Marita de Sterck

 

Valavond Valavond


Marita de Sterck schreef deze historische jeugdroman op basis van interviews met bewoners van haar woonplaats Mariaburg, nu een wijk in Antwerpen. Haar interesse was snel gewekt toen men haar vertelde dat het dorp vroeger ‘Hoerenburg’ werd genoemd. Haar personages zijn een mix van historische en fictieve personages, zoals ze in een nawoord uitlegt.
Als je leest dat een aantal personen waar je zojuist mee hebt meegeleefd, niet echt bestaan hebben, moet je even wat wegslikken. Ze leken zo echt. Dat is de kracht van Marita de Sterck: ze schept levensechte personages, mensen zoals jij en ik, in situaties waar we liever niet in verzeild raken, omdat de beslissingen die je moet nemen erg lastig zijn. Of haar personages het er goed van af brengen?

‘Ik vond mezelf zo slim, maar met mijn domme kop zag ik niet wat ik had kunnen zien.
Wat dat betreft was ik nog echt het kieken van de buiten. Ik at uit die schone meneer zijn hand, kakelde en stak mijn kop in het zand.‘


Het is 1935.
Hoofdpersoon is de zestienjarige Jeanne, die het huis van haar oom en tante ontvlucht, nadat haar oom ontdekt heeft dat er een appetijtelijk jong ding onder zijn dak woont. Ze zoekt werk in een bar, een uitzuipcafé, noemt de uitbaatster het. Madame Angèle ziet het wel zitten met haar, maar die naam is niet goed voor een serveuse. Als Mona vindt ze al snel haar draai in De Londres, waar het vooral de bedoeling is om de klanten uit de knijpen. Ze wordt verliefd op Stan, de bakker, maar die heeft alleen maar oog voor dorpsgenoot Marieke. Marieke wil evenwel niet zomaar liezen voor Stan, omdat ze zijn neef Fons ook wel ziet zitten. Stan is een eenvoudige jongen, hardwerkend, maar niet zo slim. Hij valt voor de mooie woorden van advocaat Gregoor, die erg Duitsgezind is, en die blij is met hun komst naar België.
Fons leert voor journalist. Hij maakt niet echt werk van Marieke, ze is van Stan toch? En hij heeft het veel te druk met politiek. Hij is anti-Duits.
Mariekes keuze is niet zomaar gemaakt, ze valt voor Stans charmes, en de passie die ze met hem beleeft. Maar zijn ideeën keurt ze af. In dat opzicht wil ze Fons.
In het café speelt ze gevaarlijk spel. De advocaat Gregoor heeft een boontje voor haar, en ze probeert hem uit te horen. Met de verworven kennis kan ze de Joden helpen. Het is valavond als Mona een moeilijke keuze moet maken, en het ziet er naar uit dat ze een verkeerde beslissing neemt.

Er zijn veel bijfiguren, die het verhaal opfleuren: de moeder van Stan, die de zorg heeft voor haar man, gasslachtoffer van de Grote Oorlog. Mariekes vader die prijzen wint met zijn duiven. Het joodse onderduikstertje, dat onderdak vindt bij een in de eerdere oorlog uit Nederland gevluchte joodse echtpaar, de dorpsgek die het liefst het hele jaar door in een zwembroek door het dorp fietst. De rol van die bijfiguren is duidelijk om aan te geven hoe de oorlog een normale dorpsgemeenschap aantast. Het verhaal gaat wel over de driehoeksverhouding tussen Marieke, Stan en Fons, maar is vooral de bedoeling om te vertellen wat de komst van de Duitsers doet met een kleine gemeenschap.
Het gebruikte Vlaams-Nederlands zorgt er voor dat je je echt in Antwerpen waant. Een ietwat bekrompen, erg koningsgezinde en katholieke samenleving, met mensen van vlees en bloed.

Marita de Sterck (1955, Antwerpen) studeerde talen, perswetenschappen en antropologie. Ze doceert literatuur en antropologie aan de bibliotheekschool van Gent en geeft ook workshops verhalen schrijven aan jongeren. Zij ontving voor haar boeken onder meer de Gouden Uil Prijs van de Jonge Lezer, de Halewijnprijs, een Gouden en twee Zilveren Zoenen en de Boekenleeuw.


ISBN 9789045117300 | Paperback | 272 pagina's | Querido | september 2014
Leeftijd vanaf 15 jaar

© Marjo, 15 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Schatjepatatje Sterck Schatjepatatje Sterck


Schatjepatatje
Marita de Sterck (tekst)
Ceseli Josephus Jitta (Illustraties)

Schatjepatatje is een hond.
Van zijn baasjes mag hij een heleboel dingen niet.
Hij mag niet wiebelen, snoepen of iemand likken... Maar het gekke is zijn baasjes doen dat allemaal wel! Mama wiebelt en springt in het rond tijdens fitnessen en luisteren doet ze ook niet want ze heeft haar walkman op.
Papa en mama zoenen elkaar maar als schatjepatatje wil zoenen dan vinden ze het vies.
Kwijlen mag Schatjepatatje ook al niet maar waarom mag baasje wel kwijlen als hij een mooie mevrouw ziet? Arme schatjepatatje... hij moet zelfs naar de hondenfluisteraar want hij stinkt, trekt, blaft...
Gelukkig mag hij 's avonds, net als zijn baasjes, wel op zijn eigen plekje slapen. En dan... heeft Schatjepataje eindelijk rust.

Een erg leuk prentenboek met veel grapjes erin verwerkt. Als volwassene krijg je ook even een plaagstootje mee, met andere woorden, kijk ook eens naar jezelf voordat je je hond afblaft.
Het aparte is dat het baasje een man van buitenlandse afkomst is. (Turks? Marrokaans?) Dat zie je zelden in kinderboeken.
Op elke pagina staan zowel links als rechts illustraties met enkele regels tekst. De illustraties zijn collage-achtig, een mengeling van waterverf met gebruik van stukjes kant en grofmazig weefsel. Het eten op de afbeeldingen zijn uitgeknipte plaatjes. Het geheel doet fleurig en vrolijk aan. De illustraties sluiten mooi aan bij de tekst.
Fraai uitgevoerd en grappig boek.



ISBN 9789058385352 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij De Eenhoorn | maart 2009
Vanaf 4 jaar

© Dettie, 04 juni 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De hondeneters De hondeneters


"Opgedragen aan mijn vader die tien was toen de grote oorlog uitbrak waarin hij tot zijn laatst dag zou verwijlen, aan zijn moeder en zusjes, aan de oorlog gestorven; aan mijn moeder, die met vier kleine kinderen naar Frankrijk vluchtte, waar ze er een moest begraven. En aan de ontelbare families die door de grote oorlog zijn getroffen."


Voorin het boek van Marita de Sterck staan behalve bovenstaande opdracht ook enkele motto's. Het is meteen duidelijk wat voor soort boek je gaat lezen. Het is wederom een schrijnend verhaal over die oorlog die zo'n enorme impact heeft gehad, vooral op het Vlaamse volk.
Het boek speelt in de buurt van Mechelen. Daar woont Victor, een jongen van bijna achttien. Victor lijdt aan epilepsie, en wordt door zijn ouders, vooral zijn moeder, met alle zorg, teveel eigenlijk, omringd. Hij mag zelfs niet alleen in bad. Op de deur van zijn kamer hangt een papier met regels waar hij zich aan zou moeten houden.
'de zieke moet regelmatig eten, maar altijd lichte kost, zoals melkpap en groentebrij. Verboden zijn zout, peper, exotische kruiden, vlees van jongeof wilde dieren, en vooral chocolade'
Er zijn zeven van dit soort onzinnige regels, waarbij je je wel moet bedenken dat het 1917 was. Maar Victor is het beu. Hij heeft genoeg aan zijn hond. Django waarschuwt hem als er een aanval aankomt en vangt hem op in zijn val. Maar nu is Django weg. Iemand heeft hem buitengelaten en hij is niet teruggekomen.
De lezer weet al dat de hond in handen gevallen is van een hondenslachter, verderop in het dorpje Boom. In tijden van honger zijn ook huisdieren hun leven niet zeker. Prosper, de slachter, heeft de hond -gelukkig- nog niet geslacht. Er zijn problemen: de honden in de kooi zijn dol geworden, ze vechten om een bot... en dat bot heeft hij hen niet gegeven! Met gevaar voor eigen leven ziet hij kans het bot uit de kooi te halen, en men constateert al gauw dat het een menselijk dijbeen is.

In een fijn geweven verhaal worden deze twee verhalen gemixt: Victor die thuis is weggelopen om zijn hond te zoeken en het raadsel van dat bot in de hondenkooi. Op de achtergrond speelt het verhaal van de oorlog: Victors broer die zich aan het front bevindt, speelt een rol zonder dat hij daadwerkelijk in het verhaal meedoet.
De tocht van Victor, zijn ontmoetingen met het mooiste meisje van de wereld en met de straatmadelieven, het is allemaal in een wonderlijk verhaal gegoten. Een verhaal over mensen die zo goed en kwaad als het kan moeten zien om te gaan met de gruwelen van de oorlog, die hun leven heeft overgenomen. Over de grenzen van de menselijkheid, over liefde en verraad.

Deels is het gebaseerd op echte gebeurtenissen, en ja, hondenslachters waren een bekend verschijnsel in die tijd. Achterin het boek een kaart van de tocht van Victor, die de lezer na kan lopen, al zal hij natuurlijk een heelander landschap zien dan die beschreven wordt in het boek.
Het is een indrukwekkend verhaal geworden, een mooi geschreven boek, dat de harde kant van het leven niet schuwt. Prachtig.


ISBN 9789045107714 | Paperback | 197 pagina's | Querido Kinderboeken | februari 2009
Vanaf 14 jaar

© Marjo, 04 mei 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Wild vlees Wild vlees


In dit boek moet de jonge Max het plotseling overlijden van zijn geliefde opa verwerken.
Hij is met zijn vrienden op trektocht, en hij negeert het briefje in een berghut, waarop staat dat hij naar huis moet bellen. Het is vast overbezorgdheid van mijn moeder, denkt hij en hij gooit het briefje weg. Als hij thuis komt, staat hij voor een voldongen feit: zijn grootvader is dood en al begraven. Het zit hem vreselijk dwars dat hij niet gebeld heeft, dat hij geen afscheid meer heeft kunnen nemen van zijn geliefde grootvader. Hij kan er zich niet bij neer leggen, hij wil iemand de schuld geven.
Hij gaat naar alle betrokkenen: de vrachtwagenchauffeur die zijn opa onder zijn wielen kreeg, de politie die de zaak afhandelde en het zijn ouders ging vertellen. Naar het ziekenhuis waar hij de verpleger spreekt en de begrafenisondernemer die immers de laatste was die zijn opa nog zag.
Met zijn ouders wil hij niet praten, zijn vriendin (nog niet in seksuele betekenis) wil hij niet zien. Langzaam beseft hij dat er niemand schuld heeft, dat hij niet de enige is die deze gevoelens heeft.

Dit proces, het omgaan met de dood van een geliefd persoon, wordt prachtig verteld, en tussendoor zijn er de verhalen over de liefde: over opa en zijn Marie; over de opa van opa en zijn Pitta; over Max' moeder, Anne met haar Konstant.
Het is een prachtig boek over hoe de liefde je de dood kan laten accepteren.

De liefde:
"er klikte iets in hem toen hij haar adem in zijn mond voelde. Of ze een sleuteltje had omgedraaid. Niet alleen door terug te kussen maar ook door zo lief naar hem te blijven kijken. Het sleuteltje paste naadloos in het slotje en na de klik werden alle scherpe versnipperde stukjes diep binnen in hem samengevoegd tot een gladde warme massa. Plotseling wist hij wat ze bedoelden als ze zeiden "ze heeft zijn ziel aangeraakt". Het was nog meer dan dat. Het leek of tijdens het kussen hun zielen versmolten."


De dood:
"Het is niet simpel, Max, weten dat je ooit beter was, sterker en mooier en dat dat nooit meer terugkomt. Dat je over de helft bent en dat dat je beste helft was. Binnenkort vallen de volgende bomen in het bos, een kennis hier, een collega daar, en nog wat later praat ik misschien vaker met de doden dan met de levenden. Soms wou ik dat ik nog geloofde. In de verhalen van Jonas die al half begraven was in de buik van de walvis, maar er toch weer uit raakte."


ISBN 9789021483108 | Paperback | 170 pagina's | Querido Kinderboeken | augustus 2000
Leeftijd: 14+

© Marjo, mei 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met huid en haar Met huid en haar


De schrijfster doet haar naam eer aan: een ongelooflijk sterk, spannend en ontroerend boek. Het speelt afwisselend in het verleden en in het heden. In het heden vertelt de achterkleinzoon, de ik-figuur, over het einde van Tist, en over zijn eigen leven. In het verleden volgen we het verhaal van Tist, de verhalenvertellende kleermaker, die bijna de hele vorige eeuw geleefd heeft.
Joppe, de ik-figuur, blijft thuis terwijl zijn ouders en zus op vakantie gaan. Hij wil meedoen aan de anti-oorlogdemonstratie, en kan zo tegelijk voor Tist zorgen, die wat grieperig is.

"Tist is een betweter, een lastpak, een keikop! Hij is nog koppiger dan het bier waar hij zo gek op is: Duvel. Hij is geen gewone grootvader, geen gewone overgrootvader. Niemand noemt hem opa, bompa, overopa of wat dan ook. Voor Tist geen koosnaampjes. Tist is Tist."


Tist wordt zieker, het komt goed uit dat Joppe een opleiding tot verpleger volgt. Toch moet hij Tist geregeld alleen laten, hij kan zijn bemoeienis met de demonstratie niet opgeven, temeer omdat daar het meisje Alya een grote rol speelt. Met de anderen bereiden ze een stunt voor, die in de demonstratie opzien moet baren. Dat het meer zal doen dan dat, hadden ze niet voorzien.
Intussen lezen we het verhaal van Tist, zijn ervaringen in de eerste wereldoorlog, en hoe hem dat heeft aangegrepen. Na de dood van zijn kleine zusje en het verdwijnen van zijn moeder gaat hij de oorlog in.

"Algauw deed het verhaal de ronde dat Tist voor de duivel zelf niet bang was. Als zijn makkers vroegen waarom hij vocht als een duivel in een wijwatervat, dan zei Tist:"voor mijn moeder, voor mijn zuster". Tist werd uitgestuurd voor de gevaarlijkste opdrachten. Honderd, duizend keer zocht Tist de dood, maar de dood wou hem niet hebben."


Daarna heeft hij nooit meer van iemand durven houden. Maar als hij Sien ontmoet wordt dat toch wel erg moeilijk. Ook Mie, het dochtertje van Sien, kan hij niet weerstaan, maar hij weigert echte banden aan te gaan. Als Pol geboren wordt, weigert Tist van hem te houden als van de zoon die hij wél is.
Het is een zwaar leven dat Tist moet leiden, niet in staat tot liefde. Te hard voor zichzelf. Te hard voor Lex, de zoon van Mie, met wie hij niet om kan gaan. Maar de kleinzoon van Mie, Joppe, neemt toch een speciale plaats in in zijn hart, naarmate het einde nadert komen ze dichter tot elkaar. "Tist gaat achteruit met een vaart van honderd kilometer per uur. Als ik hem een halve dag niet gezien heb, schrik ik soms al. Zo snel eet de tijd hem op."

Marita de Sterck is met dit boek in 2004 genomineerd voor de Gouden Zoen. Op 20 april 2005  ontving ze voor dit boek de Zilveren Zoen!


ISBN 9045101475 | Paperback | 232 pagina's | Querido Kinderboeken | september 2004
Leeftijd: 14+

© Marjo, april 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: