Mart Smeets

Toon alleen recensies op Leestafel van Mart Smeets in de categorie:
Mart Smeets op internet:

 

Thuis in de Tour Thuis in de Tour


Thuis in de Tour
Mart Smeets

De mooiste foto van dit boek staat meteen op de eerste pagina… je ziet een klein blond jongetje van een jaar of acht, zittend op een herenracefiets. Zijn benen zijn bij lange na niet lang genoeg, zijn handen zijn om het herenzadel geklemd. Hij wordt vastgehouden door een heer van middelbare leeftijd, keurig in het pak met strop en met een pochetje in zijn jasje. De blik van de man is niet gericht op de fiets of de omgeving, zijn blik is volledig gericht op dat blonde jongetje op de fiets. Het jongetje is de kleine Mart Smeets, de heer ernaast zijn vader Beer Smeets.
In latere interviews met de volwassen Mart Smeets meen ik wel eens gelezen te hebben dat alles wat hij als volwassen man deed, was om gezien en gewaardeerd te worden door zijn vader. Deze foto laat zien dat hij tóen in ieder geval gezien werd. Met volle aandacht.

Dit jaar start de Tour de France in Utrecht. Een mooie aanleiding voor Smeets om de tien eerdere keren dat de Tour op Nederlands grondgebied was, te beschrijven.
De oude heer Smeets speelt daarin zijdelings een rol, al was het maar omdat hij degene was die Mart in 1954 meenam naar zijn allereerste Tourstart in Utrecht. De kleine Mart was zeven en zijn vader was in functie aanwezig, hij werkte voor Toursponsor Remington, een bedrijf wat typemachines en scheerapparaten verkocht en in die functie onderhield hij de contacten met de wielersport.
Van die Tourstart in Amsterdam bestaat nog een foto waarop zijn vader staat met Wim van Est, een absolute wielergrootheid uit die tijd. Later zal zijn zoon een vaste meereiziger van het Tourcircus worden, maar daar waren toen nog geen enkele voortekenen van te ontdekken.

Smeets beschrijft hoe hij in 1973 als honkbal- en basketbalverslaggever min of meer per ongeluk en zonder al teveel kennis van zaken, of überhaupt interesse in het wielrennen, terecht komt in de Tourstart van Scheveningen.
Zijn moeder had de avond voor zijn eerste optreden nog een keurig uitgetikte deelnemerslijst voor hem zitten typen, als steuntje in de rug voor haar debuterende zoon. Dat iedere organisatie zo’n voorgedrukte lijst natuurlijk allang voor de verslaggevers klaar had liggen was haar niet bekend. Die zelfgetypte startlijst heeft Smeets verhuizing na verhuizing met zich meegenomen, tot hij letterlijk versleten was. Van dat eerste verslag, achter op de motor, kwam trouwens niets terecht, al bleek dat achteraf vooral aan technische storingen te liggen en niet aan de beginnende Smeets.

Veel geluk kende de meeste Nederlandse Tourstart overigens niet; de Tourstart in Leiden in 1978 verliep ongelofelijk chaotisch en toen Jan Raas tot grote vreugde van het Nederlandse volk de proloog won, bleek die opeens niet mee te tellen voor het klassement en ging de gele trui op vaderlandse bodem zijn neus voorbij.
In 1996 deed de Tour Den Bosch aan en teisterde processierupsen de renners en toen de tour langs Valkenbrug trok maakt Erik Dekker een ernstig val én werd alle berichtgeving overschaduwd, ook toen al, door dopingberichten.

Ook beter verlopen Nederlandse edities komen aan de orde, zoals het verhaal van Gerrit Voorting die in 1958 een Touretappe won, maar er pas op hele hoge leeftijd achter kwam dat die etappe ook een paar kilometer over vaderlandse bodem was gegaan en het verhaal van de Tour van Maastricht in 1969 waarbij de Tourvolgers zich zo massaal tegoed deden aan de Maastrichtse drank en vrouwen, dat de, steeds sterker wordende verhalen daarover nog steeds regelmatig over tafel gaan.

En nu start deze zomer de Tour dus in Utrecht, de voorbereiding en promotie zijn al in volle gang. Hopelijk heeft de Tourstart in Utrecht meer geluk dan de voorgenoemde steden, al leveren juist dat soort zaken voor mensen als Mart Smeets de mooiste verhalen op, want vertellen kan hij.

Een fijn zomerboek dus, bij voorkeur te lezen in de maand juli als het Tourgeweld wederom losbarst. Grotendeels zonder Mart. Maar dat is weer een heel ander verhaal.


ISBN 9789491567995 | Paperback | 221 pagina's | Uitgeverij De Kring | mei 2015

© Willeke, 22 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Commentator Commentator


Mart Smeets wilde een boek over Amerika schrijven, de afspraken met de uitgever waren al gemaakt, totdat er van verschillende kanten de roep klinkt om een boek over de afgelopen sportzomer en zijn visie daarop. Hij laat zich verleiden, schuift zijn andere boekenplannen op de lange baan en begint een dagboek over de afgelopen volle sportzomer.

Het WK voetbal, de NBA finals, de Tour de France, het EK atletiek, het WK basketbal, het EK zwemmen, de Wereldruiterspelen, het WK softbal, alles passeert de revue.
Smeets beschrijft het als de commentator die hij is, hij kijkt en voegt er zijn kijk op de zaken aan toe. Het is een boek vol opinies en meningen. Vaak beschouwelijk met enige afstand, soms venijnig, of met humor en relativering. Hij gaat bewondering noch kritiek uit de weg.

Grappig is het hoofdstuk over sporters en tatoeages, waar de heer Smeets nu niet bepaald een liefhebber van is.
Ik moest ook glimlachen om zijn tourschriftje van 1958, vol met aantekeningen en weetjes, wat Mart al sinds jaar en dag mee naar de Tour sleept voor dat éne moment dat hij het aan het volk kan tonen in De Avondetappe. Het moment komt nooit.
Mooi ook vond ik de meer persoonlijke stukken, bijvoorbeeld over de geboorte van zijn kleinkind terwijl hij voor zijn werk in Londen zit, of een fragment over de dood van de moeder van oud-wielrenner en collega Gerrit Solleveld, die tot op honderd jarige leeftijd altijd nog naar de koers keek en tot wie Mart altijd één keer per jaar in de uitzending het woord richtte.
De mooiste anekdote in het boek gaat over Marco van Basten, die tijdens zijn voetbalcarrière in het ziekenhuis ligt en Mart die bij hem op ziekenbezoek gaat. Je ziet ze voor je; de grote Mart op een iets te klein ziekenhuisstoeltje en de wereldberoemde voetballer in een ziekenhuisbed. Allebei onhandig met de situatie.

“Ik had een cadeautje voor hem meegenomen; een boek. Om de dagen in het ziekenhuis wat te korten, dacht ik.
Hij opende het zakje, keek naar het boek en bedankte voor de geste.
Even later zei hij; ‘Lees jij?’
Ik knikte en zei erbij; ‘Heel graag zelfs’.
Even was er de stilte die zo’n gesprek dan ook altijd nodig heeft.
Ik vroeg; ‘Lees jij?’
Hij schudde zijn hoofd. “Niet heel erg veel. Ik denk steeds aan voetballen’ zei hij en gaf me een hand.“


De opvallendste passage uit het boek, die deze week ook meteen de nodige media-aandacht kreeg, is die over de laatste Avondetappe.
Na tweeënveertig keer Tour de France zit het er voor de presentator naar alle waarschijnlijkheid op en presenteert hij voor de allerlaatste keer het programma. Hij kondigt het programma af en er gebeurt niets. Geen wijn, geen champagne, geen speeches, geen cadeaus of lintjes of een geruststellend woord dat hij volgend jaar gewoon verder mag. Helemaal niets. Een tamelijk verbijsterende scène;

“Niemand had iets tegen me gezegd. Ik was in stilte naar de uitgangspoort van het arbeidzame leven geleid. Als ik goed luisterde kon ik de deur nog in het slot horen vallen. Of vergiste ik me?
Vanmorgen was ik vroeg wakker. Ik dronk koffie, nam afscheid van velen, met kussen en een trage glimlach en met klappen op schouders. En met iets dat het midden hield tussen een treurmars en een gifwolk.
Een uur later reden we de snelweg op en ik voelde een snijdende triestheid omhoog kruipen.“


Ook de passages over zijn laatste Wereldkampioenschap wielrennen, voor hem het hoogtepunt van het jaar, waar hij als een soort veredelde stagiair gebruikt wordt sla je als lezer vol verwondering gade. Wat je ook vindt van Mart Smeets en zijn manier van werken, zo ga je toch niet met mensen met zo’n lange staat van dienst om.  Al maken juist scènes als deze het boekje zeer lezenswaardig omdat ze zo eerlijk zijn.

Smeets schrijft boeiend en laat je over zijn schouder meekijken naar hoe hij de sport beleeft. Het hele boek, tot en met de laatste bladzijde, ademt liefde voor de sport. En weemoed. Hij moet stoppen maar hij wil nog niet.
Van mij mag hij nog even blijven.


ISBN 9789491567 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij De Kring | november 2014

© Willeke, 03 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Gepakt Gepakt


Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel beslaat de meest opmerkelijke verhalen en anekdotes die Mart Smeets na een half leven wielerverslaggeverij bijgebleven zijn. Het tweede deel van zijn boek, hoe kan het ook anders, gaat over doping. Wat mij betreft hadden dit twéé boeken moeten zijn. Iemand met de status en geschiedenis van Smeets kan makkelijk een heel boek met meest gedenkwaardige anekdotes over de tour vullen. En bovenal, deze afgelopen gedenkwaardige jaren van dopingonthulling in de wielrennerij hadden een héél boek met beschouwingen verdiend. Een gemiste kans wat mij betreft.

Wie het wielrenner volgt en zelfs wie het wielrennen niet volgt, weet dat de afgelopen jaren loodzwaar waren. De ene favoriet na de anderen bleek uit de dopingpot gesnoept te hebben. Niet individueel, met hier en daar een dopingzondaar, maar massaal, structureel, georganiseerd, met veel vertoon van macht en manipulatie, met de onthullingen van Lance Armstrong als treurig dieptepunt. Armstrong leidde, in de woorden van Smeets, als een kleine Pablo Escobar een meedogenloze dopingorganisatie en vormde een kartel wat alle dopinglaboratoria in de wereld het nakijken gaf. Hij bleek, wederom in de woorden van Smeets, een getructe, betweterige straatboef, die leefde op geveinsde vriendschappen, die loog en bedroog, en die geheel geloofde in de wereld die hij zelf creëerde.

Mart Smeets is sinds jaar en dag het gezicht van studio Sport en een van de meest vooraanstaande wielerverslaggevers van ons land. Zijn gezicht is onlosmakelijk met het wielrennen en met Armstrong verbonden. Sinds deze publiekelijk van zijn voetstuk viel, kreeg ook Smeets heel wat over zich heen. Waar hij ook kwam, tot in een volle treincoupe aan toe, kreeg hij scheldkanonnades naar zijn hoofd, meestal vergezeld van de meest verschrikkelijke ziektes.
Waarom, zo vraagt hij zich in dit boek af, is juist hij, meer dan andere commentatoren en verslaggevers, de zondebok voor de anoniem en minder anoniem scheldende massa. Een deel van het antwoord gaf hij zelf kort daarna toen hij bij het verschijnen van dit boek in De wereld draait door verscheen en zó in de aanval vloog dat het bijna niet om aan te zien was. Dat roept weerstand op. Veel weerstand, al lijkt dat mij, laat dat duidelijk zijn, geen enkel excuus voor welke scheldkanonnade dan ook.


Iets van dat in de verdediging schieten en ook wel enige tegenstrijdigheid in de benadering van het dopinggebruik vind je, met name in het begin, ook terug in dit boek.  Later in het boek wordt Smeets feller en meer uitgesproken. Hij is jarenlang belogen en bedrogen en dat steekt. Hij noemt met name Thomas Dekker en Lance Armstrong. Het boek bevat aan beiden een open brief die er niet om liegt. Ik had er heel graag nóg een open brief bij gezien; aan Michael Boogerd. Niet alleen renner, maar ook collega en medeverslaggever in de Tour de laatste jaren. Over hem is Smeets opmerkelijk stil. 


Hoe moet je na dit alles naar het wielrennen kijken en hoe moet je er verslag van doen? Is iedereen die op een fiets zit nu per definitie een dopinggebruiker? Moet je meteen achterdochtig worden bij een belangrijke sportprestatie? Is onbevangen kijken onmogelijk geworden? Het is een vraag waar veel tourliefhebbers deze zomer mee worstelen, vermoed ik. Smeets is wat dat betreft niet erg optimistisch. Het wielrennen balanceert nog steeds op de rand van de afgrond. Hoewel de sport nu heel voorzichtig iets schoner lijkt, doen er ook alweer geruchten de ronde over een nieuwe, dure, vermoedelijk onvindbare vorm van doping.

Volgens Smeets  zijn alle deksels nu weer keurig op de doofpot. De grote schoonmaak is uitgebleven, slechts wat Nederlandse renners bekenden, de rest van het peloton reed gewoon vrolijk door alsof er niets gebeurd was. Een gemiste kans om écht schoon schip te maken.
Doping is vermoedelijk onlosmakelijk met het wielrennen verbonden. Het wachten is op de volgende bedrieger, de volgende ontkenner, de volgende leugenaar. Een treurige slotconclusie. 


Een deel van deze columns zijn al eerder verschenen in diverse kranten of op sites. De langere verhalen, vaak beschouwelijk van aard, zijn speciaal voor dit boek geschreven. Deze zijn meteen ook het sterkst en smaken naar meer. Smeets schetst achtergronden, beschouwt en geeft zijn persoonlijke ervaringen weer. Er wordt kritisch achterom gekeken en tegelijkertijd een visie gegeven op de huidige gebeurtenissen en de toekomst van het wielrennen. Bovendien geeft het een inkijkje in de dilemma’s van de huidige wielerjournalistiek. Het kan geen kwaad om als wielerliefhebber dit boekje nog snel even in de vakantiekoffer te doen.


ISBN 9789491567353 | Paperback | 253 pagina's | Uitgeverij De Kring | mei 2013

© Willeke, 19 juli 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Dagboek van een sportgek Dagboek van een sportgek


Op de flaptekst van dit boek is o.a. te lezen:
"Mart Smeets (1947) ging in 2012 mei pensioen bij Studio Sport, waar hij sinds 1974 werkte. In 2012 was hij desondanks voor de veertigste keer in Frankrijk om voor de NOS de Tour de France te volgen, en ook in 2012 presenteerde hij De Avondetappe. Aansluitend vloog hij naar Londen om van daaruit zijn late night-show over de Olympische Spelen te presenteren."

Mart Smeets, wie kent hem niet. Hij was jarenlang het boegbeeld van Studio Sport. Hij versloeg o.a. belangrijke schaatswedstrijden, enkele keren de Olympische Spelen, veel basketbalwedstrijden en natuurlijk jarenlang de Tour de France. Het is bijna ondenkbaar dat deze man tijdens deze evenementen niet meer op het scherm zal verschijnen na al die jaren.
De uitgeefster Marie-Anne van Wijnen had het idee om Mart een dagboek bij te laten houden tijdens de laatste Tour en de laatste Olympische Spelen die hij zal bijwonen als werknemer. Mart Smeets twijfelde, kon hij dan schrijven wat hij werkelijk vindt? Ja, dat kon. Mart besloot de uitdaging aan te nemen en zo hield hij voor het eerst in zijn bestaan als journalist een reëel dagboek bij.

Het dagboek begint 28 mei 2012 en eindigt 14 augustus 2012.
Die eerste dag begint met geploeter rond een artikel over Erik Breukink dat aanvankelijk niet goedgekeurd werd, het moet herschreven, uren later is Mart klaar en deze keer wordt het artikel wel geaccepteerd.
Vanaf die datum schrijft Mart elke dag trouw zijn dagboekverhaal, hij heeft veel te vertellen. Zijn leven is die van een drukbezet man die vele vergaderingen bijwoont, veel sport kijkt al dan niet samen met zijn vrouw Karen, veel voorbereidend werk doet en altijd ideeën heeft voor een uitzending. Hij heeft mappen vol met knipsels, leest de belangrijke sportbladen en zoekt veel extra informatie op internet. Hij blijkt een bevlogen mens te zijn die leeft voor de sport en altijd een goede uitzending wil maken.
Het is apart om te lezen hoe het er achter de schermen bij de Tour aan toe gaat. Zijn vrouw Karen gaat mee en rijdt Mart keurig naar de besproken hotels. Elke dag is het heel vroeg dag omdat er van de ene plek naar de andere gereisd moet worden, de uitzending van die dag doorgenomen moet worden, extra informatie gezocht moet worden etc. De Tour 2012 is voor Nederland niet succesvol, en als het eenmaal een feit is dat de Nederlandse renners er nauwelijks meer aan te pas komen, zakken de kijkcijfers drastisch. Er wordt van alles bedacht om de kijkers toch vast te houden wat bijzondere informatie oplevert.

Na de Tour reizen Karen en Mart op 22 juli naar huis voor een van korte thuisstop. Op 25 juli vertrekt het stel weer naar Londen en begint de heksenketel van voren af aan. Alleen deze keer zonder constant van hotel te moeten veranderen. Opnieuw is er veel achtergrondinformatie die wij als kijker natuurlijk niet weten. Grappig is het verhaal over de thermoskan vol pittige koffie die een collega met groot gemak door de beveiliging weet te loodsen. Maar als Mart aan de beurt is gaat het alarm af en begint het fouilleren... het was zijn bril die voor de commotie zorgde. De Spelen blijken één groot aangenaam feest te zijn voor de mensen van de NOS, iedereen is bevlogen en wil er het beste van maken. Veel slapen is er niet bij. Er wordt hard gewerkt en nagepraat en gebiert of wijn gedronken.
Karen shopt in Londen en woont de haar geliefde basketbalwedstrijden bij en Mart bezoekt tussendoor nog enkele hem bekende kledingzaken en muziekwinkels. Aan het eind van de Spelen beleeft Mart samen met zijn speciaal daarvoor overgevlogen zoon en dochter het laatste olympische werkmoment. Het ontroert hem, zoals zoveel dingen hem ontroerden...

Mart geeft niet veel van zichzelf bloot, je leert de man niet echt kennen, hooguit op de momenten dat hij met vrouw en kinderen is. Een enkele keer lees je dat hij geraakt is door een sportprestatie en je merkt dat hij het naar zijn zin heeft en daar blijft het bij.
Maar het is wel een eerlijk boek waarin de algemene ergernissen, leuke, bijzondere en kippenvelmomenten beschreven worden. Natuurlijk draait alles om sport in dit boek, geen geschikt cadeau dus voor mensen die niets om sport geven. Maar ben je wel in sport geïnteresseerd, dan is dit een uiterst plezierig boekje dat lekker wegleest en veel informatie verschaft over de gang van zaken rond de Tour en de Olympische Spelen.


ISBN 9789491567001 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij De Kring | november 2012

© Dettie, 26 november 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Prettig verslaafd Prettig verslaafd


Mart Smeets behoeft nauwelijks introductie. Een tv icoon die al zijn halve leven over sport praat en schrijft en die het land moeiteloos in twee kampen verdeelt, je houdt van hem of je haat hem. Of je vindt, zoals ondergetekende, dat hij als geen andere uit de losse pols live sport kan verslaan maar dat bescheidenheid nu niet bepaald zijn grootste deugd is. Kortom, de man roept reactie op, en waar hij zich ook vertoont in binnen of in buitenland, er is altijd wel een vaderlander die al schouderkloppend en “Martje” roepend met hem op de foto wil, of die hem, al of niet dronken, lallend allerlei fraais toeroept. Over dat soort ontmoetingen gaat dit boek. Maar het gaat natuurlijk vooral over sport. Heel veel sport.


Mart is zoals de titel al duidt, prettig verslaafd aan zo’n beetje alle sporten. Na een lange dag op een iets te krap Tour de France stoeltje dienen midden in de nacht toch nog even de alle NBA en andere sportuitslagen gecheckt te worden op internet. Hij volgt alles, met een soort prettige gekte.
Wat hij vooral graag doet is praten over sport, en dan het liefs verhalen over de sporters. Verhalen vol anekdotes, beschouwingen, observaties en meningen en uiteraard tussen de regels door veel gemopper. Gemopper op de NOS, op de regels, op collega’s en op alles wat daar eventueel nog meer voor in aanmerkingen komt. Toch is het boek niet onaangenaam van toon, je golft een beetje mee op het gemopper en leest tussendoor mooie portretten van een zwijgzame Frank de Boer, een ontmoeting in Artis tussen Opa Mart met zijn kleinkind enerzijds en Frank Rijkaard met zijn dochter anderzijds, een nauwkeurige observatie van Ireen Wust in het weekend dat ze wereldkampioen wordt en een werkelijk prachtig verhaal over de misschien wel beste keeper ter wereld, Jan van Beveren, die op afgelegen voetbalveldjes in Amerika talentloze jongetjes probeert bij te brengen hoe je keepen moet. Dit Laatste verhaal is een in memoriam, en daar staan er meerdere van in dit boek. Van sporters, oud collega’s, maar ook van muzikanten als Harry Muskee en Clarence Clemons, de onvergetelijke saxofonist van Bruce Springsteens E street band.


Een boek voor sport en muziekliefhebbers dus, en aangezien ik tot beide groepen behoor, vond ik het een lekker boek om te lezen. Niet al te diepgravend, niet al te zwaar, gewoon lekker, één stukje lezen voor het slapen gaan of op vakantie. Meekijkend over de schouders van de oude Mart, die ondanks de aankondiging nog geenszins van plan is om met pensioen te gaan.


ISBN 9789046811641 | Paperback | 254 pagina's | Nieuw Amsterdam | november 2011

© Willeke, 06 december 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De afrekening De afrekening


Dit boek kreeg ik ongevraagd door de uitgever toegestuurd en omdat ik totaal niet in wielrennen geïnteresseerd ben had ik zelfs niet verwacht dat ik het zou gaan lezen. Maar als fietsers het midden in de nacht nodig vinden om op het speelplaatsje voor de deur luidbellend rondjes te fietsen en je daardoor klaarwakker bent, pak je maar een toepasselijk boek erbij. De wielerroman van Mart Smeets.


Het wordt een semi-autobiografisch boek genoemd en het gaat over de Tour de France. Niet over de ritten zelf maar over het werken als verslaggever voor dit sportevenement. Stijn Miller gaat als jongetje met zijn vader in 1954 naar de proloog van de Tour de France in Amsterdam. Dit maakt grote indruk op hem. Later maakt hij als sportjournalist ook de prologen in Scheveningen (1973), Leiden (1978) en 's-Hertogenbosch (1996) van dichtbij mee.
Stijn vertelt over de eerste keer dat hij achterop de motor zat en verslag moest leveren over de kopgroep. Dat deed hij trouw, alleen was het wel erg lastig dat hij geen geluid via de speakers in zijn helm hoorde vond hij. De Fransen waren razend, die idiote Hollander deed niets! Het geluid deed het dus helemaal niet! Stijn keek toen nog op tegen alle grote buitenlandse verslagevers die hem heel neerbuigend behandelden. Hij stelde toen nog niets voor.
Maar langzamerhand raakt Stijn erg ervaren en dan komt de dag dat hij al twintig jaar de Tour verslaat. Hij krijgt een zilveren bord en het leven gaat weer door. Van de onzekere jongen is weinig meer over. Zijn thuisfront weet dat in de maand juli Stijn niet te bereiken is voor hen. In juli draait alles om de Tour.
Stijn heeft tijdens die Tourdagen zijn avontuurtjes met vrouwen en Suzanne is wel heel speciaal. Ook wordt er flink gegeten en gedronken door de mensen die betrokken zijn bij de verslaggeving. Stijn ziet ook dat enkele wielrenners de huwelijkstrouw niet zo serieus nemen, maar daarover wordt nooit gesproken is de stiilzwijgende afspraak.
Maar Stijn wordt ouder en soms vraagt hij zich af of het nog wel leuk blijft, elk jaar opnieuw die Tour de France. In de spiegel ziet hij een kalende stevige man, moet hij niet eens  stoppen? De Tour begint hem steeds meer te vermoeien, hoe lang houdt hij het nog vol?  En na een dreigend bericht over zijn houding betreffende Lance Armstrong en even later een heel bijzondere ontmoeting met iemand mondt zijn gemoedstoestand uit in een ware crisis. Maar de show must go on...


Het leest vlot weg. Natuurlijk zie je steeds Mart Smeets zelf voor je. De man is immers  inmiddels het boegbeeld wat betreft de verslaggeving over de Tour de France. Je ziet hem als jonge man achter op de motor kruipen en denken 'We zien wel waar het schip strandt'. Langzamerhand wordt hij de routinier en gaan mensen hem herkennen en soms vervelende opmerkingen maken. Ook houdt hij wel van de vrouwen en tijdens de Tour gebeurt er ook wel het een en ander wat seks betreft. Het hoort er allemaal bij. Maar het dreigende bericht dat publiekelijk is geschreven raakt een snaar. Zo goed en zo kwaad als het gaat probeert Stijn daar mee om te gaan en dan volgt die ontmoeting en dan slaat de grond onder zijn voeten weg.
Het boek is zo 'vers' dat zelfs de voorbereidingen over de Tour 2010, die startte in Rotterdam,  beschreven worden.
Het leest lekker weg en waarschijnlijk is het voor Smeets- en Tourliefhebbers een must. Ik vond het een tussendoor-boek, geen aanrader, geen afrader.


ISBN 9789046808061 | Paperback | 219 pagina's | Nieuw Amsterdam | juni 2010

© Dettie, 25 juli 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: