Jonathan van het Reve
Hoe Paul (per ongeluk) de poot van Piet brak
'Kijk nou toch wat je doet,' zegt de scholekster, 'je hebt mijn poot gebroken!'
'Oei,' zegt Paul. 'Sorry, gaat het?'
'Gáát het?' zegt de scholekster. Of het gáát? Nee, natuurlijk gaat het niet: mijn pootje is zowat doormidden!'
Paul neemt de scholekster mee naar huis en verbindt zijn pootje. De scholekster heet Piet. Paul zorgt heel goed voor Piet tot hij weer helemaal beter is. Piet is helemaal blij, nu kunnen ze plezier gaan maken. Paul en Piet worden dikke vrienden. Ze gaan samen zwemmen én skateboarden.
Achteraf was de botsing dus een geluk bij een ongeluk!
Alleen de titel van dit boek is al natuurlijk al een mooie vondst. Als je het hardop zegt lijkt het wel een liedje. Het verhaal is verder niet superspannend maar wel lief en het leest lekker voor. Het ritme in de zinnen is prettig.
De gekleurde afbeeldingen zijn knap, vooral de illustraties die zich afspelen aan het strand zijn prachtig van kleur en opbouw. Erg mooi gedaan.
Bijzonder is dat dit verhaal uiteindelijk tot stand kwam door een foto die Jan Wolkers gemaakt had.
Jan Wolkers verbleef van 17 tot 24 juli 1971 in het kader van het radioprogramma Alleen op een eiland in een tent op het onbewoonde eiland Rottumerplaat. Op dat eiland trof hij een jonge scholekster aan met een gebroken pootje. Jan Wolkers ving het beestje en spalkte het pootje. Jaren later zag illustratrice Marion de Man de foto in een krant, zonder te weten dat deze door Jan Wolkers gemaakt was. Het beeld van de foto bleef haar bij en inspireerde haar uiteindelijk tot de mooie prenten in dit boek.
(Ik vroeg me wel af hoe je kunt skateboarden over een zandstrand maar met speciale boarden schijnt het te kunnen.)
ISBN 9789049924515 | Hardcover | 40 pagina's | Uitgeverij Pimento | maart 2011
Leeftijd: 4+
© Dettie, 14 april 2011
De boot en het meisje
Leo moet zijn woning uit en heeft ongezien een boot, De potvis genaamd, gekocht waarin hij wil gaan wonen. Het schip is van groot formaat en moet in het aankomende weekend van Lauwersoog naar Amsterdam gevaren worden. Het verhaal werkt toe naar dat weekend en bestrijkt zes dagen, van dinsdag tot en met zondag.
Rosa en Leo zijn goede vrienden - het is zij tegen de rest van de wereld- en hun verhaal wordt voornamelijk in dialogen vertelt. Deze gaan over ditjes en datjes, gewone dagelijkse gesprekjes over de korpsballen die ze zien in het café waar Rosa werkt, over obelisken tot de vrienden die komen eten en natuurlijk over de boot. De boot is te groot om alleen te hanteren, Leo wil graag dat Rosa meegaat. Rosa doet er vaag over dus voor de zekerheid vraagt hij het ook aan andere mensen, die echter allemaal die dag wat anders te doen hebben. Gelukkig stemt Rosa uiteindelijk toch toe. Maar de dag voor vertrekt komt het gesprek op verliefd zijn en bekent Leo dat hij al acht jaar verliefd is op Rosa. Deze bekentenis zet alles op zijn kop.
Ogenschijnlijk is het een voortkabbelend verhaal. Leo praat wat met vrienden, gaat naar een feestje, krijgt mensen op bezoek, allemaal doodgewone dingen. Toch komt er langzamerhand een spanning in het verhaal, gaat Rosa mee? Wil er überhaupt wel iemand mee?
De toon van het verhaal is luchtig, Leo moet ook wel luchtig doen anders verraadt hij zijn gevoelens. Rosa en hij gaan zeer goed met elkaar om en dat wil hij graag zo houden. Erg humoristisch is het gedeelte in het hoofdstuk donderdag als er vrienden van Rosa komen eten. Ze komen een uur te vroeg omdat ze ook weer vroeg weg moeten... ze willen nog naar een feestje... In de keuken sissen Rosa en Leo hun kwaadheid daarover tegen elkaar...
'Wat zouden ze doen, denk je?'
'Als we echt weggingen?'
'Ja.'
'Meefietsen denk ik, kijken waar jij woont.”
'Ja. Weet je wat ik doe?' Ze recht haar rug.
'Nee?'
'Ik ga met ze praten.'
Ze maakt haar ogen groot, draait zich resoluut om en marcheert naar de deur.
Ik grijp naar mijn hoofd.
'Nee!' zeg ik. 'Ongelukkige! Doe het niet!'
Rosa draait zich weer om. Ik kom bij haar staan.
'Kijk,' zegt ze. 'Moet je luisteren: we gaan er gewoon opaf. Of het wordt gezellig, of het wordt ruzie. Ja toch? Iets ertussenin is ondenkbaar. En als er stront komt, vechten we schouder aan schouder, tot de laatste snik.'
In het laatste hoofdstuk zondag is het met de dialoog gedaan en gaat Leo over tot actie, deze dag eindigt zeer verrassend.
Goed debuut, het boek heeft me vemaakt, het is humoristisch, spits, soms ironisch en zeer apart. Ben benieuwd naar het volgende boek van Jonathan van het Reve.
ISBN 9038890079 | Hardcover | 119 pagina's | Nijgh & Van Ditmar | juni 2007
© Dettie, september 2007