Marian De Smet

 

De jongen die niet gaat verhuizen De jongen die niet gaat verhuizen


We gaan verhuizen.
Ons huis is te klein geworden, zegt mama. Ik weet dat dit niet waar is. Huizen kunnen niet krimpen. De deuren zouden klemmen, het vensterglas zou barsten.'


Aan het woord is Hessel en hij heeft gelijk. Het huis is niet gekrompen maar met de komst van zijn broertje en later zijn zusje wordt het wat benauwd in huis. Het probleem is, dat Hessel helemaal niet weg wil, want aan de andere kant van de stad is geen Berker en dat is een ramp. Berker is namelijk Hessels beste vriend. Maar hoe hard Hessel ook protesteert, niemand luistert naar hem en dàt is misschien nog wel het allerergste.

De dag voor de verhuizing stopt Hessel zijn koffer vol kleren en sjouwt het ding de trap af. Hij heeft zijn besluit genomen, hij gaat bij Berker wonen.
Maar de timing van Hessel is nogal ongelukkig. In het huis van Berker wonen namelijk al baba en anne (Turks voor papa en mama), twee zusjes en een broer van Berker en... anne anne (oma). Toevallig wordt bij Berker net de boel omgegooid. De meisjes worden te groot om bij hun ouders op de kamer te slapen. Zij krijgen samen een eigen kamer en Berker moet voortaan bij oma slapen. Maar 'oma heeft een ziekte waardoor je hoofd denkt dat je weer een kind bent. Ze eet pap en draagt een luier.' Ze stink volgens Berker.

'En ik wilde net vragen of ik hier kon komen wonen.'
Berker grinnikt en zegt: 'Mag best, hoor, kun je lekker naast me in het stinkbed.' [...]
'Waarom wil je hier wonen?' vraagt hij. Hier is het stom. Je hebt nooit eens een plekje voor jezelf.
'Misschien. Maar jij bent er.'
'Niet lang meer. ik ga weg. Ik wil niet bij anne anne in bed.'
'Ik heb beneden een koffer.'
Berker ziet aan mijn gezicht dat er nog plaats is in de koffer. Plaats voor spullen van hem.
Wanneer gaan we? vraag ik.


En zo gebeurt het dat de twee jongens de deur uit stappen, vast van plan om nooit meer terug te komen. Ze lopen net zo lang tot ze de omgeving niet meer herkennen, daar vinden hun ouders ze nooit...

Na dit veelbelovende begin met mooie zinnen kijk je vol verwachting uit naar de rest van het verhaal, maar dat stort een beetje in. De jongens vinden de koffer al snel een last en beseffen tot hun ellende dat ze niet aan geld en eten gedacht hebben. Ze ontmoeten de Koerdische Piya uit Irak die in een kerk woont, haar vader is in hongerstaking omdat hij geen verblijfsvergunning en geen huis krijgt.
Dit gegeven had kunnen uitmonden in een aangrijpend, ontroerend verhaal maar al wat er gebeurt, is dat Pyia met de jongens mee gaat want Hessel had wel een huis voor Pyia en haar familie, hij heeft er toch twee... en zo zoeken ze naar met zijn drieën naar het nieuwe huis van Hessel, alleen weet hij het adres niet en de stad is wel heel groot.

Het is op zich wel een goed geschreven, aardig en bij tijden grappig verhaal. De ontmoeting met Pyia relativeert natuurlijk wel de grote 'nood' waarin de jongens verkeren. Maar wat een mooi verhaal rond asielzoekers en hun problemen had kunnen worden waardoor de jongens beseffen hoe goed ze het eigenlijk hebben, verzandt in een verhaal wat al meermalen verteld is. Boeken over kinderen die weglopen zijn er genoeg, en zoals in al die verhalen worden ze moe en krijgen ze het koud. Hun maag begint te rammelen en ze willen uiteindelijk maar één ding, naar huis! Zo ook in dit verhaal. Uiteindelijk komt alles natuurlijk goed voor de jongens en loopt alles met een sisser af.
Helaas wordt het verhaal rond Piya wel érg makkelijk afgerond.

'Komt het goed met Piya, papa?'
'Ik weet het niet, Hessel. Soms komt het goed, soms ook niet. Het is allemaal nogal ingewikkeld.'


En daar moeten we het mee doen. Jammer een gemiste kans.
Ik ben van Marian De Smet een beter verhaal gewend.

Over de auteur: Marian De Smet begon met het schrijven van verhalen voor peuters en kleuters. Maar algauw ging ze ook voor jongeren schrijven, waaronder de YA-romans Geen bereik en Rotmoevie. Voor dat laatste boek ontving ze de Gouden Lijst.


ISBN 9789024574223 | Hardcover | 94 pagina's | Luitingh-Sijthoff | oktober 2016
Met fraai gestileerde zwart-wit afbeeldingen van Mattias de Leeuw | Leeftijd: 8+

© Dettie, 20 januari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Rotmoevie Rotmoevie


‘Hoe is het gebeurd?’ vroeg Tabby.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Oké, ik  snap het. We zwijgen erover, goed?’
Ik was blij dat ze teruggekomen was. Ook al kende ik haar niet echt, we hadden samen een zekere routine opgebouwd die structuur aan mijn dag gaf. De tijd alleen, gisteren, had me niet echt deugd gedaan. Dit kon ik: naast haar in de auto zitten, mijn verdoofde zelf zijn.'


Twee jongeren ontmoeten elkaar onderweg. Eppo, Nederlands en zeventien jaar oud, staat langs de kant van de weg te liften. Tabby, Vlaamse en achttien jaar oud, neemt hem mee. Hoe jong ze ook zijn, ze hebben al een verleden. Een verleden waar ze over zwijgen, want ze kennen elkaar immers niet. Tabby heeft geen doel, wil alleen maar twee weken weg zijn, en Eppo weet het ook niet. Hij is er op uit gestuurd door zijn ouders, om zijn zinnen te verzetten. Hij denkt dat er iets is met ene ‘Rob’,  omdat die naam getatoeëerd is op haar arm. Maar ze vertelt niets, nog niet. Net zo min als hij haar wil vertellen waar hij voor op de vlucht is.

Naarmate ze langer bij elkaar zijn, komen ze meer van elkaar aan de weet. De lezer weet meer van Eppo omdat hij de verteller is. Als het meisje een vraag stelt, komt er vaak een flashback, hoewel dat niet altijd meteen hetgeen is dat hij dan vertelt aan Tabby. Eppo denkt veel aan een ander, Tabby ligt veel te slapen, buiten is het smoorheet...

Je zou zeggen: een meisje en een jongen, dagenlang samen in een auto, samen in een tent, dat wordt een mooi liefdesverhaal. Niets is minder waar, al is de ontknoping wel romantisch, en loopt alles goed af. Die uitkomst is niet het belangrijkste, het verhaal draait om vertrouwen: omdat ze allebei problemen hebben, hebben ze op een bepaald moment de mogelijkheid om te vertellen. De ander luistert, en dat is al genoeg.

Marian de Smet heeft er een echte roadnovel van gemaakt, in een prachtige poëtische stijl vertelt ze een ontroerend verhaal over liefde en vertrouwen, over rouw en gemis. Spannend, zoals op de omslag staat, vind ik het niet, maar de schoonheid van de taal en het aangrijpende verhaal maakt alles goed.

‘Zijn dikke buik vloog bij elke ruk aan het stuur uit de bocht.’
‘De dood sprong over de haag in mijn gezicht.’


‘Alles waar ik niet aan wilde denken kwam in een rotvaart op me af en hoe klein ik me ook maakte, het vond me en verpletterde me.’
‘Naar lucht happend haalde ik de huiver uit mijn lijf en stopte ik alle gedachten weer in de gaten en hoekjes waar ze eerder zaten.’


ISBN 9789048813469 | Hardcover | 224 pagina's | Uitgeverij Moon | augustus 2012
Leeftijd: 14+

© Marjo, 31 maart 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Rotmoevie Rotmoevie


Eppo gaat in zijn eentje op reis. Hij wil naar Frankrijk liften. Voor zijn gevoel moet hij weg van huis. Na wat er gebeurd is, wil hij daar niet meer zijn. Al snel krijgt hij een lift aangeboden van Tabby, een vrolijk meisje uit België. Allebei zijn ze op reis zonder dat ze een reisdoel hebben. Allebei ontvluchten ze de werkelijkheid.

Eppo en Tabby blijven samen reizen. Overdag zitten ze in de auto en ’s-nachts delen ze het tentje van Eppo. Er is geen verliefdheid, wel vriendschap. Eppo en Tabby houden elk van iemand anders en dat is de reden dat ze op reis zijn gegaan. Soms is de liefde namelijk ingewikkeld of heel verdrietig. Erover praten, willen ze niet. Het ligt te gevoelig.

De lezer ontdekt het verhaal van Eppo omdat hij regelmatig terugdenkt aan het verleden. Eppo heeft lieve ouders maar omdat hij geen broertjes of zusjes heeft, voelde hij zich als kind vaak eenzaam. De eenzaamheid verdween toen zijn ouders besloten in het weekend een kind op te vangen dat het thuis moeilijk had. Vanaf dat moment kwam de twee jaar oudere Maarten elk weekend logeren. Eindelijk had Eppo een grote broer. Hij keek enorm tegen Maarten op, aanbad hem. Maarten kon moeilijk zijn. Als kind van een drugsverslaafde was zijn leven niet altijd makkelijk maar tegenover Eppo was Maarten altijd zichzelf. Eppo hield van Maarten en deze liefde werd verwarrend toen Eppo besefte dat de broederliefde om was geslagen in een ander gevoel.

Maarten leeft niet meer. Dat is de reden dat Eppo zijn thuisland en zijn leven is ontvlucht. Hoe het nu zit met de liefde tussen hem en Maarten en hoe zijn pleegbroer is gestorven, wordt later in het verhaal duidelijk.

Ook Tabby zit in de problemen. Zij huilt zichzelf ’s-nachts in slaap en Eppo weet niet of hij nu wel of niet moet laten merken dat hij dat weet. Ze heeft een tatoeage op haar arm met de naam Rob maar ontsteekt in woede zodra Eppo deze naam noemt. Ze wil het absoluut niet over Rob hebben maar het is duidelijk dat hij haar erg heeft gekwetst. Wanneer Eppo later in het verhaal haar geheim ontdekt is hij sprakeloos. Dát had hij niet verwacht.

Op de kaft van het boek staat “Een spannende roman die leest als een roadmovie”. Het boek over de twee reizende jongeren leest inderdaad als een roadmovie maar spannend is het boek niet. Avontuurlijk wel en ontroerend ook. In het begin van het boek zijn er naast de terugblikken op het verleden twee verschillende tegenwoordige tijden Dat bracht me heel even in verwarring. De rest van het boek zit echter prima in elkaar.

Rotmoevie is een lief verhaal over de complexiteit van de liefde en over vriendschap die soms uit onverwachte hoek komt.


ISBN 9789048813469 | Hardcover | 190 pagina's | Uitgeverij Moon | juli 2012
Leeftijd: 14+

© Annemarie, 23 augustus 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Geen bereik Geen bereik


“De rotswand kaatste mijn schreeuw kil terug. Wanhopig graaide ik om me heen, op zoek naar houvast, en haalde daarbij mijn handen en armen open. Koud van angst werd ik. Mijn voeten trappelden in het luchtledige. Mijn vingers scharrelden alleen maar pijn bij elkaar. En dan de klap. Een vlammende steek schoot door mijn enkel, mijn rugzak rukte bruusk aan mijn schouders en mijn hoofd smakte tegen de ruwe wand. Meteen keek ik omhoog, snakte naar de adem die ik had achter gelaten”.


Leo en David zijn vrienden. Goede vrienden. Zulke goede vrienden dat David met Leo mee gaat kamperen in de bergen. Ook al geeft hij eigenlijk niets om bergen, en al helemaal niet om bergbeklimmen. Maar zijn vriend wel, dus gaat hij mee. Al kent zijn meegaandheid grenzen. Als David na de zoveelste bergtocht met zere voeten boven op de top op last van zijn vriend wederom de berglucht diep in moet snuiven, die volgens hem toch echt het meest naar koeienvlaai ruikt en waarbij er altijd wel één fruitvliegje mee naar binnen wordt gezogen, vindt hij het mooi geweest. Als Leo vraagt of hij wéér mee een berg op, wint het uitzicht op twee mooie Duitse meiden in monokini het toch echt van de bergen, en gaat zijn vriend alleen op pad. Hij zou wel bellen als hij boven op de berg was. Maar Leo belt niet. Dagen later wordt zijn mobieltje zonder bereik uren ver lopen van de berg die hij zou gaan beklimmen gevonden. De plaatselijke autoriteiten en neergedaalde journalisten zijn dan al dagen naar Leo op zoek. Wat is er gebeurd?

“Geen bereik”wordt verteld vanuit drie verschillende personages. Leo. David, en Nanou, een meisje wat hoog op de berg woont, ver weg van de bewoonde wereld, Manou wordt door haar moeder ver van de bewoonde wereld weg gehouden. Waarom dat is daar komen we later pas achter.

“Je kon me onmogelijk zien liggen vanaf het pad, maar ik had wel een perfect zicht op op de bergwandelaars. Moeder wist niets van deze plek. Het was ook pas sinds een jaar of twee dat ik me zo dicht bij de mensen durfde wagen, tot dan maakte ik me het liefst zo snel mogelijk uit de voeten als ik ze hoorde of zag. Maar nu vond ik het fijn om ze bezig te zien, en altijd was ik op zoek naar het gevaar dat, volgens mijn moeder, in hen zou schuilen. Om eerlijk te zijn vond ik ze gewoontjes, soms zelfs zielig. En ook al zei mijn moeder honderd keer dat mensen die van de bergen houden nog de beste soort zijn, ik mag ze nooit vertrouwen. Nooit”


Nanou vindt Leo, en Leo denkt dat zijn redding nabij is. Maar dat is nog niet het geval. Integendeel. Fragmentarisch komen we al lezend steeds meer te weten van de drie hoofdpersonen, en van wat er in het verleden gebeurd is.

Het knappe van dit boek is vooral de spanningsboog. De informatie wordt in partjes gegeven, en de puzzelstukjes vallen langzaam maar zeker in elkaar tot op de laatste bladzijde toe. En zelfs dan weten we nog niet helemaal hoe het verder zal gaan, en of de betrokken net als wij óók begrijpen hoe de vork in de steel zit. Het boek lees als een thriller, je wilt alsmaar weten hoe het verder zal gaan, of het goed komt, maar ook wat er in het verleden in gebeurd. Het personage van Nanou ontroert, en ook het contact tussen Nanou en Leo is erg mooi beschreven. De romantiek hangt in de lucht, maar er zijn nogal wat praktische bezwaren.

Een mooi boek. Een boek wat ik zelf had willen lezen toen ik vijftien was. Mooie zinnen, lekker spannend, en goed opgebouwd. Je gaat je identificeren met alle drie de personages, ook al hebben ze soms tegenstrijdige belangen. En op de laatste bladzijdes zou je ze wel willen toeschreeuwen dat ze nog éventjes moeten wachten om naar huis te gaan. Mooi uitgevoerde hardcover. Een aanrader.


ISBN 9789048808908 | Hardcover | 223 pagina's | Dutch Media Uitgevers | maart 2011
Leeftijd: 13+

© Willeke, 30 mei 2011


 

Geen bereik Geen bereik


Het is zaterdag en Leo is in een gat gevallen, op een berg. Hij schreeuwt, maar hij is alleen.

Langzaam wordt duidelijk dat hij met zijn vriend David in de vakantie de bergen ingetrokken is. David had op deze beklimming niet meegewild, dus is Leo alleen op pad gegaan. Eerst keurig volgens de route, maar daar is hij van afgedwaald. Daar zit hij nu, gewond, en niemand weet waar hij is. Zijn gsm weigert dienst…

Nanou is op diezelfde zaterdag aan het wandelen in de bergen, waarschijnlijk wel in Leo’s buurt, maar voorlopig weten we dat niet. Door haar moeder wordt ze gewaarschuwd dat ze binnen moet blijven, de toeristen komen er weer aan. Er is iets raars aan dit meisje…
David, de vriend, zit beneden op de camping te wachten. Waar blijft Leo? Maar Leo trekt zijn eigen plan, hij is vast niet in zeven sloten tegelijk gelopen, David wacht af…
De dagen volgen elkaar op, en Leo wordt gevonden, maar dat betekent niet meteen zijn redding.

Dit verhaal over een drietal jongeren die allemaal zo hun eigen problemen hebben, van ouder datum dan wel recent, is een spannend en meeslepend verhaal. Voor je het weet heb je het uit.
Het is niet alleen vlot geschreven, met hier en daar een Vlaams woord, door de afwisseling in het vertelperspectief wil je doorlezen. Goede spanningsboog dus.

Je lezers niet onderschatten, dat is heel belangrijk als je een boek voor jongeren schrijft. In het begin lijkt het daarmee prima in orde. We maken kennis met de personages en slechts door af en toe iets mede te delen krijgt de lezer het plaatje vol. Helaas stapt Marian de Smet daar vanaf op het moment dat we de jongelui kennen en het verhaal de kern bereikt. Maar misschien is dat wel bewust: het verhaal is op deze manier alleen het verhaal van die drie jongelui. Hun karakters zijn duidelijk, hun belevenissen belangrijk. De achtergrond van de zijlijnen, die je als lezer best zou willen leren kennen, over Nanou bijvoorbeeld, worden niet uitgelegd. Het is een verhaal met een open einde, waaraan de lezer overigens makkelijk een mooi en romantisch staartje kan breien.


ISBN 9789048808908 | Hardcover | 223 pagina's | Dutch Media Uitgevers | maart 2011
Leeftijd: 13+

© Marjo, 22 mei 2011


 

Lieve, stoute zon Lieve, stoute zon


Stef gaat samen met papa en mama en zijn kleine zusje Stientje naar het strand. Wat duurt het lang voordat ze weggaan en het duurt helemaal lang voor ze er zijn. Stef vraagt steeds 'Zijn we er bijna?' En dan... eindelijk de zee! Stef wil gelijk het water in maar mama pakt hem beet en smeert hem eerst helemaal in met zonnebrandcrème, zelfs in zijn oren! Het plakt, het schuurt en duurt zo lang, Stef wil spelen.
De hele dag door smeert mama hem in. Stef vindt het aldoor helemaal niets.

Eigenlijk gebeurt er niet veel meer dan dit in het boek. Stef speelt, Stef wordt ingesmeerd, Stef eet, Stef wordt ingesmeerd enz. Aan het eind van het boek is papa knalrood want hij heeft zich niet ingesmeerd. Dat is natuurlijk de les die er te leren valt maar of een kind daar een boodschap aan heeft, is nog maar de vraag.

Het verhaal is saai, de boodschap dat het kind tegen zonnestralen beschermd moet worden, wordt teveel en te nadrukkelijk herhaald. Ook op de afbeeldingen zie je constant dat Stef ingesmeerd wordt, weinig boeiend dus, wat moet een kind hiermee... Moet het leren steeds aan mama of papa te vragen of hij/zij ingesmeerd kan worden?

De afbeeldingen zijn aardig maar het is ook hier wel veel van hetzelfde. Je ziet Stef en Sientje in totaal 11 x ingesmeerd worden! en dat in een boekje van 27 pagina's.


Achterin het boek staat allerlei informatie over wat de zon met de huid doet en hoe je kinderen het beste kunt beschermen. Er staat zelfs dat kinderen het liefst helemaal niet in de zon moeten komen tussen 12.00 en 16.00 uur! Dan kun je ook beter niet een dagje naar het strand, tenzij je een kind wilt kwellen en onder een afdakje wil houden. Dit soort informatie kun je ook vinden in het folderrek bij de apotheek, drogist of huisarts. Geen aanrader hooguit goed voor de wachtkamer bij de huis- of huidarts.


ISBN 978904480608H | Hardcover | 27 pagina's | Clavis Uitgeverij | augustus 2006
Een boekje uit de bij-de-hand reeks Vanaf 4 jaar | Leeftijd: 4+

© Dettie, 11 maart 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De woorden van zijn vingers De woorden van zijn vingers


Clara, een jonge Vlaamse studente, ontmoet in de trein een jongen, van wie ze al snel doorheeft dat hij doof is. Ze heeft zelf namelijk een dove broer, en kent daarom gebarentaal. De jongen is verrast. Aan de ene kant blij verrast met deze belangstelling, omdat hij gewend is dat men zich vrolijk maakt om hem en omdat hij zich daardoor terugtrekt van anderen. Maar ook vindt hij het vervelend, iemand die zo dicht bij hem komt, het is eng, hij loopt er voor weg. 

Clara geeft niet op, de jongen interesseert haar, maar toenadering blijkt heel lastig. Rembrandt, is ongenaakbaar, en laat weinig tot niets los. Pas als hij haar 'redt' van de ongewenste intimiteiten van haar opdringerige vriend, is de eerste stap gezet. Clara heeft natuurlijk als voordeel dat ze hem begrijpt, beter dan hij denkt, maar wat zij niet weet is dat Rembrandt een akelig verleden heeft. Daardoor is hun relatie moeizaam.

Rembrandt compenseert zijn doofheid door hard te studeren om ingenieur te worden, niet makkelijk omdat hij lessen volgt met behulp van een doventolk. Clara intussen weet door zijn botheid geen raad met haar gevoelens, en verwaarloost haar studie. Stapje voor stapje komt ze dichter bij hem en zijn verleden.

De lezer krijgt in hoofdstukken in een ander lettertype tussen het heden door het verleden van Clara, en later dat van Rembrandt voorgeschoteld. Het is niet niks. Er zit een tragiek in het boek, die slechts gedeeltelijk steunt op het thema doofheid. De schrijfster weet heel goed duidelijk te maken wat het betekent om doof te zijn, en geeft ook informatie over de taal die dan wel mogelijk is, over eventuele behandelingen en over de begeleiding die mogelijk is. Makkelijk is anders!

Maar er zijn nog andere zware onderwerpen, waar Marian de Smet zich aan waagt, en tja, ik vind het allemaal een beetje te veel van het goede - in dit geval slechte. Een tikje minder had best gekund, waarbij ook de babbelstukken, zoals de reis naar Parijs, geschrapt hadden kunnen worden. En dat laatste stuk, nou ja, ik vind het ongeloofwaardig. Jammer, het verzwakt het boek.


ISBN 9789044809534 | Hardcover | 256 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2008
Leeftijd: 15+

© Marjo, 29 oktober 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De woorden van zijn vingers De woorden van zijn vingers


Als je de cover van dit boek ziet, een hand met gekromde vingers in het gras, verwacht je een thriller. Het ziet er uit alsof iemand dood in het gras ligt. Zoals bekend is, lees ik niet graag thrillers, maar wat ben ik blij dat ik me over de drempel heb heen gezet. Het is namelijk geen thriller maar een schitterend, aangrijpend, ontroerend boek.

Het verhaal begint met de ontmoeting van Clara en Rembrandt in de trein. Beiden studeren in Leuven. Rembrandt is vanaf zijn tiende jaar helemaal doof dus hij hoort ook niets als er omgeroepen wordt dat er problemen zijn met de bovenleiding van de trein. Ze moeten uitstappen en verder met bussen. Rembrandt blijft natuurlijk zitten en Clara begrijpt ineens waarom hij nergens antwoord op gaf. Clara's broertje is ook doof, daardoor kan ze in gebarentaal Rembrandt duidelijk maken wat er aan de hand is. Samen reizen ze met de bus verder en Rembrandt loopt mee tot Clara's studentenhuis. Hij zelf woont op een kleine gehuurde kamer. Deze ontmoeting is het begin van een relatie die zeer moeizaam zal verlopen.

Rembrandt is een erg in zichzelf gekeerde jongen. Elke keer als Clara denkt dat ze elkaar nader komen dan vlucht Rembrandt weg... om toch steeds weer terug te komen. Het blijkt dat Rembrandt vroeger wel heeft kunnen horen en het bevreemdt Clara dat hij nu niet meer praat. Bij haar thuis praat haar doofgeboren broertje wel en ze gebruiken altijd gebarentaal, ook al praten ze niet met het broertje maar met bijvoorbeeld visite. Dat staat in schril contrast met de situatie bij Rembrandt thuis. Nadat hij het eerste weekend thuiskwam van de dovenschool reageerde zijn moeder Chantal als volgt:

"Rembrandt keek zijn moeder blij aan, ging wat van haar af staan em zei trots: "dag mama, het was leuk op school." Ontsteld keek Chantal naar de handen van haar zoon. Ze begreep er niets van en werd misselijk bij de aanblik ervan. Het leek alsof hij een grote stempel op zijn voorhoofd drukte waarop stond: Ik ben doof.Chantal greep boos zijn handen en ze: 'Stop ermee! Je hebt een mond om te praten! Er is niks mis met je stem, Rem. Ik wil die onzin niet in mijn huis! Niet in mijn huis, hoor je. Doe normaal!'
Rembrandt trok geschrokken zijn handen terug. [...] Al zijn enthousiasme werd in de kiem gesmoord. Hoe bevrijdend was het geweest die nieuwe taal te leren. Zo weigerachtig als hij er de eerste dagen tegenover had gestaan, zo vanzelfsprekend werd het toen hij het eenmaal probeerde. Ze begrepen hem. [..] Elke avond hadden ze geoefend omdat hij zijn moeder wilde verrassen, haar een mogelijkheid laten zien om weer met elkaar te praten. En zij werd kwaad."


Heel langzaam, in flashbacks, komen we achter het trieste verhaal waarom Rembrandt zo moeilijk contact maakt, waarom hij zo vreemd reageert en niet meer praat. Dat verhaal is erg schrijnend. Clara moet alle zeilen bijzetten om Rembrandt uit zijn zelfgeweven cocon te halen. Tegelijk beseft ze dat een leven met Rembrandt niet makkelijk zal zijn, wil ze dat wel? Door alle heftige gevoelens bij beiden zakken de schoolresultaten behoorlijk en Clara mag Rembrandt voorlopig niet meer zien. En dat terwijl hij haar juist nu zo enorm nodig heeft... De relatie met Clara brengt innerlijk een hoop bij hem teweeg.

Als je de vele thema's bekijkt die in dit boek behandeld worden, zoals doofheid, eenoudergezin, zware problemen thuis, seksuele intimidatie etc., dan krijg je des te meer bewondering voor de schrijfster. Zij heeft dit allemaal zeer mooi, aannemelijk en invoelend bij elkaar weten te brengen. Door dit verhaal voel je hoe doofheid moet zijn, wat het betekent voor diegene zelf en de omgeving, hoe je er mee om kan gaan en hoe niet. Hoe belangrijk een goede opvang en begeleiding is. Vooral de openheid en eerlijkheid over het doof zijn maakt het boek zo bijzonder.

De schrijfster heeft vooral gebruik gemaakt van tegenstellingen in veel opzichten.
De open, directe Clara versus de in zichzelf gekeerde Rembrandt. De doofheid die geaccepteerd wordt bij Clara thuis versus de afweer van Rembrandts moeder. De horende wereld versus de niethorende wereld. De vrije en open seksuele ontwikkeling van Clara versus de angst voor seksualiteit van Rembrandt enz.
Ik zou tegen iedereen willen zeggen: 'Lees het!'. Het is een prachtig verhaal.


ISBN 9789044809534 | Hardcover | 256 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2008
Leeftijd: 15+

© Dettie, december 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer: