Maarten van Roozendaal

Maarten van Roozendaal op internet:
 

Jij blijft bij mij


Jij blijft bij mij
verzameld werk
Maarten van Roozendaal


Wat gruwelijk jammer toch dat hij dood is. Zó veel mooie dingen had hij nog kunnen schrijven, zoveel mooie liederen had hij nog met die rauwe stem van hem kunnen zingen, zo vaak had hij ons nog kunnen raken, ontroeren, wakker schudden. Het was hem én ons niet gegund; op 51 jarige leeftijd overleed twee jaar terug de zanger/performer/tekstschrijver Maarten van Roozendaal.
Zijn vrouw Eva Bauknecht verzamelde, samen met Lolies van Grunsven zijn werk in dit boek en schrijft in het voorwoord:


Dit boek
omdat hij ons geraakt, geroerd en bewogen heeft
ons verontrust heeft, verrast en getroost
omdat hij ons mededogen heeft getoond
ons heeft doen schateren
en stil doen staan.

Omdat hij bij ons blijft.

Alle teksten die van Roozendaal voor zichzelf en anderen schreef, zijn op volgorde gerangschikt in dit prachtige vuistdikke koffietafelboek. Mét een cd die hij zelf nog samengesteld heeft en met bladmuziek van al zijn nummers, opdat zijn muziek niet verloren zal gaan voor de volgende generaties. Maar dat zal niet gebeuren denk ik. Zijn bekendheid was niet massaal, maar bij een harde kern van publiek en muzikanten gold hij toch als een van de allerbeste in zijn genre en als je dit boek leest weet je meteen weer waarom.

Zijn teksten zijn hard en teder, tot op het bot eerlijk en ontroerend, en menigmaal grenzend aan poëzie. Hij was een meesterlijk observator van types die deze tijd kenmerken en als hij over ze zingt zie je ze voor ze; de drukdoenerige, patserige types die hun buitenkant iets te groot opblazen om hun angst en eenzaamheid te verbergen, of juist de verslagen verdrietige, gebroken mensen die ook maar proberen er nog wat van te maken.
Je ontkomt niet aan herkenning bij anderen of jezelf. Ook de pijn van de liefde, het leven en de dood, niets wordt uit de weg gegaan.
Aan zichzelf sparen deed hij al helemaal niet, met de nodige ironie wordt heel wat leed en ongemak bezongen, al ging hij ook de maatschappelijke betrokkenheid niet uit de weg:

Voor al het breekbare gebroken is
Al het kwetsbare gekwetst
Al dat vergaan kan, is vergaan
Ik kom eraan

Ik heb nu die zijlijn wel gezien
Ik ben te lang passief gebleven
Liever naïef dan niets gedaan
Ik kom eraan

Het is een práchtig boek geworden, een naslagwerk waar je in blijft bladeren en lezen, knikkend van herkenning of nieuwsgierig wordend naar werk wat je nog niet kende. Een waardig eerbetoon, met mooie karakteristieke foto’s, al hadden die nog wel iets mooier mogen worden afgedrukt, maar dat zal met de kosten te maken hebben gehad, vermoed ik. 
Mocht de naam Maarten van Roozendaal  u überhaupt nog niets zeggen, doe uzelf een plezier en zoek naar werk van hem op het internet, naar Mooi bijvoorbeeld, wat mij betreft pure poëzie…

Ach zie de lammeren nou toch lurken aan hun vers geschoren moeders.
En hoe de jonge zwanen donzen in de zachte sloot.
En hoe de zwoele wind de wolken waait tot pas gewassen luchten.
Kan iets mooier dan het mooi is. Kan iets groter zijn dan groot

En voel de hosta nou toch lonken haar knoppen staan op barsten.
Het nieuwe riet drinkt gulzig water uit de smalle vaart
Kan iets frisser dan het fris is. Wulpser dan het wulpste
Ach ik ben Goddank dus nog een keer een jonge lente waard
Het is zo mooi Het is om te janken zo mooi

Hij was geen jonge lente meer waard helaas, maar zijn teksten en muziek zijn op deze manier op een prachtige manier bewaard gebleven voor het nageslacht.


ISBN 9789046817445 | Paperback | 319 pagina's | Nieuw Amsterdam | oktober 2014
Samengesteld door Eva Bauknecht en Lolies van Grunsven

© Willeke, 23 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Om te janken zo mooi Om te janken zo mooi


Soms kun je een knoop in je maag krijgen bij het lezen van nieuws. Dat overkwam mij toen ik begin dit jaar las dat Maarten van Roozendaal ongeneeslijk ziek is. Onovertroffen liedtekstschrijver zoals we er in dit land maar weinig hebben. Recht uit zijn hart en het diepst van zijn tenen zingend met die prachtige stem van hem. Misschien niet bekend bij het héle grote publiek, maar met een grote schare trouwe bewonderaars. Jarenlang trok hij volle zalen, soms solo, soms met muzikale vrienden en altijd was er die avond wel ergens een keer een brok in je keel, een glimlach. Geen zoete muziek of hapklare teksten, maar liedjes over de rauwe kanten van het leven met al zijn pieken en dalen. Liedjes over de liefde, de dood, de drank, over vriendschap, over eenzaamheid. Liedjes over balanceren op de rand van de afgrond en over alle rafelranden van het leven. Vaak vol milde of scherpe ironie. Over die liedjes gaat dit boekje en wel op een heel bijzondere manier.

Toen Van Roozendaal hoorde dat hij niet meer lang te leven had, wilde hij heel graag dit project nog af maken. Hij wilde dat door hem bewonderde kunstenaars uit verschillende disciplines in proza, poëzie, of tekeningen, vrij zouden associëren op een liedtekst van hem. Ooit had hij dat zelf geprobeerd, proza schrijven, om vervolgens tot de conclusie te komen dat hij een liedjesboer is. Dat dát is wat hij het beste kan. Waarom dus ánderen niet vragen om naar aanleiding van zijn teksten te doen wat zíj het beste kunnen. Er waren slechte enkele spelregels. Ten eerste had het haast. Ten tweede mocht het uitdrukkelijk geen necrologie worden, dat schreven ze maar als hij écht dood was. Ten derde mocht het niet over Maarten van Roozendaal gaan. Ten vierde mocht het geen liedinterpretatie zijn en ten vijfde, de belangrijkste regel, kreeg iedere schrijver of tekenaar de complete vrijheid om te associëren dat het een lieve lust is.


Wat opvalt, het hele boekje door, is de trefzekere combinaties die Van Roozendaal maakt tussen liedtekst en kunstenaar. Vaak verrassend, altijd raak. Briljant is de keuze om Peter van Straaten een liedtekst te geven over een verstoord familie-etentje. Joost Zwagerman kreeg een tekst over een kraker die terugkijkt, en gaat terug in de tijd toen hij als jongen gefascineerd langs de krakerspanden van Alkmaar fietste. Hij houdt zich niet helemaal aan de spelregels, want een van de krakers die hij toen bewonderde en later interviewde, is toch echt Van Roozendaal.
Ingmar Heytze gaat naar aanleiding van een songtekst over een dochter die, terwijl haar vader toekijkt, mokkend over haar eigen schoonheid voor de spiegel staat, terug in de tijd, naar een ander beeld van die dochter op het scherm van een echoapparaat. De vader die in het lied trots naar zijn ontluikende dochter staat te kijken is nu teruggebracht tot een hand in een hand, een passant die naar een echofoto staart. De dochter van nu is hier nog het kind dat in het maanlandschap van haar moeders baarmoeder wacht tot ze mag overvaren. Een wonderschone associatie.
Neeltje Maria Min schreef een prachtig gelijknamig gedichtje over het liedje Bergen, waarin het perspectief van een gestorven geliefde omgedraaid wordt tot een aankondiging van de dood van die geliefde.
Ook mooi is de bijdrage van Rick de Leeuw, die van perspectief wisselt met een van de personages, en Sanneke van Hassel die dat eigenlijk ook doet, maar dan vanuit een derde personage. Er wordt heel wat af geassocieerd. Désanne van Brederode bijvoorbeeld, neemt het lied het eerste gebod, over een narcis van het eerste uur, als uitgangspunt voor een kort verhaal over een kunstenaar die zijn eigen hart uit zichzelf laat plaatsen als middelpunt van alles.

Ik doe veel anderen te kort; Daan Heerma van Voss, Sjoerd Kuyper, Joke van Leeuwen, Ester Naomi Perquin, de tekenaar Jan Rothuizen, A.L. Snijders, Manon Uphoff, Thomas Verbogt, Bernhard Wesseling, Menno Wigman en Maartje Wortel. Alle bijdragen zijn de moeite meer dan waard, en nemen je mee in de wereld van de liedjes, naar de voor of de achterkant ervan.

Toen Van Roozendaal het voorwoord schreef had hij nog geen letter binnen. Zijn brief was pas één dag op de post. Hij kon niet wachten op de respons. Ik zou hem nu wel even willen vragen; Vind je het mooi geworden Maarten?
Ik weet haast zeker van wel!
De titelsong, een van de allermooiste van Van Roozendaal, staat er helaas niet in; Om te janken zo mooi.


ISBN 9789046815908 | Paperback | 110 pagina's | Nieuw Amsterdam | juni 2013

© Willeke, 10 juni 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: