Margaretha van Andel
De bende van Adlan
Om mee te kunnen doen met de bende moeten er proeven afgelegd worden. Enkele proeven heeft Emmet al gedaan, en nu is het tijd voor de laatste: hij moet een nacht doorbrengen in de grot van de Geest. Een grot waar het spookt. Dapper gaat hij er naar binnen, alleen natuurlijk. Het is donker en er ritselt van alles. Hij wordt steeds banger. Uren gaan voorbij, en dan schrikt hij op: hij hoort een vreemd geschuifel. Dat is geen vogel, geen klein diertje dat in de grot leeft. Het is de djinn, denkt hij. Wegwezen!! Proef mislukt. Hij wordt geen lid van de bende... en verdorie: nu mag Mogul het proberen!
Hij baalt vreselijk, maar er zijn meer dingen die hem bezighouden: hij ziet steeds een vreemde vogel, een raaf met een witte veer, die hem iets lijkt te willen vertellen. En zijn vader gaat enkele Nederlanders gidsen op de berg. Zij zijn op zoek naar slangen, om van hun gif medicijnen te maken. Misschien wel een medicijn dat Adlan kan helpen, want Emmet weet: die is erg ziek. De behandeling door de plaatselijke medicijnman helpt niet veel.
Maar als Emmet met zijn vader mee gaat, ziet en hoort hij Mogul die duidelijk niet veel goeds van plan is. De grot! Mogul gaat de grot in! Maar daar is het gevaarlijk...
Een avonturenverhaal over een groep jongens, met een mysterieus tintje. De omgeving en de manier waarop de mensen daar leven wordt mooi beschreven, en het blijkt dat de schrijfster zelf in die omgeving gewoond heeft. Het is een mooi verhaal over moed en vriendschap. En met mooie tekeningen van Mark Janssen.
In samenwerking met Oxfam Novib brengt Uitgeverij Kluitman deze nieuwe spannende jeugdserie. Avontuur met een vleugje mystiek. De boeken zijn bedoeld voor jongens en meisjes
ISBN 9789020622706 | Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij Kluitman | april 2015
Illustraties van Mark Janssen | Leeftijd: 10+
© Marjo, 13 juni 2015
Buitenstaanders
Twee buitenstaanders vinden elkaar dan in een aanvankelijk aarzelende vriendschap. Maar Rick heeft meer problemen dat Fabian weet. Meer ook dan hij aankan. En dat loopt bijna verkeerd af.
Rick versiert namelijk het meisje waar Fabian verliefd op is, en nog wel onder diens ogen, als ze op een schoolreis naar Berlijn zijn. Hoe gaat Fabian daar mee om?
Margaretha van Andel levert met dit boek een uitstekend debuut af. Het zou allemaal heel stereotiep kunnen zijn, een stelletje pubers met hun puberproblemen. Maar ze werkt meerdere thema’s uitstekend uit, en maakt zich daar zeker niet met een jantje-van-leiden af. De twee jongens voeren goede - naarmate hun vriendschap zich verdiept - ook meer diepgaande gesprekken over wat hen bezighoudt. Zonder dat het saai of hoogdravend wordt overigens. Naar aanleiding van hun bezoek aan Berlijn – het joods monument en de Muur – spitst zich dat toe op het onderwerp: wanneer ben je goed? Wie bepaalt dat? Zit het kwade in ieder persoon en hoe ga je daar mee om? Zo wordt bijvoorbeeld dat beroemde experiment aangehaald waarbij proefpersonen opdracht kregen van een autoritair persoon om een ander pijn te doen. Tachtig procent van de proefpersonen deed dat zonder morren.
Fabian is de ik-verteller, maar tussendoor lezen we ook Ricks kant van het verhaal, in de vorm van dagboeknotities. Dat maakt het verhaal zeker niet warriger, integendeel: het wordt er interessanter van. Er wordt in het boek diverse malen gerefereerd aan schrijvers die vooral voor volwassenen schrijven: Murakami en Ishiguro. Ook daarom, maar vooral vanwege de thematiek is dit geen boek voor 8 tot 12-jarigen, maar eerder voor de eerste klassen van de middelbare school.
Een mooi verhaal dat tot nadenken stemt. Uitstekend debuut, dat dus ook.
ISBN 9789047518884 | Paperback | 160 pagina's | Van Holkema & Warendorf | mei 2011
Leeftijd: 13+
© Marjo, 18 april 2012