteld, waar de eigenaar hen onder het mom van christelijke naastenliefde de hele dag hard laat werken. Eén uur per dag zijn ze vrij, maar dat kon je ook afgenomen worden als je straf kreeg. En straf was nogal eens aan de orde: stokslagen of vrijheidsberoving...
Arthur raakt bevriend met Marty, een oudere jongen, en met een paard. Samen ontsnappen ze aan de wrede boer, en vele avonturen, goede en slechte, zullen volgen.
Het tweede verhaal is dat van de Kitty Vier, een zeilboot waarmee Allie de wereld rond vaart. Zij heeft een missie, waarbij ze net als Arthur goede avonturen beleeft, maar waarmee ook veel dingen fout gaan.

Ik vind het jammer dat Michael Morpurgo steeds weer spanning wegneemt door regelmatig een voorschotje te nemen op de afloop. Zo lees je op de eerste bladzijde al dat Arthur 65 is als hij zijn leven gaat beschrijven. Nu is dit niet zo erg, je weet hier nog steeds niet wat er verteld gaat worden, maar even vaak verklapt hij de clou al wel.  Jammer. Nu denk ik dat het hem dan ook niet te doen is om het spannende avontuur, maar om de ontdekking op zich: de ontdekking van je levensdoel. Maar dan zou je dit boek vaker moeten lezen, om de finesses door te laten dringen!


ISBN 9789050165051 | Paperback | 239 pagina's | Clavis Uitgeverij | juli 2008
Leeftijd vanaf 12 jaar

© Marjo, 12 september 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Alleen op zee Alleen op zee


Dit boek wordt geschaard onder de kinderboeken maar menig boek voor volwassenen kan niet tippen aan dit boek. Het is eerder een leefijdloos boek, geschikt van 10 tot 100 jaar.

De zesjarige Arthur Hobhouse is een weeskind en wordt, zoals zoveel Britse weeskinderen, na de Tweede Wereldoorlog op een boot naar Australië gezet. Het enige wat Arthur zich herinnert is dat hij waarschijnlijk uit Bermondsey, Londen komt. Om zijn nek hangt een touwtje met een sleuteltje. Vaag weet hij dat hij die van zijn zus Kitty heeft gehad, het sleuteltje is heilig voor hem, het is zijn gelukssleuteltje. Het is ook het enige wat hij nog heeft van zijn familie.

Op de boot ontmoet hij de oudere Marty, die zijn grote vriend wordt. De jongens zijn onafscheidelijk. Ook in Australië zorgt Marty er voor dat ze bij elkaar blijven. Samen met een stel andere kinderen worden zij gedropt in the middle of nowhere bij een geloofsfanaat Mr. Bacon (Piggy Bacon) die hen hel en verdoemenis toezegt bij elke ongehoorzaamheid. De kinderen worden onmenselijk behandeld, alleen Ida, de vrouw van de Mr. Bacon, is hen behulpzaam voor zover zij kan. Ook zij wordt gestraft voor elke 'misdaad' die zij begaat.
Na jaren ellende weten Arthur en Marty daar weg te komen en dan breken er gelukkiger tijden aan bij een bijzondere vrouw, Megs,  die de twee jongens als haar kinderen behandelt. Het is alsof ze in het paradijs zijn aangekomen. Dankzij Megs ontdekt Arthur zijn talent voor boten bouwen en zijn liefde voor zeilen. Maar kinderen worden volwassen en zullen hun eigen weg moeten zien te vinden.

Arthur gaat naar zee en later bij de marine maar na allerlei gebeurtenissen (Vietnam)  stopt hij daarmee. Hij vindt het moeilijk de juiste draai te vinden. Na veel vallen en opstaan vindt hij uiteindelijk rust. Het sleuteltje heeft hij nog, weliswaar niet meer om zij nek maar wel zorgvuldig weggeborgen. Het betekent nog steeds veel voor hem. Al die tijd heeft hij ook het voornemen om naar Engeland te gaan om zijn zus te zoeken maar dat stelt hij maar uit. Totdat zijn dochter Allie samen met hem naar Engeland wil zeilen om daar te gaan zoeken naar Kitty.

Dit schitterende verhaal is opgedeeld in twee delen. Aanvankelijk wordt het verteld door Arthur en later door Allie.
Allie gebruikt allerlei huidige communicatiemiddelen om haar verhaal te vertellen, zoals satellietverbinding, automatische piloot, e-mail etc. Ook haar verhaal is schitterend, ontroerend en aangrijpend. Toch is het geen sentimenteel boek geworden. Dingen gebeurden en iedereen moest doorgaan.

Michael Morpurgo heeft zich goed weten in te leven een Arthur, een kind dat alles kwijt is en zich moet zien te redden in een nieuw land. In zijn nawoord schrijft Morpurgo, die gesprekken heeft gevoerd met mensen die als kind op de boot werden gezet naar Canada, Nieuw Zeeland of Australië o.a. het volgende:

"De vraag die de meeste voormalig jonge migranten zich het meest stellen is: "Wie ben ik?" De meesten van ons zijn op de Britse eilanden uit Britse ouders geboren. [...] Door deze ene verordening werden we beroofd van onze ouders en onze broertjes en zusjes. We werden beroofd van grootouders en verdere familieleden. We werden beroofd van onze nationaliteit, onze cultuur en ons geboorterecht. Velen van ons werden beroofd van hun familienaam en zelfs van hun geboortedatum. [...] we werden migrantenjongen nummer 'zo en zo' genoemd, of migrantenmeisje nummer 'zo en zo'.
Hartverscheurende verhalen als deze hebben mij ertoe aangezet mijn verhaal te schrijven.

Michael Morpurgo."


De oorspronkelijk titel Alone on a Wide Wide Sea is een regel uit het  gedicht The Rime of The Ancient Mariner van Taylor Coleridge. Het gedicht heeft grote betekenis voor zowel Arthur als Allie.
Al met al is het een prachtig boek dat ik iedereen kan aanbevelen.


ISBN 9789050165051 | Paperback | 239 pagina's | Clavis Uitgeverij | juli 2008
Leeftijd vanaf 12 jaar Vertaald door Margot van Hummel

© Dettie, 12 september 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: